2. tekstverbanden chronologie, opsomming, tegenst. en toelichting

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Je leert:

1.Wat tekstverbanden en signaalwoorden zijn.
2 opsomming, tegenstelling en toelichting/voorbeeld.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

  • Een schrijver wil van een tekst één geheel maken.
  • Zinnen en alinea's worden daarom vaak aan elkaar geplakt met speciale woorden.
  • Die woorden noemen we in een leestekst signaalwoorden.
  • Met zo'n signaalwoord begint een tekstverband. Het signaalwoord bepaalt wat de schrijver met het tekstverband wil aangeven.
Wat zijn tekstverbanden?

Slide 4 - Tekstslide

Tekstverbanden
Signaalwoorden

-Opsomming-dingen achter elkaar noemen.

-Tegenstelling-dingen tegenover elkaar zetten.

-Toelichting-extra uitleg geven.

ten eerste, om te beginnen, bovendien, verder, ten slotte etc.

maar, daarentegen, toch, echter, hoewel, ondanks dat etc.

bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan etc.

Slide 5 - Tekstslide


Zoek tekstverband:
Hij houdt niet alleen van pannenkoeken maar ook van pizza's.lopen.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
chronologie
D
toelichting

Slide 6 - Quizvraag


Wat moet je doen als je moeilijk woord tegenkomt en je hebt geen woordenboek?
A
Het woord overslaan
B
Woord in stukken hakken
C
Zinnen eromheen lezen
D
A,B en C zijn goed

Slide 7 - Quizvraag


Een titel boven een alinea of boven meerdere alinea's noem je....
A
alinea
B
tussenkopje
C
tekstgedeelte
D
signaalwoord

Slide 8 - Quizvraag


Wat geeft een signaalwoord aan?
A
Geeft aan dat er iets belangrijks aankomt in de tekst.
B
Belangrijkste woord in een tekst.
C
Een tekstverband
D
Een woord dat aangeeft dat er een tekstverband komt.

Slide 9 - Quizvraag


Schrijf een zin op met een signaalwoord.

Slide 10 - Open vraag

Bekijk het volgende filmpje

Slide 11 - Tekstslide

Welke twee signaalwoorden horen bij het tekstverband "uitleg - voorbeeld"?
Welke twee signaalwoorden horen bij het tekstverband "uitleg - voorbeeld"? 
A
dat wil zeggen, als
B
dus, kortom
C
maar, daarentegen
D
zoals, net als

Slide 12 - Quizvraag


Tekstverband? De Efteling heeft de leukste attracties van Nederland zoals de Baron.
A
vergelijking
B
conclusie
C
tijdsvolgorde
D
uitleg

Slide 13 - Quizvraag


Tekstverband? Zij is heel sterk maar hij daarentegen kan nauwelijks iets tillen.
A
reden
B
uitleg
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 14 - Quizvraag

Wat weet je nu?
  • signaalwoorden geven aan dat er een tekstverband gebruikt wordt in een zin.
  • tekstverbanden zorgen dat zinnen en alinea's bij elkaar horen.

Slide 15 - Tekstslide