Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
HAVO woordenboekgebruik LEESTOETS
Het gebruik van een woordenboek
1 / 33
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
In deze les zitten
33 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
25 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Het gebruik van een woordenboek
Slide 1 - Tekstslide
Kijk mee!
Kijk naar het filmpje en let goed op...
Er volgen zo meteen vragen over de inhoud van het filmpje.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
1. Welk van de onderstaande woorden vind ik WEL in het woordenboek?
A
afkortingen
B
verkleinwoord
C
zelfstandig naamwoord - enkelvoud
D
zelfstandig naamwoord - meervoud
Slide 4 - Quizvraag
2. De dame in het filmpje heeft het over de infinitief van een werkwoord. Wat is een infinitief eigenlijk?
A
vervoeging
B
de stam van een werkwoord
C
de ik-vorm
D
het hele werkwoord
Slide 5 - Quizvraag
3. Er wordt steeds gesproken over de context. Wat is de context?
A
betekenis
B
samenhang
C
verband
D
achtergrond
Slide 6 - Quizvraag
Signaalwoorden
Een signaalwoord is een verbindingswoord.
Slide 7 - Tekstslide
4. Welke van de volgende woorden is GEEN signaalwoord?
A
oder(=of)
B
doch(=toch)
C
aber(=maar)
D
mit(=met)
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de vertaling van de volgende signaalwoorden?
Slide 9 - Tekstslide
5. also
A
dus
B
want
C
daarom
D
of
Slide 10 - Quizvraag
6. ook
A
oder
B
auch
Slide 11 - Quizvraag
7. zum Beispiel
Slide 12 - Open vraag
8. aber
Slide 13 - Open vraag
9. weil
Slide 14 - Open vraag
Tot zover de signaalwoorden.
Nu verder met de werkwoorden.
Slide 15 - Tekstslide
Wat is de infinitief van het werkwoord in de zin?
De infinitief is het hele werkwoord.
Slide 16 - Tekstslide
10. Die Parkzeit ist unbegrenzt.
A
ist
B
sein
C
sind
Slide 17 - Quizvraag
11. Ein kostenfreies Parkticket gilt 10 Minuten.
A
gilt
B
gilten
C
gelten
Slide 18 - Quizvraag
12. Das Unternehmen verschenkt die Postkarten also - ...
A
verschenkt
B
verschenken
C
verschinken
Slide 19 - Quizvraag
Dat was de infinitief.
Dan gaan we verder met de zelfstandige naamwoorden.
Slide 20 - Tekstslide
Zoek de vertaling van de volgende woorden op in het woordenboek.
Slide 21 - Tekstslide
14. Ausfahrt
Schrijf betekenis 3 op.
Slide 22 - Open vraag
Meerdere betekenissen
Als een trefwoord duidelijk verschillende betekenissen heeft, worden de vertalingen genummerd met 1, 2 enz.
Kies de vertaling die het beste in de context past.
Slide 23 - Tekstslide
15. Verwaltung
Schrijf betekenis 2 op.
Slide 24 - Open vraag
16. Parkplatz
Welk lidwoord staat ervoor?
Slide 25 - Open vraag
17. Absatz
Schrijf betekenis 3 op.
Slide 26 - Open vraag
18. bestätigt
Schrijf de betekenis op van de infinitief (alleen eerste woord).
Slide 27 - Open vraag
19. Berufswechsel
Slide 28 - Open vraag
Samengesteld zelfstandig naamwoord
Dit is een zelfstandig naamwoord dat eigenlijk uit twee woorden bestaat: Beruf + Wechsel.
Deze woorden staan niet als één woord in het woordenboek, maar apart van elkaar.
Slide 29 - Tekstslide
Uit welke twee woorden bestaan de volgende samengestelde zelfstandig naamwoorden?
Slide 30 - Tekstslide
20. Polizeipraktikum
Slide 31 - Open vraag
21. Kindheitstraum
Slide 32 - Open vraag
Ende
Slide 33 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
M41 - Wörterbuch - 1. Stunde
Februari 2024
- Les met
38 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Goha3- Wörterbuch - 1. Stunde
Januari 2023
- Les met
43 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Das Wörterbuch benutzen - DU-NL
Maart 2024
- Les met
44 slides
Duits
MBO
Studiejaar 2
M41 - Wörterbuch - 2. Stunde
Februari 2023
- Les met
30 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Das Wörterbuch benutzen - DU-NL
Oktober 2021
- Les met
45 slides
Duits
MBO
Studiejaar 2
Woordenboekles
September 2024
- Les met
35 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Wörterbuch
September 2023
- Les met
31 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
HNE Duits M2 Wörterbuch und lesen
Juni 2024
- Les met
33 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2