2.2 Data verzamelen

Leerdoelen deze les
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lees theorieblok A op blz 65 en 66 goed door
Schrijf voor jezelf kort op wat de volgende begrippen inhouden
kwalitatieve variabelen/ kwantitatieve variabelen
discrete variabele/ continue variabelen

Slide 2 - Tekstslide

Wat voor variabele is

Geslacht
A
Kwalitatief
B
Kwantitatief

Slide 3 - Quizvraag

Wat voor variabele is

Leeftijd in jaren
A
Kwalitatief
B
Kwantitatief

Slide 4 - Quizvraag

Wat voor variabele is

Profiel in de bovenbouw
A
Kwalitatief
B
Kwantitatief

Slide 5 - Quizvraag

Wat voor variabele is

gewicht van een paasei
A
Kwalitatief
B
Kwantitatief

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor variabele is

Kleur van een kerstbal
A
Kwalitatief
B
Kwantitatief

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor variabele is

lidmaatschapsnummer
A
Kwalitatief
B
Kwantitatief

Slide 8 - Quizvraag

De volgende kwantitatieve variable is...

Het aantal appels aan een boom
A
Discreet
B
continu

Slide 9 - Quizvraag

De volgende kwantitatieve variable is...

het gewicht van de appels aan een boom
A
Discreet
B
continu

Slide 10 - Quizvraag

De volgende kwantitatieve variable is...

rapportcijfer
A
Discreet
B
continu

Slide 11 - Quizvraag

De volgende kwantitatieve variable is...

De tijd die wordt besteed aan het leren voor een toets
A
Discreet
B
continu

Slide 12 - Quizvraag

De volgende kwantitatieve variable is...

voetlengte
A
Discreet
B
continu

Slide 13 - Quizvraag

De volgende kwantitatieve variable is...

schoenmaat
A
Discreet
B
continu

Slide 14 - Quizvraag

De volgende kwantitatieve variable is...

leeftijd
A
Discreet
B
continu

Slide 15 - Quizvraag

meetniveaus

Slide 16 - Tekstslide

Nominaal meetniveau

Slide 17 - Woordweb

Ordinaal meetniveau

Slide 18 - Woordweb

Interval meetniveau

Slide 19 - Woordweb

Ratio meetniveau

Slide 20 - Woordweb

Populatie proportie (p)

Het gedeelte van de populatie dat een bepaald kenmerk heeft

Bekend is 2,2% van alle stemgerechtigen Nederlandes lid is van een politieke partij. 
De populatieproportie is 0,022
Steekproefproportie(p^)

Het gedeelte  van de steekproef dat een bepaald kenmerk heeft. 

Van de 135 ondervraagden zijn er drie lid van een politieke partij. De steekproefproportie is                                                 
13530,022
De steekproef is representatief als de populatieproportie en de steekproefproportie ongeveer gelijk zijn

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Aan het werk! Voor 8 april uploaden in mijnschrift.nl
16 en 17 hebben we deze les al gedaan.

Slide 23 - Tekstslide