Les 5, Gram D ch.6 + kennisquiz Frankrijk(25-06) H1A

win
Pak je werkboek en etui.

Ga lezen of ga verder met je woordzoeker van gisteren. Woordzoeker af? Ga lezen!
Aujourd'hui c'est mardi!            Fijn dat je er weer bent!
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

win
Pak je werkboek en etui.

Ga lezen of ga verder met je woordzoeker van gisteren. Woordzoeker af? Ga lezen!
Aujourd'hui c'est mardi!            Fijn dat je er weer bent!

Slide 1 - Tekstslide

Le programme:
- Huiswerk bespreken
- Herhalen werkwoord faire met spel
- Zelfstandig werken
- Algemene kennisquiz Frankrijk

Slide 2 - Tekstslide

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les heb je de werkwoorden avoir, être, faire en aller herhaald
- Aan het einde van de les weet je in het Frans hoe je een vraag moet stellen

Slide 3 - Tekstslide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 4 - Tekstslide

Ouvre le livre à la page 98
Huiswerk bespreken!
Ex. 16BD, 17ABC en 19

Slide 5 - Tekstslide

Ouvre le livre à la page 60 (ch.6)
Een vraag stellen / vraagwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk met nieuwe theorie:
Quoi? Fais exercice 16ACF + 17ABCD
Comment? Je werkt alleen en overlegt fluisterend als er vragen zijn
Prêt (klaar) ? Ga het stencil leren dat je krijgt 
SCHRIJF JE NAAM EROP. Ken je het? --> Slim stampen Ch.6
Je bestudeert zelf de theorie over het stellen van een vraag + vraagwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Algemene kennisquiz Frankrijk
Blooket

Nummers 1,2 en 3 krijgen een Napoleon!

Slide 8 - Tekstslide

Les devoirs (huiswerk) pour lundi:
- (Af)maken exercice 16ACF + 17ABCD
- Leren werkwoordenstencil avoir, être, aller en faire!

Slide 9 - Tekstslide

Bingo:
Werkwoordenbingo

--> Je gaat opzoek naar de Franse vertaling van het vervoegde werkwoord (ik ben --> je suis ....)
Laatste deel van de les:

Slide 10 - Tekstslide

Je hoort een Nederlands vervoegd werkwoord en gaat opzoek naar de vertaling (hij maakt --> il fait / zij hebben --> ils ont)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide