Samengestelde zinnen

Cursus Grammatica
§4 Samengestelde zinnen
timer
10:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Cursus Grammatica
§4 Samengestelde zinnen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Na het derde saaie hoofdstuk draaide hij de volgende bladzijde met tegenzin om. 

pv =
ow =
wg =
lv =
mv=
bwb=


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je leert samengestelde zinnen herkennen.

  • Je leert voegwoorden herkennen. 

  • Je leert de persoonsvormen en de onderwerpen in samengestelde zinnen vinden. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkelvoudige zinnen
Om samengestelde zinnen te begrijpen, moet je eerst weten wat enkelvoudige zinnen zijn. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkelvoudige zinnen






          Ik zwem in het zwembad.                                                   De fans juichen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkelvoudige zinnen
Enkelvoudige zinnen zijn zinnen met één persoonsvorm (en één onderwerp).

Bijvoorbeeld:
Ik fiets naar school. (pv = fiets, ow = ik) 
Daarvoor hebben we gezellig geschaatst op het IJsselmeer. (pv = hebben, ow = we)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengestelde zinnen
Samengestelde zinnen zijn zinnen met meerdere persoonsvormen en onderwerpen. 
Deze zinnen worden bijna altijd verbonden door een voegwoord

Dit is theorie voor de tweede klas, maar elke brugklasser maakt al samengestelde zinnen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom maak je samengestelde zinnen?
  • Samengestelde zinnen maken een tekst beter en prettiger leesbaar. 
  • Samengestelde zinnen brengen samenhang in een tekst. 



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DUS
Enkelvoudige zin = 1 persoonsvorm en 1 onderwerp

Samengestelde zin = 2 (of meer) persoonsvormen en 2 (of meer) onderwerpen 



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je samengestelde zinnen?
Samengestelde zinnen worden samengevoegd via voegwoorden

Voorbeelden:
en, maar, want, terwijl, voordat, nadat, zodat, omdat, dus, toen, hoewel, echter etc.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengestelde zinnen
Marloes neemt drinken mee. Levi zorgt voor de broodjes.
(in elke zin staat 1 PV en 1 OW)

Marloes neemt drinken mee en Levi zorgt voor de broodjes. 
(in de samengestelde zin staan 2 PV's en 2 OW's. Ze worden samengesteld via het voegwoord en

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengestelde zinnen
Ik ga naar de tandarts. Ik heb kiespijn.
(in elke zin staat 1 PV en 1 OW)


Ik ga naar de tandarts, want ik heb kiespijn.
(in de samengestelde zin staan 2 PV's en 2 OW's. Ze worden samengesteld via het voegwoord want)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengestelde zinnen
Ik ga naar de dokter. Ik voel me ziek.
Ik ga naar de dokter, omdat ik me ziek voel.
Omdat ik me ziek voel, ga ik naar de dokter. 

Een zin kan ook beginnen met het voegwoord. Tussen de 2 persoonsvormen staat dan altijd een komma. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm vinden
In een samengestelde zin gebruik je de tijdproef om de persoonsvormen te vinden. GEEN VRAAGZIN.

Hoe zat dat ook al weer?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vind de persoonsvormen

In de dierentuin was geen dier te zien, omdat ze allemaal sliepen.



Slide 15 - Tekstslide

was, sliepen
Vind de persoonsvormen én het voegwoord

Juul gaf haar vriendin een cadeaubon, omdat zij haar rijbewijs had gehaald.

Slide 16 - Tekstslide

gaf, had 
voegwoord = omdat
Aan de slag
Opdracht 1 t/m 4 (bladzijde 204-205)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maken digitaal: H1 taalverzorging (samengestelde zinnen) opdracht 1 t/m 4

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies