Oefentoets K5 Lektion 4 t/m 6

Oefentoets
K5 Lektion 4 bis 6
M2
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Oefentoets
K5 Lektion 4 bis 6
M2

Slide 1 - Tekstslide

beliebt
klar
frisch
süß
geliefd
vers
zoet
duidelijk

Slide 2 - Sleepvraag

die Torte

Slide 3 - Open vraag

der Zucker

Slide 4 - Open vraag

die Butter

Slide 5 - Open vraag

das Frühstück

Slide 6 - Open vraag

zwischendurch

Slide 7 - Open vraag

die Nuss

Slide 8 - Open vraag

die Pfanne

Slide 9 - Open vraag

fehlen

Slide 10 - Open vraag

het broodje

Slide 11 - Open vraag

de bananen

Slide 12 - Open vraag

de melk

Slide 13 - Open vraag

de chocolade

Slide 14 - Open vraag

het appelsap

Slide 15 - Open vraag

de ham

Slide 16 - Open vraag

Ik houd van geroosterd brood met jam.
A
Ich liebe Brot mit Marmelade.
B
Ich liebe Toast mit Marmelade.
C
Ich liebe Brot mit Jam.
D
Ich liebe Toast mit Jam.

Slide 17 - Quizvraag

Het liefst eet ik een boterham met worst.
A
Am liebsten esse ich ein Butterbrot mit Wurst.
B
Am liebsten esse ich ein Butter mit Wurst.
C
Am liebsten esse ich ein Brot mit Wurst.
D
Am liebsten esse ich ein Brötchen mit Wurst.

Slide 18 - Quizvraag

Als ontbijt eet ik muesli met yoghurt.
A
Zum Fruhstuck esse ich Müsli mit Joghurt.
B
Zum Frühstuck esse ich Müsli mit Joghurt.
C
Zum Fruhstück esse ich Müsli mit Joghurt.
D
Zum Frühstück esse ich Müsli mit Joghurt.

Slide 19 - Quizvraag

door

Slide 20 - Open vraag

voor

Slide 21 - Open vraag

tegen

Slide 22 - Open vraag

zonder

Slide 23 - Open vraag

om

Slide 24 - Open vraag

Für ... (ik) einen Kaffee, bitte.

Slide 25 - Open vraag

Es geht hier um ... (zij ev).

Slide 26 - Open vraag

Katja hat ... (jullie) gesehen.

Slide 27 - Open vraag

... (Jullie) habt morgen einen Test.

Slide 28 - Open vraag

Wann spielen sie gegen ... (wij)?

Slide 29 - Open vraag

Peter hat ... (jij) angerufen.

Slide 30 - Open vraag

Mein Bruder hat ... (een) Ei (o) gegessen.

Slide 31 - Open vraag

Die Mutter gibt dem Kind ... (de) melk (v).

Slide 32 - Open vraag

... (De) Mann hat das geschrieben.

Slide 33 - Open vraag

... (Een) Kind hat das gezeichnet.

Slide 34 - Open vraag

... (Mijn) Bruder ist 23 Jahre alt.

Slide 35 - Open vraag

Sie fahren ohne ... (hun) Kinder (mv) in Urlaub.

Slide 36 - Open vraag

Durch ... (de) Verspätung (v) kam er zu spät.

Slide 37 - Open vraag

Ich habe ... (geen) Lösung (v) finden können.

Slide 38 - Open vraag