Les 07-09-2020, paragraaf 1.7

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst en huiswerkcontrole
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
25 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst en huiswerkcontrole
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
25 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen

Slide 1 - Tekstslide

Consumenten kunnen geen invloed uitoefenen op welk product een producent in de schappen legt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Het weigeren van gehandicapten als personeel is een goed voorbeeld van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Max Havelaar strijd tegen armoede in ontwikkelingslanden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen:
1. Ik kan uitleggen hoe de prijs van een product tot stand komt op de markt. 
2. Ik kan uitleggen welke invloed marktwerking heeft op de prijs.

HUISWERK: Opdrachten 1.7 en rekentrainer paragraaf 7

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een (economische) markt?
Markten:
  • Concrete markt
  • Abstracte markt
Een plaats waar op afgesproken tijden in goederen wordt gehandeld.
Het geheel van vraag naar en aanbod van een product.

Slide 6 - Tekstslide

Producenten
Producenten zorgen voor het aanbod van producten.

Slide 7 - Tekstslide

Consumenten
Consumenten zorgen voor de vraag naar producten.

Slide 8 - Tekstslide

Welke verkoopprijs?
Het bepalen van je verkoopprijs is afhankelijk van:
  • de inkoopprijs
  • de concurrentie

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Waardoor worden prijzen bepaald?

Slide 11 - Open vraag

Vraag en aanbod
Wat is de minimale prijs die een aanbieder wil hebben?
Wat is de maximale prijs die een vrager wil betalen?

Als er meer aanbod is, en minder vraag, dan daalt de prijs.
Als er meer vraag is dan aanbod, dan stijgt de prijs.

Slide 12 - Tekstslide

Vraag en aanbod
Alle vraag en aanbod bij elkaar noemen we de markt. 

Bijvoorbeeld: Alle vraag en aanbod van bloemen bij elkaar noemen we de markt voor bloemen.

Slide 13 - Tekstslide

Verschuiven vraag
Als bijvoorbeeld het inkomen stijgt, willen consumenten meer kopen. Hierdoor verschuift de vraaglijn naar rechts. De vraag wordt dan groter dan het aanbod, en de prijs gaat omhoog.

Slide 14 - Tekstslide

Verschuiven aanbod
Als een ondernemer bijvoorbeeld zijn product goedkoper kan produceren, gaat zijn winst omhoog. Dan wil hij meer aanbieden bij de gegeven marktprijs. De aanbodlijn verschuift naar rechts. Het aanbod wordt groter dan de vraag, en de prijs gaat omlaag.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Opdrachten 1.7 en rekentrainer 1.7
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak of ga alvast leren voor de toets.

timer
25:00

Slide 16 - Tekstslide

De telecommarkt is een ...
A
concrete markt.
B
abstracte markt.

Slide 17 - Quizvraag

De huizenmarkt is een voorbeeld van een ...
A
abstracte markt.
B
concrete markt.

Slide 18 - Quizvraag

Een evenwichtsprijs ontstaat wanneer ...
A
er meer aanbod is dan vraag.
B
de producent tevreden is met de verkoopprijs.
C
er meer vraag is dan aanbod.
D
vraag en aanbod gelijk zijn aan elkaar.

Slide 19 - Quizvraag

HUISWERK
Opdrachten 1.7 en rekentrainer paragraaf 7

Slide 20 - Tekstslide