Erven

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Maar als de kinderen erven.....
Moet de langstlevende dan de woning verkopen als deze (gedeeltelijk) in de nalatenschap valt? 

Slide 7 - Tekstslide

Nee, de langstlevende krijgt het vruchtgebruik over het erfdeel van de kinderen. 

De kinderen krijgen hun erfdeel pas echt na het overlijden van de langstlevende 


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Jan is overleden, hij was getrouwd in met Anja
en samen hebben ze 3 kinderen. Er was geen testament. Wie erft wat?
A
Anja en de kinderen ieder 1/4
B
Anja 1/3 en de kinderen ieder 1/6
C
Anja 1/2 en de kinderen ieder 1/3
D
Anja 1/2 en de kinderen ieder 1/6

Slide 10 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Het belastingtarief is afhankelijk van de relatie van de erfgenaam tot de overledene.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Hoe hoog is de nalatenschap van Tes?
privévermogen Tes € 10.000
Gemeenschappelijk vermogen € 135.000
Gemeenschappelijke schuld € 5.000
A
10.000
B
75.000
C
140.000
D
145.000

Slide 12 - Quizvraag

Thomas erft € 25.000 van zijn opa. Over welk bedrag moet hij erfbelasting betalen?
A
€ 25.000
B
€ 4.384
C
€ 22.827
D
€ 0

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel belasting moet Thomas betalen als hij na aftrek van de vrijstelling
€ 135.000 erft van zijn moeder?
A
€ 12.473
B
€ 13.500
C
€ 14.527
D
€ 27.000

Slide 14 - Quizvraag