EHBO les 5 Mota Verbandleer

EHBO

Alles wat je moet weten om hulp te verlenen

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

EHBO

Alles wat je moet weten om hulp te verlenen

Slide 1 - Tekstslide

Les 5 Verbandleer

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen:

  • Theorie over verschillende verbandmaterialen 
  • Verband leggen bij elkaar.

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel


Aan het eind van de les kunnen jullie vertellen welke verband middelen er zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Waar staat de afkorting EHBO voor?
A
Eerste hulp bij onderwijs
B
Eerste hulp bij ongevallen
C
Eerste hulp bij oorlog
D
Eerste hulp bij ouders

Slide 5 - Quizvraag

De meeste ongelukken gebeuren thuis, geef voorbeelden.

Slide 6 - Open vraag

EHBO basisregels
  1. Zorg voor veiligheid
  2.  Beoordeel de toestand van het slachtoffer
  3. Bel 112 zodat er een ambulance kan komen
  4. Verleen eerste hulp aan het slachtoffer

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat moet je doen als iemand hulp nodig heeft, nadat je hebt gekeken of het veilig is?
A
Weglopen
B
Meteen iemand anders bellen
C
Controleren of de persoon bewusteloos is
D
In paniek raken

Slide 9 - Quizvraag

Verschillende verbandmiddelen
Er zijn een aantal verschillende verbanden. De reden dat er verschillende verbanden zijn, is omdat niet elke wond of kneuzing hetzelfde is.  
We gaan 7 verschillende soorten bespreken...

Slide 10 - Tekstslide

1.Gaasverband
Dit is waarschijnlijk het meest bekende type verband. Gaasverband is flexibel en ademend, waardoor het ideaal is voor het bedekken van kleine tot middelgrote wonden. Het kan ook worden gebruikt om bloedingen te stelpen door het direct op de wond te drukken.

Slide 11 - Tekstslide

2. Snelverband
Snelverband
Snelverband is een kant-en-klaar verbandmiddel dat een gaasverband combineert met een absorberend kussen. Het is bedoeld voor snelle en efficiënte eerste hulp bij bloedingen.

Slide 12 - Tekstslide

3. Drukverband
Een drukverband wordt gebruikt om stevige druk uit te oefenen op een wond om zware bloedingen te helpen stoppen. Het kan ook nuttig zijn om zwellingen te verminderen bij kneuzingen.

Slide 13 - Tekstslide

4. Zelfklevend verband
Dit type verband kleeft aan zichzelf maar niet aan huid of haar, waardoor het een nuttig hulpmiddel is voor het snel en efficiënt verbinden van wonden, vooral op harige of moeilijk bereikbare plaatsen.


Slide 14 - Tekstslide

5. Elastisch verband
Elastische verbanden zijn rekbaar en worden gebruikt om ondersteuning en druk te bieden aan een gewonde ledemaat of gewricht. Ze zijn ook nuttig bij het immobiliseren van een lichaamsdeel.

Slide 15 - Tekstslide

6. Pleisters
Pleisters kennen we allemaal. Ook deze behoren tot verbandmiddelen. Ze komen in verschillende soorten en vormen, afhankelijk van de behoefte.


Slide 16 - Tekstslide

7. Hydrogel verband
Hydrogel verbanden zijn bijzonder geschikt voor brandwonden, schaafwonden en andere wonden die baat hebben bij een vochtig verband. De hydrogel zorgt voor hydratatie van de wond, wat het genezingsproces kan versnellen en de pijn kan verminderen.


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Een wond behandelen
Wanneer je iemand gaat helpen met een wond bijvoorbeeld een schaafwond, snijwond of een bloeding dan is het belangrijk om dit goed te doen. 
Dit doe je door eerst de wond af te dekken, met een gaasje of een verband. Je doet zelf handschoentjes aan dit is voor de hygiëne. 

Slide 19 - Tekstslide

Snijwonden
Snijwonden behandel je eigenlijk hetzelfde als schaafwonden. Je spoelt de wond eerst af met lauwwarm water. Daarna dep je de wond droog met een schoon doekje. Dan desinfecteer je de wond. Plak daarna een pleister op de wond. 

Slide 20 - Tekstslide

Schaafwonden
Bij een schaafwond spoel je de wond eerst schoon met lauwwarm water en een steriel gaasje. Daarna leg je een verband aan. 

Slide 21 - Tekstslide

Hoe behandel je een snijwond?
A
De wond afspoelen met lauw water en afdekken met een steriel verband
B
Naar het ziekenhuis brengen
C
De wond afdekken met een vuile doek
D
De wond open laten zodat die kan bloeden

Slide 22 - Quizvraag

Hoe kun je een bloeding stoppen?
A
De wond met de handen dicht knijpen
B
De wond afdekken met een schoon verband
C
De wond open laten zodat het kan bloeden
D
De wond afdekken met je jas of trui

Slide 23 - Quizvraag

Kneuzingen
Bij een kneuzing is de oorzaak vaak dat iemand gevallen is. Bijvoorbeeld bij de kneuzing van je pols of enkel. 
Bij een kneuzing heb je  je onderhuidse weefsel beschadigt, zoals een spier. 
Kneuzingen kunnen bij je hele lichaam voorkomen. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Welke soorten verband zijn er.

Slide 26 - Open vraag

Welke 4 basisregels zijn er bij EHBO?

Slide 27 - Open vraag

Aan het werk:
  • Maak een eigen spel met de theorie die je vandaag geleerd hebt. Dit kan een domino zijn, een kwartet, een memorie, woordweb,... 
  • Heb je materialen nodig... vraag gerust.

                                                     Succes!

Slide 28 - Tekstslide