V6B 4e instructieles periode 2

WELKOM
            bij de les Nederlands 



                                      
van 28 november
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM
            bij de les Nederlands 



                                      
van 28 november

Slide 1 - Tekstslide

doelen van deze les
  • Je kent de argumentatieschema's.
  • Je kent de drogredenen.

Slide 2 - Tekstslide

argumentatieschema's
Zeggen iets over het verband tussen standpunt en argument.
  • Argumentatie op basis van autoriteit: gezaghebbende bron zegt iets     over het standpunt.
     Kritische vraag: heeft de bron voldoende gezag op het terrein van het  
                                       standpunt / is hij onpartijdig?
  • Argumentatie op basis van kenmerk / eigenschap: kenmerkende eigenschap van persoon / object uit het standpunt wordt gebruikt.
     Kritische vraag: doet het kenmerk of de eigenschap voldoende ter zake?

Slide 3 - Tekstslide

Bedenk 2 aan 2 een korte redenering op basis van autoriteit en een op basis van kenmerk/eigenschap.

Slide 4 - Open vraag

argumentatieschema's vervolg
  • Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg: er wordt een beroep gedaan op de gevolgen of de oorzaak van het standpunt.
     Kritische vraag: is de oorzaak-gevolgrelatie tussen standpunt en 
                                       argument waarschijnlijk?
  • Argumentatie op basis van vergelijking / analogie: er wordt een beroep gedaan op een overeenkomstige situatie.
     Kritische vraag: zijn beide situaties voldoende gelijk van aard? 
                                Of: moet je gelijke gevallen altijd gelijk behandelen?

Slide 5 - Tekstslide

Bedenk 2 aan 2 een korte redenering op basis van oorzaak en gevolg en een op basis van vergelijking.

Slide 6 - Open vraag

argumentatieschema's vervolg
  • Argumentatie op basis van voorbeelden: een concreet voorbeeld van een verschijnsel wordt gebruikt.
      Kritische vraag: is het voorbeeld correct en voldoende voor het     
                                        standpunt?
  • Argumentatie op basis van voor- en nadelen: de voor- en/of nadelen van de handeling uit het standpunt worden gebruikt.
      Kritische vraag: klopt de informatie en zijn er factoren die de voor- of 
                                        nadelen teniet doen?

Slide 7 - Tekstslide

Bedenk 2 aan 2 een korte redenering op basis van voorbeeld en een op basis van voor- of nadeel.

Slide 8 - Open vraag

drogredenen
- drogreden = foutief gebruik van argumentatieschema
 

- overtreden discussieregel = foutieve manier van argumenteren / foutief woordelijk omgaan met de gesprekspartner

Slide 9 - Tekstslide

foutief gebruik van een argumentatieschema (drogreden),
zie examenbundel pagina 72 en 73
- Onjuist beroep op autoriteit (1)
- Onjuist beroep op kenmerk /eigenschap (2)
- Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie (3)
- Onjuiste vergelijking (4)
- Overhaaste generalisatie (5) (= onjuist beroep op voorbeelden)
- Vals dilemma (6)
- Overdrijven van de gevolgen (7)
( 6 en 7 maken onjuist gebruik van voor- en nadelen)

Slide 10 - Tekstslide

overtreden van een discussieregel
zie examenbundel pagina 74
- Persoonlijke aanval (8): niet de argumentatie maar de persoon van de tegenstander aanvallen.
- Cirkelredenering (10): standpunt en argument zijn inhoudelijk gelijk.   (= ook Ontduiken van de bewijslast: geen argumenten geven of de bewijslast bij de tegenpartij leggen (de bal terugkaatsen)).
- Vertekenen van het standpunt (of het argument) (11): het standpunt (of het argument) van de tegenpartij vergroten of verkleinen.
- Bespelen van het publiek (12): op het gevoel werken, niet inhoudelijk maar emotioneel argumenteren.


Slide 11 - Tekstslide

Hoe kun jij dat nou weten, jij hebt zoiets toch nog nooit meegemaakt?

Slide 12 - Open vraag

Meneer, u kunt hem geloven, wat hij zegt is waar. Hij is namelijk mijn vriend en ik heb geen vrienden die leugens vertellen.

Slide 13 - Open vraag

"Vooral op uitgaansavonden zie je in de stad vechtpartijen."
"Dat kun je niet menen, dat mensen die uitgaan vechtersbazen zijn."

Slide 14 - Open vraag

Het is zinloos de verkoop van verdovende middelen te verbieden. Kijk maar naar Amerika, daar is het vroeger ook niet gelukt de alcohol uit te bannen door de verkoop ervan te verbieden.

Slide 15 - Open vraag

Singapore is een hoogontwikkelde stad. Mijn broer is er geweest en hij vertelde dat iedereen Engels sprak.

Slide 16 - Open vraag

Menseneters en koppensnellers zijn heus niet minder ontwikkeld dan de mensen in westerse landen, hoor. Kijk maar naar Amerika: daar worden toch ook nog steeds doodvonnissen uitgevoerd?

Slide 17 - Open vraag

Ik meen dat de Nederlandse literatuur in het buitenland steeds meer wordt gelezen. Dat is ook de mening van Rudi Wester, de directeur van het Nederlands Literair Produktie- en vertalingsfonds.

Slide 18 - Open vraag

Het is toch verschrikkelijk hoe bankiers hun zakken vullen.

Slide 19 - Open vraag

Als je meer gaat trainen zullen je atletiekprestaties wel verbeteren, maar je zult op school wel problemen gaan krijgen om de boel bij te houden. Als je het niet erg vindt om een jaartje langer over je school te doen, zou ik die trainingen erbij gaan doen.

Slide 20 - Open vraag

Geen stroom? Dan zul je je rekening niet betaald hebben.

Slide 21 - Open vraag

tot slot
Pleidooi:
- Bereid je voor met het beoordelingsformulier erbij.
- Heb je pleidooi klaar op de eerste dag van je groep.
- Doe je voordeel met module 4.
Leesvaardigheid:
- Werk volgens module 5.
- Dwing jezelf om te lezen met de pen in de hand.
- Onderstreep belangrijke formuleringen in de vragen. 
- Oefening baart kunst.
Keuzeonderwerp (module 6): 
- Lever je voorstel uiterlijk 22 december in via de inleverknop in Som.

Slide 22 - Tekstslide