Een database is een verzameling gegevens. Zonder structuur is het niet meer dan een opeenhoping van data. Er bestaat weinig tot geen verband tussen de verschillende datagroepen. Het is zelfs zeer waarschijnlijk dat dezelfde gegevens meerdere keren in de database opgenomen zijn.
Slide 2 - Tekstslide
Normaliseren
Slide 3 - Tekstslide
Wanneer niet normaliseren
Normaliseren kan als gevolg hebben dat de database erg traag wordt. Teveel tabellen en relaties moet dan worden opgezocht. Je kan een database dus kapot normaliseren. Wanneer de snelheid van de database gaat leiden onder het normalisatieproces kan je het beter niet doen.
Slide 4 - Tekstslide
Normaliseren
Er bestaan diverse normaalvormen. Wij zullen de 4 stappen volgen om tot de "derde normaalvorm" (3NV) te komen. De overige normaalvormen worden vrijwel nooit gebruikt. We zullen daarom er geen aandacht aan geven.
Slide 5 - Tekstslide
De vier normaalvormen
0NV:Nulde normaalvorm
1NV:Eerste normaalvorm
2NV:Tweede normaalvorm
3NV:Derde normaalvorm
Slide 6 - Tekstslide
De vier normaalvormen
0NV:Nulde normaalvorm–inventariseerde attributen
1NV:Eerste normaalvorm
2NV:Tweede normaalvorm
3NV:Derde normaalvorm
Slide 7 - Tekstslide
De vier normaalvormen
0NV:Nulde normaalvorm–inventariseerde attributen
1NV:Eerste normaalvorm–splits repeterende groep af
2NV:Tweede normaalvorm
3NV:Derde normaalvorm
Slide 8 - Tekstslide
De 1NV
Slide 9 - Tekstslide
De vier normaalvormen
0NV:Nulde normaalvorm–inventariseerde attributen
1NV:Eerste normaalvorm–splits repeterende groep af
2NV:Tweede normaalvorm–splits gedeeltelijk afhankelijke attributen af
3NV:Derde normaalvorm
Slide 10 - Tekstslide
De 2NV
Slide 11 - Tekstslide
De vier normaalvormen
0NV:Nulde normaalvorm–inventariseerde attributen
1NV:Eerste normaalvorm–splits repeterende groep af
2NV:Tweede normaalvorm–splits gedeeltelijk afhankelijke attributen af
3NV:Derde normaalvorm–splits de onafhankelijke attributen af.
Slide 12 - Tekstslide
De 3NV
Slide 13 - Tekstslide
De vier normaalvormen
Attribuut:
Computer
Attibuutwaarde:
HP Elitebook
Dell Lattitude
Slide 14 - Tekstslide
Begrippen
Entiteit: (bijvoorbeeld tabelnaam)
Een entiteitis een bij elkaar horende groep van betekenisvolle attributen.
Attribuut: (bijvoorbeeld kolomnaam)
Entiteit-occurance: (row in de tabel)
De rij bijbehorende attribuutwaarden vormen samen de entiteit-ocurrence.
Slide 15 - Tekstslide
Vragen
Slide 16 - Tekstslide
De 0NV normaalvorm
Stap: Bepaal de constanten en procesgegevens
Stap: Inventariseer de attributen
Stap: Geef aan de entiteit een betekenisvolle naam.
Stap: Bepaal de sleutelattribuut.
Stap: Bepaal de repeterende groep
Slide 17 - Tekstslide
De 1NV normaalvorm
Stap: Bepaal of de attributen atomair zijn.
Stap: Splits de repeterende groep af.
Stap: Geef aan de afgesplitste entiteit een betekenisvolle naam.
Stap: Maak van de sleutel een primaire sleutel.
Slide 18 - Tekstslide
De 2NV normaalvorm
Stap: Bepaal de attributen die maar voor een deel van de sleutel afhangt.
Stap: Splits de attributen af in een eigen entiteit met sleutel.
Stap: geefde entiteit een betekenisvolle naam.
Slide 19 - Tekstslide
De 3NV normaalvorm
Stap: Bepaal de attributen die niet afhankelijk zijn van een sleutelattribuut.
Stap: Split de attributen af in een eigen entiteit.
Stap: Bepaal het sleutelattribuut.
Stap: Geef aan de entiteit een betekenisvolle naam