4.2 Voedselproductie

4.2 Voedselproductie
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.2 Voedselproductie

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Start
  • Uitleg §4.2 --> 
  • Aan de slag!
  • Afsluiting/vooruitblik


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Gewicht kipfilet = +/- 200 gram vlees
Vlees per dag (eiwitten) mens nodig = +/- 100 gram vlees

Slide 7 - Tekstslide

Waar eet jij heel makkelijk veel vlees?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Voordelen en nadelen
Vertical Farming

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link


Schaalvergroting
  • Bij schaalvergroting maken ze een heel groot bedrijf wat één soort voedsel produceert.

  • Dit scheelt geld. Boeren hoeven zo minder verschillende machines aan te schaffen om al het werk te doen.

  • Ook proberen de boeren zoveel mogelijk opbrengst te halen van een dier of een hectare grond. Dit heet intensivering

  • Door maar één gewas te laten groeien, neemt de biodiversiteit af. Dat betekent dat er minder soorten planten en dieren voorkomen op aarde. Gewassen of dieren waar we niets aan hebben, sterven uit.
Schaalvergroting
 Dit is makkelijk voor de
  boeren. Ze kunnen enorme
  stukken land in één keer
 oogsten. Alleen groeit
hier ook niks anders meer.
Zonder schaalvergroting
Hier groeien veel meer
soorten planten. Dit is goed  
voor de biodiversiteit, maar    
het werk van de boer    
wordt wel moeilijker  
en duurder

Slide 17 - Tekstslide

Door de focus op een beperkt aantal gewassen te hebben zal de biodiversiteit
A
Toenemen
B
Afnemen

Slide 18 - Quizvraag

Ik vind Vertical Farming duurzaam want....

Slide 19 - Open vraag

Het doel van schaalvergroting in de voedselindustrie is....
A
duurzamer verbouwen
B
groeiende bevolking te voeden
C
om makkelijker te oogsten
D
om voedselafdruk te verkleinen

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Link

Duurzame voedselproductie
1. Minder weggooien (dus geen gekke vormen van een komkommer weggooien, kopen wat je nodig hebt)
2. Ruimte besparen door voedselfabrieken te bouwen (bron 9)
3. Biologische landbouw (geen / minder kunstmest en bestrijdingsmiddelen gebruiken)
4. Genetische modificatie (gewassen aanpassen zodat ze tegen droogte en ziekten kunnen)

Slide 22 - Tekstslide

Koppel de tekstjes en foto's aan de juiste
manier van voedsel verbouwen.
Biologisch    
Schaalvergroting


.
Intensivering
Dit vind ik zelf
het beste idee!
Goed voor dieren, slecht voor de voetafdruk
Gigantische bedrijven zijn efficiënter

Slide 23 - Sleepvraag

Wat gaat er waarschijnlijk gebeuren met arme landen die rijker worden?
A
Ze gaan meer vlees eten. Hun voetafdruk groeit.
B
Ze gaan meer vlees eten. Hun voetafdruk blijft hetzelfde.
C
Ze gaan minder vlees eten. Hun voetafdruk groeit.
D
Ze gaan minder vlees eten. Hun voetafdruk krimpt.

Slide 24 - Quizvraag

Het tropisch regenwoud moet plaats maken voor akkers. Door de akkers neemt de biodiversiteit in het gebied
A
toe
B
af

Slide 25 - Quizvraag

Zijn de volgende stellingen goed of fout?
I. Met genetische modificatie wordt de opbrengst van een gewas vergroot.
II. Als gevolg van schaalvergroting zijn er nu minder boerenbedrijven dan vroeger
A
I is goed, II is fout
B
I is fout, II is goed
C
Beide zijn goed
D
Beide zijn fout

Slide 26 - Quizvraag

Aan de slag
Maak paragraaf 4.2  

Sta je hoger dan een 7?
Dan mag je paragraaf 1 en 2 overslaan. 




Slide 27 - Tekstslide