In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Semana 50, diciembre de 2021
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Geluid van de bel betekent stil voor instructies of rustig opdrachten werken
Slide 4 - Tekstslide
Respect voor elkaar
voor de docent en de les voor andere leerlingen.
Je hand opsteken en op je beurt wachten om te praten.
Aardig vragen stellen of antwoorden.
Vragen over de les stellen tijdens de les. Andere vragen na de les.
Behalve om naar toilet te gaan. Hand opsteken en in Spaans vragen.
Geen video games in klas. Instructies volgen en werken.
Laat telefoons in de kluisjes of in de witte doos.
Slide 5 - Tekstslide
Waarschuwingen
(Niet nodig streepjes)
Die kunnen zijn wanneer je naar voren komt zitten of van plaats moest veranderen.
Als je daar buiten 2 minuten moet staan wachten en excuses aanbieden.
Als je iets onnaceptabel doet zoals papieren/vliegtuigjes gooien, schreeuwen, eten, lopen/rennen , grof taalgebruik moet je de les verlaten.
Slide 6 - Tekstslide
Straffen
Als je uit de klas wordt gestuurd, wordt het genoteerd in Magister en moet je een uurtje nablijven.
Als je niet komt opdagen, zul je de volgende keer twee uurtjes na moeten blijven.
Als je niet komt opdagen, mag je de klas niet in tot je je straf hebt uitgezeten. We zullen dan met je ouders afspreken.
Slide 7 - Tekstslide
Aan het einde van dit hoofdstuk:
Leerdoelen
- ik kan over mijn familie vertellen
- ik kan over school vertellen
- ik kan klokkijken
- ik kan over mijn huisdier vertellen
- ik kan de regelmatige ww op ar/er/ir en het onregelmatige ww tener vervoegen.
Slide 8 - Tekstslide
MENÚ DE LA SEMANA
Capítulo 3: La familia
Leer/ escribir
ver/ escuchar
leer/escuchar
hablar
Miércoles:
Carta en Padlet. Geplande thuiswerk in het online boek. Gramática: Presente RW: estudiar, comer y vivir. Y tener LT: p. 22 Ej. 1, 2, 3, 4 y 5. / Tener (ser) L ej. 8 y LT p 23 ej 6,7, 8
-----
Bezittelijke voornaamwoorden. L p. 35 ej 5
Jueves
La hora. Comunicación p. 36. Actividad p 25 LT
Slide 9 - Tekstslide
Repaso Capítulo 2
MENU DE HOY
Voorkennis:
Miércoles
Presentar acciones con los verbos.
Gramática: Presente RW: trabajar, beber escribir. // Tener?
Actividad
LT p. 22 ej. 1, 2, 3,4 y 5. ( Oefeningen worden gecontroleerd door het boek online).
Tener LT p 23 ej 6, 7
Tarea
Maak je eigen stamboom. Vandaag inleveren.
Slide 10 - Tekstslide
Capítulo 3
MENU DE HOY
Voorkennis:
VERBOS
Llamarse Me llamo Pedro
Ser/ Estar Soy holandés y estoy en el Instituto Berlage.
Estudiar/ trabajar. Mi madre trabaja en un hospital. Yo estudio en el colegio.
Desayunar/ Comer o cenar. Desayuno con mi padre a las 6 de la mañana.
Ceno con mi padre.
Amar Amo a mi familia
Vivir Vivo en Amsterdam
Tener Tengo 13 años. Tengo un coche nuevo.
La familia.
Slide 11 - Tekstslide
VOCABULARIO
Desayunar = ontbijt
* Cenar/ comer = eten
A levantarse = Opstaan
Paradero del autobus = bushalte
Pasear por el parque = wandelen in het park
Slide 12 - Tekstslide
VOCABULARIO
Desayuno con mi padre = ontbijt
Ceno con mi madre = eten
Mi madre trabaja en ....
Me levanto = Opstaan
Voy al paradero del autobus = bushalte
Voy a pasear por el parque = wandelen in het park
Volver = terug komen Ella vuelve del hospital a las ...
¿A qué hora empiezan las clases? = beginnen
Slide 13 - Tekstslide
VOCABULARIO
¿Qué? Wat?
¿Quién? Wie?
¿Dónde? Waar?
¿A dónde? Waar naartoe?
¿A qué hora werkwoord?
Slide 14 - Tekstslide
Mi rutina diaria
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Video
Slide 18 - Tekstslide
Es la una y cuarto de la tarde.
Son las tres y media de la tarde.
Son las doce menos cuarto de la noche de la mañana.
Son las dos en punto de la tarde.
Son las 11 menos 25 de la mañana.
Son las diez menos diez de la noche.
Es la 01:15 de la tarde.
Son las 3:30 de la tarde.
Son las 11:45 de la mañana.
Son las 2:00 en punto.
Son las 10:35 de la mañana.
Son las 9:50 de la noche.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
00:37
¿Dónde trabaja su madre?
A
En una farmacia
B
En un hospital
C
En el dentista
D
En una oficina
Slide 22 - Quizvraag
00:47
¿A qué hora vuelve su madre de trabajar?
A
Vuelve a las 9 de la mañana
B
Vuelve a las siete de la mañana
C
Vuelve a las diez de la noche
D
No va a trabajar
Slide 23 - Quizvraag
00:54
¿Quién prepara el desayuno ?
A
Su madre cuando llega
B
Marcos
C
Su padre
D
Su hermana
Slide 24 - Quizvraag
01:05
¿A qué hora desayuna con su padre?
A
A las 6 de la mañana
B
A las 8 de la mañana
C
A las 7 de la mañana
D
A las 9 de la mañana
Slide 25 - Quizvraag
01:30
¿A qué hora empiezan las clases de Marcos?
A
A las nueve de la mañana
B
A las cuatro de la tarde
C
A las dos de la tarde
D
A las ocho de la noche
Slide 26 - Quizvraag
01:30
¿A qué hora come con su madre?
A
B
C
D
Slide 27 - Quizvraag
01:31
¿A qué hora está Marcos en la parada del autobus?
A
A las ocho y media de la mañana
B
A las seis de la mañana
C
A las nueve de la mañana
D
A las diez de la mañana
Slide 28 - Quizvraag
01:41
¿A qué hora cena con su padre?
A
B
C
D
Slide 29 - Quizvraag
01:57
¿Qué día sale a caminar al parque?
A
Sábado
B
Lunes
C
Domingo
D
Miércoles
Slide 30 - Quizvraag
02:09
Bocadillo
Slide 31 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden
Het vervoegen van regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd
Slide 32 - Tekstslide
De regelmatige werkwoorden:
Slide 33 - Tekstslide
0
Slide 34 - Video
Capítulo 3.
DESTREZAS LEER p. 38 ej 1, 2 y 3 (practicar La hora )