plannen

plannen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

plannen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Ja straks...KOMT GOED

Moeilijk
Geen zin
Is onduidelijk

Slide 3 - Tekstslide

Wat voor excuus dingen ga je doen als je leren/huiswerk uitstelt?

Slide 4 - Open vraag

Wat kan werken?
De twee minuten aanpak
Wat kost maar 2 minuten en kan je al doen?

Concrete actie.
Zet je hersenen in de AAN-stand.








Slide 5 - Tekstslide

Je moet een verslag maken (of een andere grote taak).
Hoe ga je te werk?
A
Ik begin gewoon ergens zonder de taak eerst in deeltaken op te delen.
B
Ik probeer de taak op te delen, maar ik vind dit soms nog lastig.
C
Ik verdeel de taak in kleine behapbare stukjes.
D
Ik volg de instructies van een klasgenoot of van mijn docent hoe ik de taak het beste aan kan pakken.

Slide 6 - Quizvraag

Je hebt een takenlijst met tien taken die je moet doen deze week.
Hoe pak je dat aan?
A
Ik begin met de leukste taak en stel de taken die ik lastig vind of waar ik geen zin in heb vaak uit.
B
Ik doe eerst de taken die het meest belangrijk zijn en dan de taken die minder belangrijk zijn.
C
Ik kies gewoon één taak waar ik mee begin.
D
Ik probeer zelf een goede keuze te maken waarmee ik ga beginnen, maar twijfel soms wat het belangrijkst is.

Slide 7 - Quizvraag

Denk aan een opdracht voor een vak die je binnenkort moet doen. Heb je er één in je hoofd?
Kun je inschatten hoeveel tijd je hiervoor nodig
hebt?

A
Ik twijfel. Ik gok gewoon en stel het later bij.
B
Ja, alleen vergis ik me soms in hoe lang ik bezig ben met een opdracht, dus ik reken altijd extra tijd.
C
Ja, ik kan goed tijd inschatten voor een opdracht.
D
Nee, dat vind ik lastig. Ik begin gewoon en zie wel hoe lang het duurt.

Slide 8 - Quizvraag


Hoe ziet je planning er uit?


A
Ik heb een planning gemaakt, maar ik twijfel of het een goede planning is.
B
Ik heb mijn planning af en heb er vertrouwen in dat ik met deze planning genoeg tijd heb om te leren.
C
Ik kijk nooit zo ver vooruit. Ik bepaal op het laatste moment welke taken ik moet doen.
D
Ik weet wat ik moet doen, maar ik vind het lastig om het in een planning te zetten.

Slide 9 - Quizvraag

Je hebt een planning gemaakt voor je toetsweek.
Hoe ga je om met je planning?
A
Ik check of ik op schema lig, maar als dat niet zo is, weet ik niet precies hoe ik dat moet oplossen.
B
Ik controleer regelmatig of ik op schema lig. Als dat niet zo is, pas ik mijn planning op tijd aan.
C
Ik voer mijn planning uit, maar check niet of ik op schema lig.
D
Oh ja, mijn planning. Ik ben soms zo chaotisch dat ik die vergeet.

Slide 10 - Quizvraag

Denk aan de twee minuten. Het lukt niet om te leren voor de toets. Wat kost maar 2 minuten om te starten?

Slide 11 - Open vraag

Waarom je meer gedaan krijgt als je je taken afwisselt
Als je achter elkaar taken doet waar je veel concentratie voor nodig hebt, kost dat veel energie. Het is slimmer om taken af te wisselen. Bijvoorbeeld eerst sommen maken en dan een hoofdstuk lezen. En na het huiswerk voor een moeilijk vak even
een makkelijk vak tussendoor. Dat houd je scherp.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Je geheugen
Zintuiglijke geheugen: alle prikkels die via je zintuigen binnenkomen, blijven maar één tot drie seconden in je zintuiglijke geheugen.
Werkgeheugen: je werkgeheugen houdt nieuwe informatie 5 tot 20 seconden vast. Doe je er niets mee? Dan verdwijnt die informatie weer uit je geheugen.
Langetermijngeheugen: alleen informatie die je actief verwerkt, komt in je langetermijngeheugen terecht. Je kunt deze kennis ophalen als dit nodig is, bijvoorbeeld tijdens een toets.

Slide 14 - Tekstslide

Waarom je meer onthoudt als je vaker herhaalt
Herhaling zorgt ervoor dat je minder snel vergeet. Als je in één keer leert en daarna niet meer herhaalt of oefent, zakt de kennis snel weg. Verdeel daarom het leren in blokken! Het voelt in het begin als meer werk, maar uiteindelijk heb je er profijt van.

Slide 15 - Tekstslide

stap 1 leerstrategieën 
Bekijk wat je moet leren.

Zorg dat je overzicht hebt over de leerstof. Kijk niet alleen naar de inhoud, maar ook naar wat je precies moet beheersen. Moet je het kunnen reproduceren tijdens de toets? Of moet je het kunnen toepassen? Dat bepaalt je leerstrategie. 

Slide 16 - Tekstslide

stap 2 leerstrategieën 
Bepaal je (actieve) aanpak.

Begin niet zomaar ergens, maar bedenk welke leerstrategieën je gaat gebruiken. Kies daarbij een actieve aanpak. Dus niet passief de stof lezen of herlezen, maar actief leren door bijvoorbeeld vragen te stellen bij de leerstof of flashcards te maken. 

Slide 17 - Tekstslide

stap 3 leerstrategieën 
Spreid het leren.

Verdeel het leren over meerdere momenten. Dit betekent dat je moet plannen! Kies voor ieder moment een passende leerstrategie. Bijvoorbeeld:
  • leermoment 1: globaal lezen (oriënteren)
  • leermoment 2: mindmap maken (actief leren)
  • leermoment 3: oefentoets maken (overhoren)

Slide 18 - Tekstslide

stap 4 leerstrategieën 
Wissel leerstrategieën af en combineer ze.

Leer niet altijd op dezelfde manier, maar wissel van aanpak. Als je informatie op verschillende manieren verwerkt, onthoud je meer. Het werkt ook goed om leerstrategieën te combineren. 

Slide 19 - Tekstslide

stap 5 leerstrategieën 
Overhoor jezelf.

Dit is een zeer krachtige leerstrategie. Door de kennis actief uit je geheugen op te halen, blijft die extra goed hangen. Fouten maken is niet erg. Blijf jezelf overhoren, totdat je alles beheerst. 

Slide 20 - Tekstslide

stap 6 leerstrategieën 
Kijk terug.

Onderzoek wat voor jou werkt en wat niet. Reflecteer op je aanpak en stel deze bij. Probeer steeds nieuwe leerstrategieën uit. Zo blijf je je brein uitdagen, waardoor je meer leert. 


Slide 21 - Tekstslide

Welke leerstrategie is NIET effectief?
A
gespreid leren
B
markeren
C
overhoren
D
woord en beeld combineren

Slide 22 - Quizvraag

Hoe pauze je helpt beter te concentreren
Als je het druk hebt, neem je vaak geen pauze. Je werkt aan één stuk door om je taken af te krijgen. Toch is het beter voor je
concentratie om pauzes te nemen. Door je hersenen even rust te geven, laden ze weer op. Zo krijg je weer nieuwe energie.
  • kies een taak
  • zet een timer voor 25 minuten en werk geconcentreerd
  • neem 5 minuten pauze en begin weer opnieuw

Slide 23 - Tekstslide

Benut je tijd slim door prioriteiten te stellen
Prioriteiten stellen is keuzes maken. Begin met de taken die belangrijk zijn en af moeten. En doe de minder belangrijke taken daarna. Zo weet je zeker dat je de belangrijkste dingen af krijgt.

Slide 24 - Tekstslide

Nooit meer een overvolle planning
In je planning moet je altijd rekening houden met onverwachte taken die erbij komen. Bijvoorbeeld je broertje die acuut om hulp vraagt of extra huiswerk dat je op krijgt voor de volgende dag. Plan je dag dus nooit voor 100% vol.

