Hoofdstuk 3 Criminaliteit

Veilig werken in de retail
Hoofdstuk 2.10 Criminaliteit
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Veilig werken in de retail
Hoofdstuk 2.10 Criminaliteit

Slide 1 - Tekstslide

H2 Criminaliteit en derving
   Derving
   Diefstal door klanten
   Diefstal door medewerkers
   Diefstal door anderen
   Een overval
   Agressie en vernieling
   Andere vormen van criminaliteit

Slide 2 - Tekstslide

Heb je wel is te maken gehad met Criminaliteit in de winkel?

Slide 3 - Woordweb

DERVING
WAARDEVERMINDERING VAN JE VOORRAAD 

PRODUCTEN KUN JE NIET MEER VERKOPEN OMDAT ZE GESTOLEN, BESCHADIGD, vernield, ZOEKGERAAKT OF OVER DE DATUM ZIJN 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van derving?
A
Artikelen die zijn uitverkocht
B
Artikelen die worden teruggevonden
C
Artikelen die er zouden moeten zijn, blijken er niet te zijn
D
Artikelen die verkocht zouden worden, zijn niet geleverd

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Vraag
Noem een oorzaak van niet-criminele derving 
bij goederenontvangst

Let op: je moet oorzaken van criminele en 
niet-criminele derving kennen

Slide 7 - Tekstslide

Antwoord
  • Goederenontvangst: artikelen raken beschadigd
  • Goederenopslag: breuk, beschadiging, verkeerd tellen,
      artikelen over datum

Slide 8 - Tekstslide

Gevolgen criminele en niet-criminele derving
Voor de ondernemer: 
  • maakt minder winst
Voor de klant
  • nee-verkoop --> klant ontevreden
  • kosten winkeldiefstal doorberekend in de prijzen --> klant moet meer betalen
Voor het personeel:
  • Criminele derving grote gevolgen (trauma door een overval = emotionele schade)

Slide 9 - Tekstslide

Maatregelen bij constateren derving
Voorbeelden:
  • Beschadiging aan artikelen melden
  • Defecte artikelen terugsturen naar fabrikant
  • Voedsel op houdbaarheidsdatum afprijzen zodat klanten het nog
      kunnen kopen

Slide 10 - Tekstslide

Vormen van criminaliteit in de retail
  • Diefstal door klanten
  • Diefstal door medewerkers
  • Diefstal door anderen (vertegenwoordigers, chauffeurs, onderhoudsmensen)
  • Overval

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn de vier belangrijkste middelen om winkeldiefstal zoveel mogelijk te beperken?
A
groeten
B
Kijken
C
Kijken, groeten, beveiliging van producten en winkelinrichting
D
beveiliging van producten en kassabeveiliging

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Welke richtlijnen moet je volgen als je iemand aanhoudt voor winkeldiefstal?


A
Kalm blijven en de politie bellen
B
Gestolen producten terugpakken
C
De verdachte meteen staande houden
D
Agressief reageren

Slide 15 - Quizvraag