Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Taal - Woordenschat - familie en vrienden
Woordenschat
Je herhaalt en leert woorden die met familie en vrienden te maken hebben.
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Taal
Basisschool
Groep 8
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woordenschat
Je herhaalt en leert woorden die met familie en vrienden te maken hebben.
Slide 1 - Tekstslide
Aandachtspunten:
* Ga naar https://lessonup.app/code
* Vul de volgende code in: * linksonder in beeld*
* Vul de antwoorden voor jezelf in
* Doe fanatiek mee!
* Ongepaste opmerkingen tussendoor zijn niet nodig!
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent 'het huwelijk'?
"Het huwelijk vindt plaats in een oud kasteel."
A
Het moment dat je tegen iemand aan botst.
B
Een inschrijving.
C
Als twee mensen met elkaar zijn getrouwd.
D
Het plaatsen van een online bestelling.
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent 'de plechtigheid'?
"Wij gaan met z'n allen naar binnen voor de plechtigheid."
A
Een spijker op zijn kop slaan.
B
een ceremonie, bijvoorbeeld tijdens een bruiloft of begrafenis.
C
Het onderhouden van een auto.
D
Het boeken van een vakantie.
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent 'seksuele geaardheid'?
"De seksuele geaardheid van mijn vader is homoseksueel."
A
Tot welk geslacht je je voelt aangetrokken.
B
Het alleen leuk vinden van de kleur roze.
C
Het moment dat je deel uitmaakt van deze aardbol.
D
Het alleen leuk vinden van de kleur blauw.
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent 'heteroseksueel'?
"De seksuele geaardheid van mijn tante is heteroseksueel. Zij heeft een relatie met een man."
A
iemand die op mannen en vrouwen verliefd kan worden.
B
Twee van dezelfde dieren verzorgen.
C
iemand die alleen verliefd wordt op iemand van hetzelfde geslacht.
D
iemand die alleen verliefd wordt op iemand van het andere geslacht.
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent 'homoseksueel'?
"De seksuele geaardheid van mijn oom is homoseksueel. Hij heeft een relatie met een man."
A
iemand die op mannen en vrouwen verliefd kan worden.
B
Twee van dezelfde dieren verzorgen.
C
iemand die alleen verliefd wordt op iemand van hetzelfde geslacht.
D
iemand die alleen verliefd wordt op iemand van het andere geslacht.
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent 'biseksueel'?
"De seksuele geaardheid van mijn nicht is
biseksueel. Zij had een relatie met een man, maar is nu verliefd op een vrouw."
A
iemand die op mannen en vrouwen verliefd kan worden.
B
twee van dezelfde dieren verzorgen.
C
iemand die alleen verliefd wordt op iemand van hetzelfde geslacht.
D
iemand die alleen verliefd wordt op iemand van het andere geslacht.
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent 'een bont gezelschap'?
"Mijn oma, tante Suzan, oom Luuk en mijn nichtjes Maud en Evi zijn er ook."
A
veel verschillende mensen bij elkaar.
B
jassen met een bontkraag.
C
een groep mensen die zeehonden verzorgt.
D
een groep vandalen.
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent 'de verloofde'?
"De bruidegom komt met zijn verloofde de kamer binnengelopen."
A
de Toyota Soupra MK4 van Pim Wallaart
B
iemand die beloofd heeft met iemand te gaan trouwen.
C
een belofte met jouw oma.
D
een loofboom.
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent 'huwen'?
"De trouwambtenaar staat vooraan om het koppel te huwen."
A
het installeren van een airconditioning in de auto.
B
het stiekem verbreken van een belofte.
C
het duwen van de deur in plaats van het trekken.
D
trouwen.
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent 'symboliseren'?
"Het huwelijk symboliseert een eeuwige verbintenis met elkaar."
A
het ronddraaien van de autowielen.
B
automerken.
C
het houden van een toespraak.
D
iets voorstellen of uitbeelden.
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent 'de trouwring'?
"Tante Jolien schuift de ring om de vinger van oom Theo."
A
een ring die mensen die getrouwd zijn dragen.
B
de gelofte.
C
het zetten van een handtekening.
D
het op slot draaien van een kamerdeur.
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekent 'de partner'?
"Oom Friso is ook aanwezig samen met zijn partner."
A
een collega.
B
iemand met wie je samenwoont of getrouwd bent.
C
een deel van een geheel.
D
een van jouw ouders.
Slide 14 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
10. Thema 2, week 1 Les 1a Familie en vrienden
September 2019
- Les met
17 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Seksuele diversiteit
December 2023
- Les met
30 slides
door
Schoolblocks
Burgerschap
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1-3
Schoolblocks
A1a seksuele geaardheid les 2
Maart 2021
- Les met
23 slides
Burgerschap
Middelbare school
vmbo b, mavo
Leerjaar 1
Seksuele diversiteit
Oktober 2023
- Les met
25 slides
Burgerschap
MBO
Studiejaar 1
Seksuele vorming
Oktober 2022
- Les met
31 slides
door
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie
Burgerschapskunde
+3
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Kidsweek in de Klas
Seksuele diversiteit
Juni 2022
- Les met
41 slides
Burgerschap
MBO
Studiejaar 1
Seksuele diversiteit
Juli 2024
- Les met
23 slides
Les 4 - relaties
Mei 2021
- Les met
13 slides
l&b
MBO
Studiejaar 1