Les 4, herhalen D + leren SO (18-03) 2havo

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Pak je werkboek, aantekeningenschrift (open op tafel) en etui.
Ga lezen in je Nederlands boek, vocabulaire A+B leren, verder met de woordzoeker


Aujourd'hui, c'est mardi
H2A

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht gram. D:
Beantwoord de vragen en maak de zin ontkennend met de onderstreepte werkwoorden (schrijf het in je schrift)
1) Elle reste chez elle? Non, elle (niet meer) .................... chez elle.
2) Ils aiment un film? Non, ils (nooit) ................... un film.
3) Vous mangez au restaurant? Non, vous (nog niet) ........... au restaurant.

Niet meer = ne ... plus
Nooit = ne ... jamais
Nog niet = ne ... pas encore
Klaar? Ga verder met waar je mee bezig was.

Slide 3 - Tekstslide

Startopdracht gram. D:
Beantwoord de vragen en maak de zin ontkennend met de onderstreepte werkwoorden (schrijf het in je schrift)
1) Elle reste chez elle? Non, elle (niet meer) ne reste plus chez elle.
2) Ils aiment un film? Non, ils (nooit) n'aiment jamais un film.
3) Vous mangez au restaurant? Non, vous (nog niet) ne mangez pas encore au restaurant.

Niet meer = ne ... plus
Nooit = ne ... jamais
Nog niet = ne ... pas encore
Klaar? Ga verder met waar je mee bezig was.

Slide 4 - Tekstslide

Le programme:
- herhalen gram D. -> de ontkenning
- huiswerk bespreken
- oefenstencil / leren 

Slide 5 - Tekstslide

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les kun je de ontkenning toepassen in opdrachten
- Aan het einde van de les heb je een start gemaakt met het leren voor het SO

Slide 6 - Tekstslide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 7 - Tekstslide

Grammaire D
  • De ontkenning

Wat weet je nog? Waar moest je opletten? Welke vormen zijn er?
timer
0:10

Slide 8 - Tekstslide

Samenvatting:
Vormen van de ontkenning:





Ontkenning staat altijd om werkwoord (persoonsvorm)
Let op: Elle n'aime plus le chocolat 
-> klinkerbotsing -> ne wordt n'
ne ... pas
niet
ne ... plus
niet meer
ne ... rien 
niets
ne ... pas encore
nog niet

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk bespreken:
Ouvre le livre à la page 22

Pak een rode of groene pen, zodat je de opdrachten kunt nakijken.

Les devoirs = ex. 16BC, 17ABC, 18

Slide 10 - Tekstslide

Questions?

Slide 11 - Tekstslide

Au travail:
Quoi (wat)? Maak het opdrachtenblad over de ontkenning (gram. D)
Comment (hoe)? Individuellement ou ensemble en 2 (fluisteren)
Prêt (klaar)? Ga leren voor het SO

Slide 12 - Tekstslide

Antwoorden oefenblad:

Slide 13 - Tekstslide

Blooket voca. A+B+C
Afspraak:
- gebruik je eigen naam
https://dashboard.blooket.com/set/661cd1f538d5b9dc5008f834
Winnaar krijgt napoleon

Slide 14 - Tekstslide

Les devoirs (huiswerk):
- Leren voor het SO van dinsdag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide