In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Telefoon in telefoontas!
Slide 1 - Tekstslide
Huiswerkcontrole
Herhaling § 3.2 : oefentoets
Uitleg § 2.4 'Bij welke groep hoor je' ?
Maken vragen
Denk aan Praktische opdracht!
Agenda
Slide 2 - Tekstslide
Weet je het nog?
Maak zelfstandig de oefentoets van paragraaf § 3
Zonder boek!
Succes!
timer
3:00
Slide 3 - Tekstslide
Antwoorden
B. de cultuur waarin je leeft.
D. 1 en 2 zijn beide onjuist.
Verschil in leeftijd; ouderen hebben andere normen en waarden dan jongeren.
Experimenteren met alcohol en drugs, eigen keuzes over muziek en kleding, ontwikkeling seksuele identiteit.
Als iemand geen rekening houdt met anderen.
Slide 4 - Tekstslide
§ 2.4. Bij welke groep hoor je?
Slide 5 - Tekstslide
Lesdoelen
Na deze les kun je herkennen en uitleggen wat (groeps-) identificatie is. Hoe een groepsgevoel ontstaat, hoe de samenleving in de loop er jaren is veranderd en de begrippen: individu, individualisering, sociale cohesie en 'wij-gevoel'.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Een klik hebben
Een klik ontstaat doordat je bepaalde kenmerken van jezelf herkent bij de ander. Dit noemen we ook wel identificatie.
Als je deze kenmerken bij meer mensen ziet ontstaat er groepsidentificatie. Je hebt namelijk dezelfde kenmerken of gewoonten.
Slide 8 - Tekstslide
Groepsgevoel/Groepsidentificatie
Hoe ontstaat een groepsgevoel?
Plaats
Geloof
Belangen/problemen
Smaak/interesses
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Jongerenculturen
Jongerenculturen een groep jongeren met dezelfde waarden normen en gewoonten.
Dit kwam door een stijging van de welvaart, meer vrije tijd onder jongeren. Afzetten tegen ouders --> individualisme
Slide 14 - Tekstslide
Video's
jong in de jaren 60
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Video's
Optreden Rolling Stones
Slide 17 - Tekstslide
0
Slide 18 - Video
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Schrijf één reden voor komst van een AZC en één reden tegen