1.2 krachten om je heen (deel 2)

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H1. krachten

1.2 krachten in evenwicht.

Benodigdheden

- Boek en schrift

- Pen, potlood

- Geodriehoek

Huiswerk

opgave 14, 17 t/m 19

lesdoelen

• herhaling veerconstante
• Wat is een resulterende kracht en hoe passen we deze toe?

Huiswerk: 14, 17 t/m 19

Veerconstante

veerconstante = het aantal Newton dat je nodig hebt om een veer 1 cm uit te rekken

uitrekken = het aantal cm dat de veer langer wordt vanaf de nulstand

nulstand = hoe lang de veer is als er niets aan hangt

Formule veerkracht

De grootte van de veerkracht kan berekend worden met de formule:

waarin:

                = veerkracht           N

                = veerconstante   N/cm

                = uitwijking            cm

F​veer​​=C⋅u

F​veer​​

C

u

C=​F​​u​​​veer​​

Voorbeeld 1:

Als je een veer belast met een kracht van 1,2 N, dan rekt deze veer 2 cm uit. Hoe groot is de veerconstante?

Voorbeeld 2: 

Op een veer met een veerconstante van 0,2 N/cm wordt een kracht uitgeoefend. De veer rekt hierdoor 4,5 cm uit. Hoe groot is de massa die aan de veer hangt?

Voorbeeld 3:

een veer is 22 cm lang als er niets aan hangt, en 30 cm lang als er een gewicht van 240 gram aanhangt.

Bereken de veerconstante.

Oefenvraag:

Daan doet een proef met een spiraalveer (C = 35 N/m). Eerst meet hij de lengte van de veer als er niets aan hangt: 27cm. Daarna hangt hij een blokje van 300 gram aan de veer. Bereken hoe groot de lengte van de veer nu wordt. Schrijf je hele berekening op.

Gegevens    C = 35 N/m

                      nulstand = 27 cm

                      m = 300 g = 0,3 kg

Gevraagd    lengte van veer nu (u)

Uitwerking   F =mxg = (0,3)(10) = 3 N

u=​c​​F​​

=​35​​3​​

= 0,086 m = 8,6 cm

uitrekking = 27 + 8,6 = 35,6 cm

Resulterende kracht

De Resulterende kracht is de optelsom van alle krachten. Resultante kracht wordt ook wel nettokracht of somkracht genoemd. 

Resulterende kracht

Resulterende kracht

Vraag 14 a en b

Vraag 18

lesdoelen

• herhaling veerconstante
• Wat is een resulterende kracht en hoe passen we deze toe?

Huiswerk: 14, 15, 17 t/m 20