Gelijknamige Breuken Optellen en Aftrekken

Gelijknamige Breuken Optellen en Aftrekken
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gelijknamige Breuken Optellen en Aftrekken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de rekenles kun je: 
- Eenvoudige breuken herkennen en benoemen
 - Breuken gelijknamig maken 
- Breuken optellen en aftrekken

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen en leg uit wat de leerlingen aan het eind van de les moeten weten en kunnen.
Wat weet jij al over breuken?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Breuknotatie
- Breuk: deel van een geheel
- Teller: aantal delen
- Noemer: hoeveel delen in totaal

Slide 4 - Tekstslide

Leg de basiskennis van breuken uit en geef voorbeelden om de uitleg te verduidelijken.
Gelijknamige Breuken
- Breuken hebben dezelfde noemer
- Teller bepaalt hoeveel delen er genomen worden

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat gelijknamige breuken zijn en hoe ze te herkennen. Geef voorbeelden van gelijknamige breuken en laat de leerlingen zelf voorbeelden bedenken.
Breuken Gelijkmaken
- Noemers gelijk maken
- Teller verhouding behouden
- Vermenigvuldigen of delen met hetzelfde getal

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit hoe breuken gelijk gemaakt kunnen worden en geef voorbeelden. Laat de leerlingen zelf oefenen met het gelijkmaken van breuken.
Breuken Optellen en Aftrekken
- Breuken gelijknamig maken
- Teller optellen of aftrekken
- Noemer behouden

Slide 7 - Tekstslide

Laat zien hoe breuken optellen en aftrekken werkt en geef voorbeelden. Laat de leerlingen zelf oefenen met optellen en aftrekken.
Oefeningen: Gelijke Noemers
- 1/4 + 1/4 = ?
- 2/3 - 1/3 = ?
- 3/5 + 2/5 = ?

Slide 8 - Tekstslide

Geef oefeningen om de leerlingen te laten oefenen met het optellen en aftrekken van gelijknamige breuken. Bespreek de antwoorden samen.
Oefeningen: Breuken Gelijkmaken
- 1/2 + 1/4 = ?
- 2/5 - 1/10 = ?
- 3/4 + 1/8 = ?

Slide 9 - Tekstslide

Geef oefeningen om de leerlingen te laten oefenen met het gelijkmaken van breuken. Bespreek de antwoorden samen.
Breukstrook
- Visuele representatie van breuken
- Teller/Noemer aflezen
- Breuken vergelijken

Slide 10 - Tekstslide

Laat zien hoe een breukstrook werkt en hoe het gebruikt kan worden om breuken te vergelijken.
Oefeningen: Breukstrook
- Welke breuk is groter: 2/3 of 3/4?
- Welke breuk is kleiner: 4/5 of 2/3?
- Welke breuk is gelijk aan 1/2?

Slide 11 - Tekstslide

Geef oefeningen om de leerlingen te laten oefenen met het vergelijken van breuken met behulp van een breukstrook. Bespreek de antwoorden samen.
Praktijkvoorbeelden
- Recepten
- Geld en wisselgeld
- Tijd

Slide 12 - Tekstslide

Laat zien hoe breuken in de praktijk gebruikt worden en waarom het daarom belangrijk is om breuken te begrijpen.
Toepassingen
- Hoeveelheden verdelen
- Verhoudingen berekenen
- Recepten aanpassen

Slide 13 - Tekstslide

Bespreken hoe breuken gebruikt kunnen worden om hoeveelheden te verdelen en verhoudingen te berekenen. Bespreek hoe recepten aangepast kunnen worden door breuken te gebruiken.
Breuken Quiz
- Gebruik van klikkers
- Quizvragen over breuken

Slide 14 - Tekstslide

Speel een quiz om te zien of de leerlingen de lesstof begrepen hebben en om te weten welke onderdelen extra uitleg nodig hebben.
Samenvatting
- Breuken zijn delen van een geheel
- Gelijke noemers nodig voor optellen en aftrekken
- Breukstrook gebruiken voor vergelijken
- Breuken in praktijkvoorbeelden

Slide 15 - Tekstslide

Vat de belangrijkste onderdelen van de les samen. Geef de leerlingen de kans om vragen te stellen en zorg ervoor dat iedereen begrijpt wat er geleerd is.
Oefeningen: Breuken Optellen en Aftrekken
- 2/3 + 1/3 = ?
- 5/8 - 3/8 = ?
- 7/10 + 1/10 = ?

Slide 16 - Tekstslide

Geef oefeningen om de leerlingen te laten oefenen met het optellen en aftrekken van breuken. Bespreek de antwoorden samen.
Afsluiting
- Terugblik op de leerdoelen
- Bespreken wat er geleerd is
- Bedanken voor de aandacht

Slide 17 - Tekstslide

Vraag de leerlingen wat ze geleerd hebben en of ze nog vragen hebben. Bedank ze voor hun aandacht en inzet.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.