Ruimtefiguren

Wiskundige RUIMTEFIGUREN
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Wiskundige RUIMTEFIGUREN

Slide 1 - Tekstslide

Welke ruimtefiguren
ken je?

Slide 2 - Woordweb

RUIMTEFIGUREN

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Ruimtefiguren
in het lokaal

Slide 5 - Woordweb

Welk figuur is géén ruimtefiguur?

Klik de juiste figuur aan
(meerdere mogelijkheden)
Welk figuur is een ruimtefiguur?
A
cirkel
B
bol
C
kubus
D
rechthoek

Slide 6 - Quizvraag


Welk wiskundig ruimtefiguur herken je?
A
prisma
B
cilinder
C
piramide
D
balk

Slide 7 - Quizvraag


Welk wiskundig ruimtefiguur?
A
balk
B
prisma
C
piramide
D
kegel

Slide 8 - Quizvraag

Welk wiskundig ruimtefiguur?

Welk wiskundig ruimtefiguur?

A
balk
B
kubus
C
puzzel
D
kegel

Slide 9 - Quizvraag


Welk wiskundig ruimtefiguur?
A
cilinder
B
piramide
C
blik
D
bol

Slide 10 - Quizvraag

Bij wiskunde hebben we verschillende soorten ruimtefiguren.








Bij wiskunde hebben we verschillende soorten ruimtefiguren.
Wiskundige ruimtefiguren

Slide 11 - Tekstslide


Hoe bereken je de inhoud van dit figuur?
A
Inhoud = str x str x hoogte
B
Inhoud = lengte x breedte
C
Inhoud = oppervlakte grondvlak x hoogte
D
Inhoud = oppervlakte grondvlak x hoogte : 3

Slide 12 - Quizvraag

Dit ruimtefiguur is een . . .
A
balk
B
bol
C
pyramide
D
cilinder

Slide 13 - Quizvraag


Inhoud =
A
straal x straal x pi x hoogte
B
lengte x breedte x hoogte
C
oppervlakte grondvlak x hoogte
D
oppervlakte grondvlak x hoogte : 3

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video


Inhoud =
A
straal x straal x pi x hoogte
B
oppervlakte grondvlak x hoogte : 3
C
oppervlakte grondvlak x hoogte : 2
D
1/3 x oppervlakte grondvlak x hoogte

Slide 16 - Quizvraag


Welk ruimtefiguur?
A
ballon
B
bal
C
balk
D
bol

Slide 17 - Quizvraag


Inhoud van prisma =
A
oppervlakte grondvlak x hoogte
B
oppervlakte grondvlak x hoogte : 3
C
1/3 x oppervlakte grondvlak x hoogte
D
straal x straal x pi x hoogte

Slide 18 - Quizvraag


de grondvlakken hebben een kleur
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag


Welk ruimtefiguur?
A
prisma
B
kegel
C
piramide
D
wigwam

Slide 20 - Quizvraag


Welk ruimtefiguur?
A
bol
B
kegel
C
cilinder
D
prisma

Slide 21 - Quizvraag


inhoud = oppervlakte grondvlak : 3
A
niet waar
B
waar

Slide 22 - Quizvraag


inhoud = oppervlakte grondvlak x hoogte : 3
A
waar
B
niet waar
C
straal x straal x pi x hoogte : 3
D
lengte x breedte x hoogte

Slide 23 - Quizvraag


Welk ruimtefiguur?
A
bal
B
cilinder
C
cirkel
D
bol

Slide 24 - Quizvraag

Welke ruimtefiguren herken je?
A
ballon, bol & kegel
B
prisma, bol & kegel
C
kegel, balk & bol
D
bol, kegel & bol

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heet dit ruimtefiguur?
Welk ruimtefiguur?

Slide 26 - Open vraag

Hoe heet dit ruimtefiguur?
Hoe bereken je de inhoud van dit figuur?

Slide 27 - Open vraag

Welke ruimtefiguren
zie je NIET?
A
kegel
B
balk
C
piramide
D
bol

Slide 28 - Quizvraag

Inhoud =
straal x straal x pi x hoogte
straal x straal x pi x hoogte : 3
opp.G x hoogte : 3
opp.G x hoogte
zijde x zijde x zijde

Slide 29 - Sleepvraag

Slide 30 - Video

Als de factor 3 is, dan wordt de oppervlakte ...x zo groot
A
3
B
6
C
3 x 3 = 9
D
3 x 3 x 3 = 27

Slide 31 - Quizvraag

Een foto wordt 4x zo groot.
Hoeveel keer zo groot is de grote oppervlakte?
A
4 x
B
16 x
C
48 x

Slide 32 - Quizvraag

opp.vergroting = vergrotingsfactor ^2 x oppervlakte origineel
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Een prisma met een inhoud van 5 wordt vergroot met factor 2. Wat is de inhoud van de vergroting?

Slide 34 - Open vraag

Einde 

Slide 35 - Tekstslide