In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H6: oefenopdrachten
Slide 1 - Tekstslide
Klimaatgrafiek Nederland
Welk klimaatgrafiek hoort bij Nederland?
(Let op, strikvraag. Bekijk de grafieken goed!)
Slide 2 - Sleepvraag
Gevolgen klimaatverandering
Zomer
Winter
Temperatuur
Neerslag
Zeespiegel
Warmer
Zachter
Minder
Meer
Stijgt
Stijgt
Slide 3 - Sleepvraag
Gevolgen van klimaatverandering in Nederland zijn: in de winter hoger / lager debiet in de rivieren
A
hoger
B
lager
Slide 4 - Quizvraag
Gevolgen van klimaatverandering in Nederland zijn: meer / minder regen in Nederland
A
meer
B
minder
Slide 5 - Quizvraag
Gevolgen van klimaatverandering in Nederland zijn: vaker / minder vaak op natuurijs kunnen schaatsen
A
vaker
B
minder vaak
Slide 6 - Quizvraag
Gevolgen van klimaatverandering in Nederland zijn: meer / minder stortbuien in de zomer
A
meer
B
minder
Slide 7 - Quizvraag
Gevolgen van klimaatverandering in Nederland zijn: meer / minder verdamping van water in de zomer
A
meer
B
minder
Slide 8 - Quizvraag
Gevolgen van klimaatverandering in Nederland zijn: in de zomer hoger / lager debiet in de rivieren
A
hoger
B
lager
Slide 9 - Quizvraag
Drie Nederlandse rivieren:
Maas
Rijn
IJssel
Slide 10 - Sleepvraag
Absolute zeespiegelstijging
Relatieve zeespiegelstijging
Zeespiegelstijging
Slide 11 - Sleepvraag
A
Zomerdijk
B
Winterdijk
C
Uiterwaarde
D
Kribben
Slide 12 - Quizvraag
Winterdijk
Zomerdijk
Uiterwaard
Kribben
Slide 13 - Sleepvraag
Sleep de oplossingen om de rivier de ruimte te geven op de juiste plaats
Dijkverhoging
Dijkverlegging
Nevengeul
Uiterwaardverlaging
Kribverlaging
Slide 14 - Sleepvraag
Bij welke letter zie je de uiterwaarden?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 15 - Quizvraag
Wat wordt er met relatieve zeespiegel stijging bedoeld?
A
Het water stijgt
B
De bodem daalt
C
De bodem stijgt en het water daalt
D
Het water stijgt en de bodem daalt
Slide 16 - Quizvraag
Dijkverhoging
Kribben
Deltawerken
Zandmotor
Slide 17 - Sleepvraag
In Nederland wordt zandsuppletie toegepast. Waarom?
A
Om daar waar de bodem in Nederland daalt, de bodem op te hogen.
B
Om dijken langs de rivieren te versterken.
C
Om de stukken land tussen de winterdijken en de rivieren op te hogen.
D
Om stranden en duinen langs de kust te versterken.
Slide 18 - Quizvraag
Wat is relatieve zeespiegelstijging?
A
De absolute zeespiegelstijging ten opzicht van NAP
B
De zeespiegelstijging ten opzichte van de dijkhoogte
C
De absolute zeespiegelstijging én de bodemdaling
D
De bodemdaling gecompenseerd door temperatuurverhoging
Slide 19 - Quizvraag
In Nederland is de relatieve zeespiegelstijging groter dan de absolute zeespiegelstijging
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Waarmee beschermt Nederland zich tegen het water?
A
Dijken
B
waterkeerkringen
C
Duinen
D
A, B en C zijn goed
Slide 21 - Quizvraag
Waarom beschermt Nederland zichzelf tegen het water?
A
Er is veel water
B
Nederland ligt onder de zeespiegel
C
De zeespiegel stijgt
D
A, B en C zijn goed
Slide 22 - Quizvraag
In het verleden is het klimaat vaak veranderd. Wat is er zo bijzonder aan de huidige klimaatverandering?
