1 & 2 stroomkring maken + spannningsbron

§1: stroomkring maken
leerdoelen:

1. Je kunt uitleggen hoe je een gesloten stroomkring maakt
2. Je kunt verschillende onderdelen van een stroomkring benoemen
3. Je kunt het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven
4. Je kunt een aantal geleiders en isolatoren benoemen.
5. Je kunt uitleggen wat stroomsterkte is
6.  Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

§1: stroomkring maken
leerdoelen:

1. Je kunt uitleggen hoe je een gesloten stroomkring maakt
2. Je kunt verschillende onderdelen van een stroomkring benoemen
3. Je kunt het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven
4. Je kunt een aantal geleiders en isolatoren benoemen.
5. Je kunt uitleggen wat stroomsterkte is
6.  Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.

Slide 1 - Tekstslide

Koppel de juiste grootheid aan de juiste eenheid
Dichtheid
frequentie
Afstand
Hertz (Hz)
gram per kubieke centimeter (g/cm3)
meter (m)

Slide 2 - Sleepvraag

Ik heb vrijwilligers nodig!
Iedereen die helpt krijgt iets extra's :)

Slide 3 - Tekstslide

Welke 4 leerlingen willen mij helpen?
ik wil helpen!
Als niemand wil helpen, dan doe ik het wel
Mevrouw laat mij hier alstublieft buiten

Slide 4 - Poll

Wij worden een stroomkring
Alle vrijwilligers mogen een lot uit de bak pakken

Slide 5 - Tekstslide

Meer vrijwilligers!

Slide 6 - Tekstslide

Welke 2 leerlingen willen mij helpen?
ik wil helpen!
Als niemand wil helpen, dan doe ik het wel
Mevrouw laat mij hier alstublieft buiten

Slide 7 - Poll

Nu gaan wij de stroom meten, en de lamp uitzetten

Slide 8 - Tekstslide

Graag een applaus voor onze vrijwilligers

Slide 9 - Tekstslide

Even terug naar de 'reguliere' theorie

Slide 10 - Tekstslide

Stroomsterkte
  • We hebben net een 'stroommeter' in actie gezien
  • De eenheid van stroom is Ampére (A)
  • Een 'stroommeter' noemen wij daarom ook wel een 'ampéremeter'

Slide 11 - Tekstslide

Elk materiaal ter wereld geleidt elektriciteit even goed
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een stof die elektriciteit goed geleidt

Slide 13 - Open vraag

Noem een voorbeeld van een stof die elektriciteit slecht geleidt

Slide 14 - Open vraag

goede en slechte geleidende stoffen


Een stof die elektriciteit goed geleidt noemen we een geleider

Een stof die elektriciteit slecht geleidt noemen we een isolator

Slide 15 - Tekstslide

Nu kunnen jullie aan de slag
van §1: 1 t/m 6, 7 abcde

Slide 16 - Tekstslide

§2 Spanningsbronnen
leerdoelen:
1. Je kunt een aantal spanningsbronnen noemen
2. Je kunt uitleggen wat spanning is
3. Je kunt beschrijven hoe je spanning meet
4. Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt
5. Je kunt van enkele veelvoorkomende spanningsbronnen aangeven of deze veilig of onveilig zijn.
6. Je kunt beschrijven wat je nodig hebt om apparaten die op een lagere spanning werken op een stopcontact te kunnen aansluiten.

Slide 17 - Tekstslide

Wat is spanning?
  • Je kan het vergelijken met een ballon

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Wat is spanning?
  • Je kan het vergelijken met een ballon
  • Een condensator werkt vergelijkbaar met een ballon
  • De spanning die de condensator afgeeft wordt steeds minder
  • De eenheid van spanning is volt (V)

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een spanningsbron?
  • Een spanningsbron geeft een constante hoeveelheid spanning 
  • Bijvoorbeeld een batterij of accu

Slide 21 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een spanningsbron

Slide 22 - Open vraag

Ik heb vrijwilligers nodig!

Slide 23 - Tekstslide

Welke 4 leerlingen willen mij helpen?
ik wil helpen!
Als niemand wil helpen, dan doe ik het wel
Mevrouw laat mij hier alstublieft buiten

Slide 24 - Poll

Wij gaan uitbeelden hoe:

  • Een batterij spanning aan de lading meegeeft
  • Wat er gebeurt met de spanning als je meerdere batterijen achter elkaar aansluit
  • Wat er gebeurt als je een van deze batterijen omdraait
  • Een oplaadbare batterij opgeladen wordt 

Slide 25 - Tekstslide

Graag een applaus voor onze vrijwilligers

Slide 26 - Tekstslide

Wat is netspannig?
  • Netspanning is de spanning die op de stopcontacten staat.
  • De netspanning in NL is 230 V 

Slide 27 - Tekstslide

Wat is een transformator?
  • Een transformator gebruik je om de hoeveelheid spanning te verhogen of verlagen 
  • Dit gebruik je bijvoorbeeld in een oplader!
Laatste stuk:

Slide 28 - Tekstslide

Hier zit een transformator in!

Slide 29 - Tekstslide

Nu kunnen jullie weer aan de slag

van  §1: 1 t/m 6, 7 abcde
van §2: 1 t/m 4, 6
Tot 14:15 gaan we opdrachten maken

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

Koppel de juiste grootheid aan de juiste eenheid
Dichtheid
frequentie
Stroomsterkte
Hertz (Hz)
Ampére
gram per kubieke centimeter (g/cm3)

Slide 32 - Sleepvraag