Levensloop hoofdstuk 2

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

1

Slide 6 - Video

00:54
Hier is sprake van..

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat is Asymmetrische informatie?
A
Je veroorzaakt meer schade omdat je verzekerd bent
B
De ene weet meer dan de ander (de prijs gaat omlaag)
C
Alleen de slechte risico's verzekeren zich
D
Mensen moeten verplicht een verzekering nemen

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Maak 2.1, 2.4, 2.6 en 2.8

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Maak opgave 2.9, 2.11, 2.12 en 2.14 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Maak 2.15, 2.17, 2.19, 2.22 
+ MK-vragen zelftest

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Sociale zekerheid
Sociale verzekeringen
Sociale voorzieningen
werknemers-verzekeringen
volks-verzekeringen
WW 
WIA 
AOW
ANW
kinderbijslag
bijstand

Slide 32 - Sleepvraag

Collectieve verzekeringen zijn ........................, particulieren verzekeringen zijn meestal .....................
Mensen die zich verzekeren zijn .......................... hiermee doen ze aan .......................... 
Als de premie niet voor iedere verzekerde gelijk is doet de verzekeraar aan ..............................
risicospreiding
verplicht
risico-avers
niet verplicht
premiedifferentiatie

Slide 33 - Sleepvraag

Slide 34 - Tekstslide

Welk probleem is er in het plaatje te zien?

Slide 35 - Open vraag

Consumeren
  • Consumeren = in je behoeften te voorzien door iets te kopen. Die persoon noem je een consument.

Slide 36 - Tekstslide