Een bijvoeglijk naamwoord dat eindigt op een andere letter dan -o mag je nooit veranderen, wel krijgt het bij meervoud een -s na een klinker of -es na een medeklinker
mannelijk enkelvoud: grande mannelijk meervoud: grandes
vrouwelijk enkelvoud: grande vrouwelijk meervoud: grandes
bijvoorbeeld:
un instituto grande - institutos grandes
una casa grande - casas grandes
Slide 7 - Tekstslide
Antwoorden 9B
1 la camiseta -> bonita
2 la talla -> pequeña
3 tallas -> grandes
4 un almacén -> enorme
5 las faldas -> blancas
6 un vestido -> negro
Slide 8 - Tekstslide
Antwoorden 9C
1 tienda favorita
2 grande
3 videojuegos divertidos
4 cómics baratos
5 zapatos nuevos
6 camiseta naranja 7 ropa cara
Slide 9 - Tekstslide
Maak nu: Ejercicio 9D !
¿Qué llevas hoy?
(wat draag je vandaag)
Hoy llevo .......... , (kledingstuk + kleur)
............................................. ,
.............................................
y zapatos / zapatillas ............. (kleur)
Slide 10 - Tekstslide
EJEMPLO 9D
¿Qué llevas hoy?
Hoy llevo una camiseta azul
unos vaqueros negros,
calcetines grises
y zapatillas de Nike
Slide 11 - Tekstslide
ejercicio 10 + 11 : bezittelijke voornaamwoorden
mijn mi amig@ mis amig@s
jouw tu amig@ tus amig@s
zijn / haar / uw su amig@ sus amig@s
ons/onze nuestro amigo nuestra amiga
nuestros amigos nuestras amigas
jullie vuestro amigo vuestra amiga
vuestros amigos vuestras amigas
hun su amig@ sus amig@s
Slide 12 - Tekstslide
ejercicio 10a JUNTOS
¡Hola chicas y chicos! ¿Buscáis los vaqueros perfectos?
En la nueva tienda de Desigual en la calle Fuencarral tenemos la ropa de tu estilo.
Nuestras dependientas tienen tu talla.
Desigual, la ropa perfecta para tí y para tus amigos.
¡Con nuestros colores hacemos de vuestras vidas una fiesta!
Slide 13 - Tekstslide
ejercicio 10b JUNTOS
1 Mi / mis tiendas favoritas son Mango y Zara.
2 Tu / Tus talla es la M.
3 Sus / Su color favorito es azul.
4 Nuestras / Nuestros vaqueros son de Desigual.
5 Vuestro / vuestra estilo es deportivo.
6 Sus / Su faldas son bonitas.
Slide 14 - Tekstslide
Ejercicio 10C + 11
Maak nu zelf oefeningen 10C + 11.
Klaar? foto's uploaden in Classroom v 9 t/m 11 !
Slide 15 - Tekstslide
Ejercicio 10C + 11 Respuestas
10C 1 mis pantalones 6 nuestros amigos
2 tu camiseta 7 vuestras primas
3 su chaqueta 8 su ropa
4 sus libros 9 su bolso
5 tus zapatos 10 su vestido
11 1 haar 5 hun
2 zijn 6 hun
3 hun 7 haar
4 zijn 8 uw
Slide 16 - Tekstslide
DEBERES PARA MAÑANA
huiswerk voor morgen:
Oef 9 + 10 + 11 af en foto's uploaden in Classroom!
Leer de bezittelijke voornaamwoorden op blz 45 tekstobek
Slide 17 - Tekstslide
¡Bienvenido a la clase!
¿Qué día es hoy?
Slide 18 - Tekstslide
9 de abril, Plan de clase
repasar 'bezittelijke voornaamwoord'
hacer en clase: ejercicios 12 hasta 18
deberes: uploads oef. 1 t/m 18 uiterlijk
vandaag in Classroom (beoordeling)
Slide 19 - Tekstslide
bezittelijke voornaamwoorden
Slide 20 - Tekstslide
..................... libros son nuevos.
A
nuestro
B
nuestra
C
nuestros
D
nuestras
Slide 21 - Quizvraag
Vertaal wat tussen haakjes staat: (hun) tiendas favoritas son Zara y Stradivarius
A
vuestros
B
su
C
vuestras
D
sus
Slide 22 - Quizvraag
Vertaal wat tussen haakjes staat: (jouw) botas son bonitas
A
sus
B
vuestras
C
tus
Slide 23 - Quizvraag
Vertaal wat tussen haakjes staat: (mijn) amiga es española.
Slide 24 - Open vraag
Vertaal wat tussen haakjes staat: (haar) pantalones son rojos.
Slide 25 - Open vraag
Vertaal wat tussen haakjes staat: (onze) escuela está en Amsterdam
Slide 26 - Open vraag
pág 45
Slide 27 - Tekstslide
spieken mag:
pág 45
Ejercicio 13B pág 51
samen oefenen + opschrijven
->in Classroom aan einde vd les)
Slide 28 - Tekstslide
Ejercicio 13B pág 51 EJEMPLO
->in Classroom aan einde vd les)
* ¿Qué quieres comprar?
- Quiero comprar una camiseta.
* La camiseta es barata, cuesta 5 euros.
- Está bien
* ¿Qué talla tienes?
- La talla S.
* Sí tengo S.
*¿Qué colores tienes?
- Tengo negro, blanco y azul.
* Prefiero azul
Slide 29 - Tekstslide
Ejercicio 18 pág 53 - 54 : uitspraak j & g
Slide 30 - Tekstslide
Ejercicio 18A RESPUESTAS
g zoals in gemeen: a la mejor, gente, rojo, gira gi / ge /j
g zoals in goal: amigos, grande, gris, algo go / ga /gr
g zoals in guacamole: guay gua = gwa
Slide 31 - Tekstslide
Ejercicio 18b pág 53 - 54 : uitspraak j & g
18c luister en controleer !
Slide 32 - Tekstslide
Ejercicio 18C RESPUESTAS
g zoals in gemeen:
agenda, original, juntos, rojo, jersey, naranja, jirafa, reloj gi / ge / j
g zoals in goal:
gafas, gordo, gustar, grande, glosario, guitarra go / ga / gui / gr / gl
g zoals in guacamole:
guardia gua (gwa)
Slide 33 - Tekstslide
CONCLUSIÓN
j wordt in het Spaans uitgesproken als g in gemeen j
g voor een e of i wordt uitgesproken als de g in gemeen gi / ge
g voor de klinkers a, o of u of de medeklinkers r of l wordt uitgesproken als g in goal go / ga /gr / gl
Slide 34 - Tekstslide
Ejercicios 14 + 15 + 17
Maak nu zelf oefeningen:
14 op blz 51
15 op blz 52
17 op blz 53
Klaar? foto's uploaden van je werk in Classroom.
Je krijgt een beoordeling over 1 t/m 18
(2a, 8b, 12, 13a, 16 hoeven niet)
Slide 35 - Tekstslide
DEBERES PARA JUEVES
huiswerk voor donderdag
leer de frases clave op blz 45 van Nederlands -> Spaans
zorg dat je de fotos's van oefeningen 1 t/m 18 uiterlijk vandaag hebt geupload in Classroom , is voor beoordeling!!