Begrijpend luisteren + tekenopdracht

Begrijpend luisteren + creatief
Pasen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend luisteren + creatiefBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Begrijpend luisteren + creatief
Pasen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video


Pasen is een .... feest.
A
Boeddhistisch
B
Christelijk
C
Islamitisch
D
Joods

Slide 3 - Quizvraag


Met pasen vieren de Christenen dat Jezus is ...
A
opgestaan
B
gestorven
C
begraven
D
geslaagd voor school

Slide 4 - Quizvraag


Wanneer begonnen mensen met het eten
van eieren tijdens pasen?

In de .... eeuw na Christus.
A
2e
B
3e
C
4e
D
5e

Slide 5 - Quizvraag


Welk dier stond symbool voor Jezus?
A
kuiken
B
schildpad
C
eend
D
duif

Slide 6 - Quizvraag


Wie deelde de mooi versierde eieren uit?
A
Rijke boeren vrouwen
B
Arme boeren mannen
C
Rijke zakenvrouwen
D
Arme meesters

Slide 7 - Quizvraag


Aan wie deelden ze die eieren uit?
A
Rijke mensen
B
Arme mensen

Slide 8 - Quizvraag


Wat is vasten?
A
Heel weinig eten
B
Heel veel eten

Slide 9 - Quizvraag


Hoelang duurt de vasten periode?
A
20 dagen
B
30 dagen
C
40 dagen
D
50 dagen

Slide 10 - Quizvraag


Na het vasten ga je ....
A
slapen
B
werken
C
naar de winkel
D
feesten

Slide 11 - Quizvraag

En nu ben jij aan de beurt!
Op de volgende pagina's zie je wat je moet doen. 

Slide 12 - Tekstslide


Waar is het ei nog meer een symbool voor?
A
winter
B
zomer
C
lente
D
herfst

Slide 13 - Quizvraag


Uit welk land komt de paashaas?
A
België
B
Duitsland
C
Nederland
D
Frankrijk

Slide 14 - Quizvraag

Wat heb je nodig?
Kleurpotloden
Werkblad pasen

Slide 15 - Tekstslide

Stap 1
Zoek 6 verschillende kleurpotloden uit en maak 2 setjes. 

Bijvoorbeeld: 
Setje 1 = Rood, oranje, geel
Setje 2 =Donker blauw ,groen, licht blauw

Slide 16 - Tekstslide

Stap 2
Op het werkblad zie je allerlei vlakken met in het midden een figuur. 
Dit kan bijvoorbeeld en kip of ei zijn.  

1 setje potloden gebruik je voor het figuur. 
Bijvoorbeeld: 
de vakjes van het ei kleur je in met rood, oranje en geel. 



Slide 17 - Tekstslide

Stap 3

Alle andere vakjes, die niet bij het figuur horen, 
kleur je met de 3 andere potloden: het tweede setje. 

Op de volgende pagina zie je voorbeelden. 

Succes! 



Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide