Burgerschap les 5 module 3

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui 

Slide 2 - Tekstslide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.
Leesmoment
https://www.kidsweek.nl/burgerschap/elke-stem-telt~9097733

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige week
1. Wat betekent het recht op goede zorg en voeding?
2. Wat betekent het recht op onderwijs?
3. Wat betekent het recht op een eigen taal en cultuur?
 


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de drie belangrijkste kinderrechten die je hebt geleerd?
A
Recht op zorg, recht op onderwijs, recht op een eigen taal en cultuur
B
Recht op werk, recht op veiligheid, recht op gezondheidszorg
C
Recht op vrijheid, recht op onderwijs, recht op vrije tijd
D
Recht op eigendom, recht op religie, recht op vrije meningsuiting

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het recht op onderwijs belangrijk voor kinderen?
A
Het zorgt voor toegang tot gratis en goed onderwijs
B
Het dwingt kinderen om de hele dag te studeren
C
Het beperkt de vrijheid van kinderen om te werken
D
Het maakt schooloptredens verplicht voor iedereen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kun je een voorbeeld geven van hoe je het recht op een eigen taal en cultuur terugziet in
jouw leven of dat van iemand anders?
A
Het stelt kinderen in staat om nieuwe talen te leren op school
B
Het zorgt ervoor dat kinderen alleen in hun moedertaal les krijgen
C
Het stelt kinderen in staat om hun taal en cultuur te behouden en uit te drukken
D
Het verplicht kinderen om deel te nemen aan culturele evenementen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
1. Je weet wat een regeringsvorm is en dat verschillende landen verschillende regeringsvormen hebben.
2. Je weet wat de kenmerken van een dictatuur en een democratie zijn
3. Je weet wat verkiezingen zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen
1. Regeringsvorm
2. Dictatuur 
3. Democratie 
4. Verkiezingen
5. Vrije pers 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een regeringsvorm? 
Een regeringsvorm is de manier waarop een land bestuurd wordt.
  • Voorbeelden van regeringsvormen: Democratie en Dictatuur. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf over: Verschillende regeringsvormen

  • Democratie: Burgers kiezen hun leiders via verkiezingen. Heel veel mensen hebben de macht
  • Dictatuur: Eén persoon of een kleine groep heeft de macht.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn verkiezingen?
  • In een democratie mogen mensen zelf kiezen op wie ze willen. De verkiezingen zijn vrij.
  • In een dictatuur zijn mensen niet vrij om te kiezen wie hen bestuurt. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Vraag de leerlingen naar verschillende dictatoren.
Dictatuur: Verbod op kritiek en geen vrije pers
  • Je mag niet zeggen wat je vind over de leider.
  • Mensen mogen niet zeggen wat ze vinden. 
  • De media worden gecontroleerd door de regering.
  • Kranten, tv, en internet mogen niet vrij publiceren. 
  • Doe je dit allemaal wel, dan krijg je straf!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Democratie: 

  • Je mag zeggen wat je vindt. 
  • De media worden niet  (een beetje) gecontroleerd door de regering
  • Kranten, tv, en internet mogen vrij publiceren. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Gebruik dit voorbeeld om dictatuur te verduidelijken. Ze moeten in noord Korea het portret van hun leider in alle tijden beschermen om niet gestraft te worden

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van een dictatuur
  • Geen vrije verkiezingen
  • Geen vrije pers
  • Verbod op kritiek
  • Beperking van vrijheden 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een verkiezing?
A
Burgers mogen stemmen op iedereen die woont in het land
B
Burgers mogen op een nieuwe leider stemmen tijdens een verkiezing.
C
Burgers mogen kiezen wat zij willen tijdens een verkiezing
D
Een verkiezing...

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een democratie?
A
In een democratie mogen mensen kiezen op wie zij willen stemmen
B
In een democratie heeft 1 persoon de macht
C
In een democratie, uit een democratie
D
In een democratie mogen mensen doen wat ze willen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dan een dictatuur?
A
Een grote groep mensen hebben de macht
B
In een dictatuur mogen mensen stemmen op wie ze willen
C
1 persoon of een kleine groep mensen hebben de macht
D
Een dicatuur

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Werkblad
Wat: Maak de vragen op het werkblad
Hulp: De docent

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies