§7.4 De overheid en de toekomst

7.4 De overheid en de toekomst
  • Je kunt uitleggen wanneer een uitgave een structurele uitgave van de overheid is en waarom structurele uitgaven zo belangrijk zijn.
  • Je kunt toelichten wanneer de overheid een begrotingstekort heeft en uitleggen hoe als gevolg van een tekort de staatsschuld kan stijgen.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

7.4 De overheid en de toekomst
  • Je kunt uitleggen wanneer een uitgave een structurele uitgave van de overheid is en waarom structurele uitgaven zo belangrijk zijn.
  • Je kunt toelichten wanneer de overheid een begrotingstekort heeft en uitleggen hoe als gevolg van een tekort de staatsschuld kan stijgen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Structurele uitgaven
Structuur van de economie
Investeren in de kwantiteit en kwaliteit van de productiefactoren

Slide 3 - Tekstslide

Structurele uitgaven
Overheid moet zorgen dat er nu en in toekomst voldoende goede productiefactoren in ons land zijn.

Structuur van de economie
Kwantiteit en kwaliteit van de productiefactoren in ons land         
Dat betekent investeren met kapitaal

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen kwantiteit en kwaliteit?
A
Kwantiteit gaat over eigenschappen, kwaliteit gaat over hoeveelheid
B
Kwantiteit en kwaliteit zijn synoniemen
C
Kwantiteit gaat over hoeveelheid, kwaliteit gaat over eigenschappen

Slide 5 - Quizvraag

Structurele uitgaven
Overheid moet zorgen dat er nu en in toekomst voldoende goede productiefactoren in ons land zijn.

Structuur van de economie
Kwantiteit en kwaliteit van de productiefactoren in ons land         
Dat betekent investeren met kapitaal

Slide 6 - Tekstslide

Wat waren de productiefactoren uit §1.1 ook al weer?
A
Grondstoffen, arbeid ondernemerschap en fabrieken
B
Kapitaal, arbeid, natuur, ondernemerschap
C
Natuur, arbeid, organisaties en fabrieken
D
Kapitaal, arbeid, natuur en organisaties

Slide 7 - Quizvraag

Een investering in het uitbreiden windmolenpark is een voorbeeld van....
A
Kwalitatie uitgave op de productfactor kapitaal
B
Kwalitatie uitgave op de productfactor ondernemersschap
C
Kwantitatie uitgave op de productfactor kapitaal
D
Kwantitatie uitgave op de productfactor ondernemersschap

Slide 8 - Quizvraag

Een investering in het uitkopen van boeren vanwege het behalen van de stikstof eis is een voorbeeld van....
A
Kwalitatie uitgave op de productfactor arbeid
B
Kwalitatie uitgave op de productfactor natuur
C
Kwantitatie uitgave op de productfactor arbeid
D
Kwantitatie uitgave op de productfactor natuur

Slide 9 - Quizvraag

Structurele uitgaven
Overheid moet zorgen dat er nu en in toekomst voldoende goede productiefactoren in ons land zijn.

Structuur van de economie
Kwantiteit en kwaliteit van de productiefactoren in ons land         
Dat betekent investeren met kapitaal

Slide 10 - Tekstslide

In de schulden
Als de overheid meer uitgave heeft dan inkomsten...
=>  een Begrotingstekort in dat jaar

Met als gevolg dat er geleend moet worden

Daardoor ontstaat/stijgt de Staatsschuld


Slide 11 - Tekstslide

De miljoenennota 2023

Slide 12 - Tekstslide

Heeft de miljoenennota uit 2023 een begrotingsoverschot of -tekort?
A
Begrotingsoverschot
B
Begrotingstekort

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Heeft de miljoenennota uit 2022 een begrotingsoverschot of -tekort?
A
Begrotingsoverschot
B
Begrotingstekort

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Een structurele uitgave van de overheid is een uitgave die:
A
met de hoeveelheid van de productiefactoren te maken heeft
B
elk jaar terugkomt
C
met de kwaliteit van de productiefactoren te maken heeft
D
met de kwaliteit of kwantiteit van de productiefactoren te maken heeft

Slide 17 - Quizvraag

Bij een begrotingstekort heeft de overheid...
A
meer inkomsten dan uitgaven
B
meer uitgaven dan inkomsten

Slide 18 - Quizvraag

Wat zal de overheid niet doen als ze een begrotingstekort hebben?

A
Bezuinigen
B
Belastingen verhogen
C
Lenen
D
Staatsschuld aflossen

Slide 19 - Quizvraag