@Forum 1C W37 1.S

1. Periode 2021/2022

sein + Personalpronomen
Heute, Dienstag den 14. September
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1. Periode 2021/2022

sein + Personalpronomen
Heute, Dienstag den 14. September

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planung der Stunde

1  Anwesend
2 Hörverstehen 
3 Grammatik  => Personalpronomen + sein   
                                   Wiederholen Groβbuchstabe.
4 Zeit um zu arbeiten/ zusammen lesen
5 Ende der Stunde / Was machen wir nächste Woche?

        




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hörverstehen
Fragen:

1 Schreibe 2 schöne Wörter / Schrijf 2 mooie woorden
2 Was wird mit "glänzt"gemeint? / Wat betekent "glänzt"? 
3 Was ist Walzöl? / Wat denk je dat "Walzöl" is?
4 Was ist der Gründ dass Alufolie an einer Seite mat/glänzend ist? / 
 Wat is de reden dat de aluminiumfolie aan één kant mat/glanzend is?




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Fragen:

1 Schreibe 2 schöne Wörter / Schrijf 2 mooie woorden
2 Was wird mit "glänzt"gemeint? / Wat betekent "glänzt"? 
3 Was ist Walzöl? / Wat denk je dat "Walzöl" is?
4 Was ist der Gründ dass Alufolie an einer Seite mat/glänzend ist? / 
 Wat is de reden dat de aluminiumfolie aan één kant mat/glanzend is?




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personalpronomen = persoonlijk voornaamwoord
-wat is dat?
-wat is het verschil tussen persoonlijk voornaamwoord en 
                                                         persoonsvorm
-welke hebben we in het Nederlands?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NL

ik
jij
hij
zij
het
men

wij 
jullie
zij (meervoud)
u
DE

ich
du
er 
sie
es
man

wir 
ihr
sie
Sie
DE +werkwoorden

ich
du
er / sie / es (/ man)




wir 
ihr
sie / Sie

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NL

ik
jij
hij / zij / het (/men)

wij 
jullie
zij (meervoud) / u
DE +werkwoorden

ich
du
er / sie / es (/ man)

wir 
ihr
sie / Sie
zijn

ben
bent 
is

zijn
zijn
zijn/ben
Sein

bin
bist
ist

sind
seid
sind

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 Groβbuchstabe
Sehe die Sprachmittel Periode 1 Thema 1.

Wann bei Niederländisch?

Wann bei Deutsch?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Großbuchstaben
Wann bei Niederländisch?          Wann bei Deutsch?

Kleine Übung->

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wieviel Großbuchstaben? 
gutenmorgen. wie geht es dir? was hast du am wochenende gemacht? hattest du spaß(=plezier)? wir haben einen ausflug (=uitje) gemacht. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wieviel Großbuchstaben?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zeit für Fragen oder ....
Zeit um an deine Endaufgabe zu arbeiten.

Benutze deine Zeit effizient!
(=effectief/doelmatig/doeltreffend/krachtig/daadwerkelijk)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 Ende der Stunde
Fragen zum Schluss.

Slide 14 - Tekstslide

Welke vormen van het Nederlandse woord ken je.    zu nach in

in +4 => naar binnen gaan + landen met lidwoord

nach  => aardrijkskundige namen en bij vaste combinaties (Hause / links / rechts / oben / unten

zu + 3 => personen + dingen
Wat heb je deze les geleerd?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ben je tevreden met wat je deze les gedaan hebt?
A
Ja
B
Nein
C
Jein

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Herzlichen Dank für eure Andacht!
Bedankt voor jullie aandacht!

Nächste Stunde Personalpronomen und "sein".
Volgende les persoonlijk voornaamwoord en "zijn".

Bis zum nächsten Mal.
Tot de volgende keer.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies