Les 10, H, grammaire (2havo) 09-01

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.

Pak je leesboek en ga stil lezen of steek je hand op voor een woordzoeker.

Le programme:

- Absentie

- Datum proefwerk hoofdstuk 2

- Laatste keer oefenen uitspraaktoets volgende week

- H, grammaire

Est-ce que tout le monde est présent?

- Zijn we compleet? Wie missen we?

Proefwerk hoofdstuk 2 = dinsdag 30 januari

Vocabulaire A, B, E, F (FR-NL & NL-FR)

Grammaire D & H + alle werkwoorden tot nu toe in de présent & passé composé (zie stencil studiewijzer)

Phrases-clés C & G (FR-NL & NL-FR)

Voorbereiden uitspraaktoets

- Wat? We luisteren naar het online audiofragment van de tekst 'Où est mon polo blanc' en vervolgens krijgen leerlingen de beurt om de tekst hardop te lezen.

Dit is de laatste les voor de uitspraaktoets van volgende week. Heb je dus vragen? Stel ze nu!

Tip

Luister in de online methode een aantal keer naar het audiofragment en noteer de woorden die een moeilijke uitspraak hebben.

(in Studiewijzer staat bestand met uitleg hoe je audiofragment kunt vinden)

Grammatica:

Werkwoorden tot nu toe die je moet beheersen voor het proefwerk:

- Werkwoorden op -er

- Passé composé met avoir

- Avoir (présent en passé composé)

- être (présent en passé composé)

- Faire (présent en passé composé)

- Aller (présent en passé composé)

Zie stencil !

Herhaling: werkwoorden op -er

Wat weet je nog? Hoe maak je de stam? Wat zijn de vaste uitgangen?

Schrijf de antwoorden van de vragen in je aantekeningenschrift

Stap 1) Maak de stam: hele werkwoord - er 

(danser --> dans = stam)

Stap 2) Voeg de juiste uitgang toe

Je (regarder)

1. regardons
2. regardes
3. regarde
4. regardent

vous (donner)

1. donnons
2. donnez
3. donnent
4. donnes

Elle (aimer)

1. aimes
2. aimet
3. aime
4. aiment

vous ... (passer)

tu ....... (tourner)

Vragen over de werkwoorden op -er?

Herhaling: passé composé met avoir

Wat weet je nog? Hoe maak je de passé composé? Waar moet je mee opletten?

Vorm van avoir + voltooide tijd

Passé composé - voorbeelden

ik heb gedanst = j'ai dansé

zij hebben gepraat = ils ont parlé

Hij heeft gehad = Il a eu

Wij hebben gemaakt = nous avons fait

passé composé

1. stam+e,es,e,ons,ez,ent
2. stam nous-vorm + ais,ais,ait,ions,iez,aient
3. hele ww+ ai,as,a,ons,ez,ont
4. avoir + volt.dw stam+ é

parler, je/j' (passé composé)

avoir, elle (passé composé)

Nous (faire, passé composé)

Hij heeft gegeten

Vragen over de passé composé met avoir?

Herhaling: onregelmatige werkwoorden

Être (zijn)

Avoir (hebben)

Faire (doen / maken)

Aller (gaan)

Être - zijn

Avoir - hebben

Faire - doen / maken

Aller - gaan

Huiswerk voor maandag:

Wat? Exercice 30CD + 31ABC

Theorie 'onderwerp vervangen' : zelf bestuderen en doornemen

Klaar? Online Slim Stampen, uitspraaktoets voorbereiden of bezig voor ander vak

Vergeet de uitspraak volgende week niet!

Wat gaan we doen? Leesbeurten, let op uitspraak.

Tijdens de uitspraaktoets komt er telkens een leerling naar voren, terwijl de rest bezig is met online opdrachten.

Huiswerk:

- Maken exercice 30CD + 31ABC

Voorbereiden op uitspraaktoets (zie Studiewijzer voor uitleg online audiofragment van de tekst)