Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Prepositions of time, place, direction 1
Prepositions
Voorzetsels
1 / 49
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
49 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Prepositions
Voorzetsels
Slide 1 - Tekstslide
Content
1. Prepositions of time
2. Prepositions of place
3. Prepositions of direction
4. Exercises
Slide 2 - Tekstslide
Lessonaim(s)
At the end of the upcoming two lesson you are able to understand what prepositions of time/ place and action are.
At the end of the upcoming two lesson you are able to recognise the differences between prepositions, when and how to use them in an exercise
Slide 3 - Tekstslide
Prepositions of Time
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Prepositions of time
Voorzetsel
Vertaling
Gebruik
in
in
eeuwen, jaren, maanden, weken, seizoenen, dagdelen
on
op
dagen, datums
at
op / om
midnight, the weekend, kloktijden, feestdagen
Slide 6 - Tekstslide
Prepositions of time
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Prepositions of Time (uitzonderingen)
Slide 9 - Tekstslide
More prepositions of time: see file
Before
a time previous to a specific point in time
She's always up
before
dawn.
After
later in time than...
I felt fairly relaxed
after
taking the exam.
During
for part of a period of time
I watched TV
during
the break.
Until
up to, but not after, a specific time
Are you going to work
until
10:00?
From ... to
show when something begins & ends
Her visit will extend
from
Monday
to
Thursday.
Slide 10 - Tekstslide
.... December
A
in
B
on
C
at
Slide 11 - Quizvraag
.... 3 o'clock
A
in
B
on
C
at
Slide 12 - Quizvraag
.... winter
A
in
B
on
C
at
Slide 13 - Quizvraag
.... Easter Monday
A
in
B
on
C
at
Slide 14 - Quizvraag
.... 4th of July
A
in
B
on
C
at
Slide 15 - Quizvraag
.... Christmas
A
in
B
on
C
at
Slide 16 - Quizvraag
..... Tuesday
A
in
B
on
C
at
Slide 17 - Quizvraag
.... the weekend
A
in
B
on
C
at
Slide 18 - Quizvraag
.... my birthday
A
in
B
on
C
at
Slide 19 - Quizvraag
.... the end of the week
A
in
B
on
C
at
Slide 20 - Quizvraag
uitleg prepositions of place
Slide 21 - Tekstslide
Prepositions of place
Met prepositions of place (voorzetsels van plaats) kan je aangeven waar iets is.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Prepositions of place
Voorzetsel
Vertaling
Gebruik
in
in
landen, plaatsen, afgesloten ruimtes
on
op
oppervlaktes, openbaar vervoer
at
op / bij
adressen, specifieke locaties (bijv: ziekenhuis, bioscoop)
Slide 24 - Tekstslide
Repeat prepositions of place
Slide 25 - Tekstslide
Preposition of place
Wanneer gebruik je: in ?
A
Afgesloten ruimtes & gebouwen
B
steden, landen, wegen en huisnummers
C
Binnen grote gebieden, wegen, steden, landen & afgesloten ruimtes
D
a, b & c zijn goed
Slide 26 - Quizvraag
Preposition of place
Wanneer gebruik je: on ?
A
openbaar vervoer & gebouwen
B
ergens onder & oppervlaktes
C
ergens onder & openbaar vervoer
D
oppervlaktes & openbaar vervoer
Slide 27 - Quizvraag
Preposition of place
Wanneer gebruik je: at ?
A
tijdsaanduidingen, direct boven, ergens tussen
B
Huisnummers & (namen van) gebouwen
C
Huisnummer, direct boven & ergens tussen
D
Namen van gebouwen, direct boven & tijdsaanduiding
Slide 28 - Quizvraag
Prepositions of place:
I'm ______ my car.
A
at
B
in
C
on
Slide 29 - Quizvraag
Prepositions of place
Julie is ____ school.
A
on
B
in
C
at
Slide 30 - Quizvraag
Prepositions of place:
I'm ______ the bus.
A
at
B
in
C
on
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
Choose the correct preposition of place:
A
on
B
under
C
behind
D
around
Slide 33 - Quizvraag
Choose the correct
preposition of place.
The cat is (...) the box.
A
opposite
B
between
C
in front of
D
below
Slide 34 - Quizvraag
Choose the correct preposition of place:
A
through
B
under
C
next to
D
between
Slide 35 - Quizvraag
Choose the correct
preposition of place.
The cat is (...) the box.
A
opposite
B
up
C
on top of
D
under
Slide 36 - Quizvraag
Choose the correct
preposition of place.
The cat is (...) the box.
A
in front of
B
opposite
C
between
D
above
Slide 37 - Quizvraag
Choose the correct
preposition of place.
The cat is (...) the boxes.
A
opposite
B
between
C
next to
D
below
Slide 38 - Quizvraag
prepositions of directions
Slide 39 - Tekstslide
Prepositions of direction
Prepositions of direction
(voorzetsels van beweging)
geven aan in welke richting iets of iemand zich beweegt.
Ze worden daarom ook wel
prepositions of movement
genoemd
Slide 40 - Tekstslide
Prepositions of direction
across
overkant
around
omheen
away from
weg van
from
van
down
beneden
off
vanaf
into
in
over
overheen
through
doorheen
past
voorbij
to
naar
up
naar boven
along
langs
onto
op
Slide 41 - Tekstslide
Grammar 5: Prepositions of direction
Slide 42 - Tekstslide
Waarom gebruik je prepositions of direction? (voorzetsels)
A
Omdat het hoort.
B
om de weg te wijzen.
C
om aan te geven waar iets of iemand is.
D
om aan te geven waar iemand naar toe gaat.
Slide 43 - Quizvraag
Preposition of direction:
She ran .... the stairs.
A
over
B
down
C
through
D
off
Slide 44 - Quizvraag
Preposition of direction:
He reached ... the table for the pen.
A
across
B
over
C
from
D
into
Slide 45 - Quizvraag
Preposition of direction:
Can you get the meat ... the freezer?
A
into
B
off
C
over
D
out of
Slide 46 - Quizvraag
Preposition of direction:
She ran .... me.
A
across
B
into
C
through
D
off
Slide 47 - Quizvraag
Preposition of direction:
He lives .... the street.
A
across
B
into
C
through
D
off
Slide 48 - Quizvraag
Practise
Do. ex. File given to you.
This lesson and next lesson
Slide 49 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les 10 Mei_E+ prepositions of place
Mei 2023
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Voorzetsels van Plaats - Les 1
September 2024
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
week 5
Mei 2023
- Les met
46 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
A1C 18 april
April 2023
- Les met
36 slides
Engels
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Prepositions of place
Februari 2024
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Prepositions of place
April 2024
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
6.2.5 To the left or to the right?
Mei 2024
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Prepositions of place
Mei 2024
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1