A
De gletsjers in gebergten als de Alpen smelten.
B
De mens is ook een oorzaak van de klimaatverandering.
C
De temperatuur stijgt alleen op gematigde breedte.
D
De temperatuur is nu veel hoger dan hij ooit geweest is.
Slide 23 - Quizvraag
Door mensen gemaakte wal langs een rivier of de zee om het land tegen overstromingen te beschermen
A
Dijk
B
Dijkring
C
Stroomgebied
D
Zeewering
Slide 24 - Quizvraag
Het totale gebied waar het water van een rivier vandaan komt
A
Dijk
B
Dijkring
C
Stroomgebied
D
Zeewering
Slide 25 - Quizvraag
De kustbescherming tegen overstromingen van de zee met duinen, dammen en dijken
A
Dijk
B
Dijkring
C
Stroomgebied
D
Zeewering
Slide 26 - Quizvraag
Met welk probleem hebben de rivieren te maken door de opwarming van de aarde?
A
Ze moeten steeds meer water afvoeren
B
Ze worden steeds steiler
C
Ze zijn te ernstig vervuild
D
Ze zijn veel te diep geworden
Slide 27 - Quizvraag
Gevolgen van klimaatverandering in Nederland zijn: stijging / daling van de zeespiegel
A
stijging
B
daling
Slide 28 - Quizvraag
Laag-Nederland is gevormd door rivieren
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quizvraag
Winterdijk
Zomerdijk
Uiterwaarde
Slide 30 - Sleepvraag
Uiterwaarde
Polder
Dijk
Rivier
Slide 31 - Sleepvraag
Aan de kust van Nederland vind je duinen. Wat heeft de duinen vooral gevormd?
A
Water
B
Wind
C
Obstakels
D
IJs
Slide 32 - Quizvraag
Welke twee maatregelen van het plan Ruimte voor de rivier worden in figuur 4 toegepast?
A
dijk verleggen
B
kribben verlagen
C
nevengeul graven
D
obstakels verwijderen
Slide 33 - Quizvraag
Op de foto hiernaast is te zien dat er extra zand aan de kust is toegevoegd. -Wat zal er in de toekomst in dit gebied veranderen?
A
Er ontstaan nieuwe duinen op de plek midden op de foto. Die nieuwe duinen bieden
de oude kust extra bescherming.
B
Het gebied rond plek midden op de foto wordt langs de hele kustlijn verder uitgebreid door zandsuppletie. Overal wordt het strand zo
breed gemaakt.
C
Het zand rond de plek midden op de foto ver-
dwijnt en wordt door de zee mee genomen
en op de stranden verderop neergelegd.
D
Het zand rond de plek midden op de foto wordt het land op geblazen. Het verhoogt de duinen en de polders die daar direct achter liggen.
Slide 34 - Quizvraag
Iemand doet twee uitspraken: I In veel dichtbevolkte gebieden van Nederland bestaat gevaar voor overstromingen. II Zonder dijken en duinen zou alleen Zuid-Limburg niet overstromen. De rest van Nederland wel.
A
Uitspraak I is juist, uitspraak II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, uitspraak II is juist.
Slide 35 - Quizvraag
Door de temperatuurstijging stijgt de zeespiegel. Leg uit waardoor dat komt. Schrijf twee redenen op.
Slide 36 - Open vraag
Wat is de kans op een overstroming in jouw woonplaats?
Slide 37 - Open vraag
Er zijn ook gebieden in de bron waarvoor geen overstromingskans is weergegeven. Waarom is dat zo, denk je
Slide 38 - Open vraag
Het gebied waar de rivier kan stromen, wordt breder gemaakt.
Slide 39 - Open vraag
Hindernissen in de rivier bij bijvoorbeeld bruggen worden weggehaald.