Hoofdstuk 2 paragraaf 7

Hoofdstuk 2

Endogene en exogenekrachten 

paragraaf 7 - Klimaten

vandaag

• leerdoelen
• Herhaling
• uitleg paragraaf 7
• verwerking
• maken opdrachten 
• afsluiten 

Leerdoelen

Je kent de klimaatclassificatie van Köppen.

Je kent de zes klimaatfactoren.

Je kunt de spreiding van klimaten op verschillende schaalniveaus verklaren met behulp van de klimaatfactoren.

wat weet je nog van de oceanische circulatie

Hoe ontstaat de oceanische circulatie?

Welke invloed hebben zeestromen op het klimaat.

Klimaten op aarde 

A-klimaat (tropisch klimaat)

  - gemiddelde maandtemperatuur boven 18 °C

Tweede (kleine) letter

    - s: sommertrocken (droog in de zomer)

    - w: wintertrocken (droog in de winter)

    - f: fehlt (droge periode ontbreekt)

B-klimaat (droog klimaat)

    - bijna alle neerslag verdampt

    - te droog voor bomen, soms struiken en gras

- minder dan 400mm neerslag 

    - woestijnen (BW) minder dan 200 mm neerslag 

- steppes (BS) tussen de 200 en 400 mm neerslag 

C-klimaat (gematigd zeeklimaat)

   - koudste maand gemiddeld boven -3 °C en onder 18 °C

Tweede (kleine) letter

    - s: sommertrocken (droog in de zomer)

    - w: wintertrocken (droog in de winter)

    - f: fehlt (droge periode ontbreekt)

D-klimaat (landklimaat)

    - koudste maand gemiddeld onder -3 °C

    - warmste maand gemiddeld boven 10 °C

Tweede (kleine) letter

    - s: sommertrocken (droog in de zomer)

    - w: wintertrocken (droog in de winter)

    - f: fehlt (droge periode ontbreekt)

E-klimaat (poolklimaat)

 - gemiddelde maandtemperatuur nooit boven 10 °C

    - in de poolgebieden (EF) toendra (ET), en hoog in de bergen (EH)

Hoe staat het met onze topo?

Tijd voor Blooket

Aan de slag!

Opdrachten hoofdstuk 2 paragraaf 1 tot en met 7 kunnen gemaakt worden.

Deadline: 16 december voor paragraaf 1 tm 10