Slide 25 - Tekstslide

plannen stap 1
Maak een takenlijst.
Maak een lijst van alles wat je moet doen. Schrijf je schooltaken en je buitenschoolse taken op, zoals werken en sporten. 
Als een taak te groot is, deel je hem op in kleine, behapbare stukjes. 
Schrijf bovenaan deze lijst alle belangrijke deadlines.

Slide 26 - Tekstslide

plannen stap 2
Schrijf op hoeveel tijd elke taak kost en wanneer je welke taken af moet hebben.
Zo weet je hoeveel tijd je moet inplannen en wanneer je moet beginnen.
Zijn al je deeltaken even groot? Schrijf bij elke deeltaak op hoeveel tijd je ervoor nodig hebt. 

Slide 27 - Tekstslide

plannen stap 3
Bereken hoeveel tijd je kunt besteden aan je taken.
Hoeveel tijd heb je per dag, naast je buitenschoolse taken,
beschikbaar voor je schooltaken? Schrijf dit op. 

Slide 28 - Tekstslide

plannen stap 4
Plan je taken in!
Denk aan:
• het prioriteren van je taken;
• de volgorde waarin je je taken doet;
• het inlassen van pauzemomenten.
Plan niet alles strak in. Zorg dat je ruimte overhoudt voor als het even tegenzit of je onverwachts uitloopt.
Je kunt je planning in je (digitale) agenda maken of op een apart papier of aparte planner. Zet de taken bij de dag waarop je ze wilt doen en noteer hoeveel tijd je voor de taak neemt. Wissel verschillende soorten taken af. Houd rekening met andere afspraken. 

Slide 29 - Tekstslide

plannen stap 5
Sta regelmatig stil bij de voortgang van je taken (noteer hoelang je echt nodig had voor je taken) en stel je planning indien nodig bij. Streep alles door wat klaar is. 
Niet toegekomen aan die ene taak? Plan hem opnieuw in. Als het goed is heb je nog wat ruimte! Of is die ene taak toch niet zo belangrijk als je eerst dacht.

Slide 30 - Tekstslide

Top 3 van leerstrategieën die NIET effectief zijn
Veel leerlingen gebruiken deze leerstrategieën. Maar wat blijkt: het is niet effectief! Je leert op deze manier namelijk passief. Je neemt de informatie wel tot je, maar je werkt er niet actief mee.
  • herlezen
  • markeren
  • samenvatten

Slide 31 - Tekstslide

leerstrategieën die WEL werken
Bij alle leerstrategieën die hieronder staan, leer je actief. Op die
manier zorg je dat je de nieuwe kennis makkelijker opneemt in je langetermijngeheugen. Met minder moeite meer effect dus!
  • Gespreid leren: oftewel herhalen met tussenpozen. Dan onthoud je meer!
  • Overhoren. Toets of je de leerstof beheerst. Heb je nog moeite met sommige onderdelen? Toets jezelf opnieuw, totdat je alles kent.
  • Actief ophalen: haal de leerstof op uit je geheugen, bijvoorbeeld door vragen te stellen. Elke keer dat je dit doet, blijft het beter hangen.

Slide 32 - Tekstslide

vervolg leerstrategieën die WEL werken
  • In je eigen woorden uitleggen: hiervoor moet je de stof echt begrijpen.
  • Doorvragen: Dit is een manier om kennis te verbinden met wat je al weet. 
  • Woord en beeld combineren: Als je dit doet, onthoud je dubbel zoveel! Je werkgeheugen verwerkt verbale en non-verbale informatie namelijk los van elkaar. 

Slide 33 - Tekstslide

Dé gouden formule bestaat niet
  •  Wat in de onderbouw werkt, hoeft in de bovenbouw niet te werken.
  • Zoek uit wat werkt voor jou. Daag jezelf uit om nieuwe leerstrategieën te proberen.
  • Combineer leerstrategieën en wissel ze af.
  • Blijf reflecteren en stel je gekozen aanpak zo nodig bij.

Slide 34 - Tekstslide