methodisch werken les 2

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 2

Welkom bij methodisch werken!

vorige keer...

- vraag 1 en 2 van de opdracht gemaakt, geplaatst op ITSL

- overzicht groepjes

na deze les

• Kun je op een methodische manier inspraak organiseren 
• Heb je informatie (theorie) besproken om vraag 3 van de opdracht te maken! (voor vraag 3d lees blz. 272)
  

even opfrissen..

...Wat is kinderparticipatie ook alweer?.. 

...We kijken een filmpje over een kinderopvang die dit in de prakijk brengt!

Let op: luister goed welke tips en aandachtspunten je hoort!

welke tips en aandachtspunten heb jij in het filmpje gehoord over inspraak bij kinderen?

Wat is de meerwaarde van inspraak? (voor zowel kind als opvoeder?)

1. het is goed voor de ontwikkeling van het kind: leren mening vormen en maken kennis met 'principes van democratie'​ 
2. kind voelt zich serieus genomen!
3. Is kwaliteit verhogend voor de instelling: je ontvangt als leiding belangrijke informatie waarmee je aan de slag kunt. 

Casus...

Myra loopt stage op een BSO. Ze heeft net gelezen dat het goed is om kinderen verantwoordelijkheid te geven en betrokken te maken bij het proces door hen inspraak te geven. ​ 

Op een middag als  de kinderen moe gespeeld van een potje volleybal op de bank neerstrijkt vraagt ze in de groep: " wat zouden jullie graag willen hier op de BSO?en  Wat vinden jullie van de BSO? De groep reageert direct. De een vind dit en de ander dat. Iedereen praat door elkaar en vind ook iets anders. Als Myra later de kopjes aan het afwassen is vraagt ze zich af wat ze met haar vragen is opgeschoten. De grootste fantasieen kwamen op tafel en het was best gezellig, maar geen enkel idee was realistisch. 

Hoe zou het komen dat Myra weinig met dit gesprek was opgeschoten en dat er weinig 'concreets' uitkwam?

aandachtspunten bij inspraak: informeer het kind!

• Wat zijn de kaders​?
• Wie beslissen mee?​ 
• Keuzemogelijkheden (bedenk: iets dat je niet weet, kun je ook niet willen)​ 
• Informatie over consequenties.

doorgaan op casus Myra:

wat zijn de kaders: waarover hebben de kinderen wel iets te zeggen en waarover niet? ​ 

Andere deelnemers, wie beslissen mee?​ 

Keuzemogelijkheden (bedenk:iets dat je niet weet, kun je ook niet willen)​ 

Informatie over consequenties. (bijv. Als je dit uitje kiest, dan kunnen we niet dat andere uitje doen.) ​

Aandachtspunten bij inspraak: valkuilen

• Dwang: ga aan de gang met de enthousiastelingen. Geen ‘moeten’.​ 
• Vrijblijvendheid: Er wordt vervolgens niets mee gedaan
• Losse flodder:  niet eenmalig, maar onderdeel van je organisatie.

Om de kinderen enthousiast te krijgen voor een activiteit op de BSO is het is een goed idee om te zeggen: "vanmiddag gaan we allemaal een potje sjoelen!"

1. goed! Je moet duidelijke kaders stellen
2. fout, de BSO is vrije tijd van het kind. Verplichte activiteiten passen niet bij vrije tijd.

Je hebt zojuist een kindervergadering gehouden over de activiteiten die jullie in de vakantie zouden kunnen doen. Aan het eind zeg je: "maar goed, ik werk zelf niet deze vakantie, dus het is aan juf Linda of ze iets met deze ideeën doet. Zij is er nu niet om te overleggen

1. Deze werkwijze is te vrijblijvend. Bij inspraak is het belangrijk duidelijke afspraken te maken!
2. Prima! Je collega heeft tenslotte zelf ook recht op inspraak!

Wat gaat hier mis ?
Op een middag komen er 2 stagiaires op de BSO. De kinderen weten niet wie ze zijn en wat ze komen doen. Kom, zegt de ene stagiaire: we gaan vanmiddag een plan bedenken hoe de speelplek er uit moet komen te zien. Ga allemaal maar in een kring zitten en vertel in 2 'tallen aan elkaar wat je belangrijk vind. De kinderen begrijpen het niet zo goed.. wat is nu de bedoeling? Wat moeten we doen? Dit hebben ze nog nooit meegemaakt.

dit ga je doen:

• punt 3 van de opdracht uitwerken in je 2'tal. Zie hiervoor de groepsindeling met wie je samenwerkt.
• Maak de vragen A tot F en lever deze vóór de volgende les in op ITSL!