Schrijven van een mail

Schrijven van een mail
Nu en later
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Schrijven van een mail
Nu en later

Slide 1 - Tekstslide

e-mail

Slide 2 - Woordweb

Hoe schrijf ik een e-mail naar mijn docent? 

Wil je jouw docent een vraag stellen over de leerstof, een toets of je werkstuk? Een mailtje werkt meestal snel en efficiënt. Een email is zakelijke communicatie en is vergelijkbaar met een brief

Slide 3 - Tekstslide

Waar moet je rekening mee houden met het sturen van een e-mail

Slide 4 - Open vraag

Duidelijk onderwerp:
Een mail versturen zonder onderwerpregel is ongepast (niet netjes). Denk eraan dat de ontvanger van jouw mailtje meerdere mails per dag ontvangt. Zorg er dus voor dat hoe belangrijk de mail is duidelijk af te lezen valt uit de onderwerpregel. Zo heeft je docent een goed beeld van wat soort e-mail in zijn inbox staat.

Voorbeelden:
-Toetsstof wiskunde HS3
-Werkstuk Nederlands
-8u melden dinsdag 7 januari
-te laat melding woensdag 18 december

Slide 5 - Tekstslide

Kies de juiste aanhef
- Schrijf je de mail aan een bekende docent, dan kun je “Beste” als aanspreking kiezen. 
- Ken je de docent niet, dan kun je beter “Geachte” gebruiken. 
- Ken je de naam van de ontvanger, dan gebruik je die in de aanhef. 

Voorbeelden:
Beste meneer Waterman,
Beste mevrouw Zengerink
Geachte heer De Groot,
Geachte mevrouw De Vries,
Ken je de naam van de ontvanger niet, dan schrijf je:
Geachte heer,
Geachte mevrouw,
Weet je niet of de ontvanger een man of een vrouw is, dan gebruik je:
Geachte heer, mevrouw,

Slide 6 - Tekstslide

Inhoud van je mail
Ben je voor de bekende een ontvanger? Of moet je jezelf eerst voorstellen?

Zorg voor een logische opbouw en correct  taalgebruik. 

Een korte mail kan genoeg hebben aan één alinea, maar voor sommige zaken heb je wellicht meerdere alinea's nodig. 

Zorg ervoor dat je altijd netjes blijft en bedenk hoe je bericht overkomt bij de ontvanger

Slide 7 - Tekstslide

Afsluiten 
De standaardafsluiter voor een formeel bericht is 'Met vriendelijke groet'.
 Als je iets vraagt, kan je ook afsluiten met een kleine bedanking vooraf. Dat garandeert ook meteen een grotere kans op een snel antwoord van de ontvanger. 
Hoogachtend is een erg formele afsluiting die weinig gebruikt wordt.

Alvast bedankt voor uw antwoord.
Hartelijk dank voor uw hulp.
Bij voorbaat dank..

Na de slotgroet onderteken je de e-mail met je voor- en achternaam.

Slide 8 - Tekstslide

Ben je boos? 
Als je met iets zit wat volgens jou niet door de beugel kan, dan kun je een docent natuurlijk een mail sturen. Echter als je boos bent, dan schrijf je soms zaken waar je achteraf spijt van hebt. Een handige stelregel is: Een boze mail stuur je een dag later.

Je kunt de mail opstellen en in de concepten zetten. De dag erna lees je de mail nog eens en dan ga je meestal de tekst aanpassen. Je kunt ook de ene dag een paar aantekeningen maken en de dag erop de mail pas opstellen

Slide 9 - Tekstslide

Schrijfopdracht
Mevrouw Zengerink heeft je onterecht absent gemeld voor de NT2-les op maandag 6 januari. Je was netjes in de les, maar staat toch absent.  Hierdoor moet jij op dinsdag 7 januari  dit lesuur dubbel inhalen na schooltijd. 

Je schrijft een mail naar de leerlingcoördinator om uit te leggen wat er gebeurd is en om te vragen om een oplossing. 

Denk aan je onderwerp - aanhef - afsluiting en jouw taalgebruik.

Stuur deze mail naar JZN via Magister.

Slide 10 - Tekstslide

CC, BCC, Allen beantwoorden en de bijlage
CC -> kopie naar iemand, zichtbaar voor ontvanger 
BCC -> kopie naar iemand, onzichtbaar voor ontvanger 
Reply -> reageer alleen op de verzender 
Reply all-> reageer op de verzender + alle adressen in de CC

Stuur een bijlage altijd als kopie en niet als gedeeld document. Zo kunnen andere niet je document per ongeluk aanpassen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide