ZK4 donderdag 4 februari Rekentrainer/Wisselkoersen

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

voorbereiding

Pak je boek 4 B

Pak een pen en een rekenmachine

Camera en microfoon is uit.

Vandaag

- bespreken van een aantal vragen uit paragraaf 4.5

- oefenen met de wisselkoers in de rekentrainer

- zelfstandig werken aan Hoofdstuk 4

Lesdoelen

je kunt uitleggen wat een wisselkoers is en kunt ermee rekenen

Vraag 6, bladzijde 26

Daniël gaat een week op vakantie naar Zwitserland. Hij koopt in februari 900 Zwitserse franken. Bekijk afbeelding 29.

a ) Hoeveel euro betaalt hij voor de Zwitserse franken?

b)  Bij terugkomst in Nederland in maart heeft hij 80 Zwitserse franken over. Hoeveel euro krijgt hij hiervoor terug van de bank?

c) Stel dat Daniël verder geen vakantie-uitgaven heeft gehad. Hoeveel heeft dan de vakantie gekost in euro’s?

d) In welke maand kon Daniël het voordeligst op vakantie naar Zwitserland gaan, februari of maart? Leg je antwoord uit.

Vraag 6a bladzijde 26

Daniël gaat een week op vakantie naar Zwitserland. Hij koopt in februari 900 Zwitserse franken. Bekijk afbeelding 29.

a) Hoeveel euro betaalt hij voor de Zwitserse franken?

900 × € 0,897 = € 807,30

Je wilt weten hoeveel euro hij moet betalen, dus je moet vermenigvuldigen met de koers

Vraag 6b bladzijde 26

b) Bij terugkomst in Nederland in maart heeft hij 80 Zwitserse franken over. Hoeveel euro krijgt hij hiervoor terug van de bank?

80 × € 0,924 = € 73,92

Je wilt weten hoeveel euro hij terugkrijgt,

dus je moet vermenigvuldigen met de koers

Vraag 6c bladzijde 26

c) Stel dat Daniël verder geen vakantie-uitgaven heeft gehad. Hoeveel heeft dan de vakantie gekost in euro’s?

€ 807,30 − € 73,92 = € 733,38

oefenen met wisselkoers

Maken rekentrainer bladzijde 41, alleen de eerste kolom.

Deze gaan we straks gelijk bespreken.

Bespreken rekentrainer bladzijde 41

Zelfstandig werken

Afmaken paragraaf 4.5 (als je dit nog niet hebt gedaan)

Achterstanden op de vorige paragrafen (4.1, 4.2, 4.3 en 4.4)