语法

中文课
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
ChineesMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

中文课

Slide 1 - Tekstslide

会/能/可以
  • Kunnen
  • 会:dat je weet hoe iets moet, dat je het geleerd hebt (kunnen)
  • 能:to be able to, meet the requirements (kunnen)
  • 可以:toestemming hebben om (van iemand anders toestemming hebben) (kunnen)

Slide 2 - Tekstslide

会/能/可以
  • 说中文。
  • 吃三碗米饭吗?
  • 老师,我可以走点走吗?

Slide 3 - Tekstslide

的/得/地
  • 的:bezittelijke partikel
  • 得:ww 得 bn, bn zegt iets over ww
  • 地:bn 地 ww, ww zegt iets over bn

  • 很快
  • 慢慢

Slide 4 - Tekstslide

不好意思/对不起 / 抱歉
  • 不好意思 - (I'm sorry), excuse me. gebruikt het als 'sorry' bij kleine fouten, vooral als je beleefd wilt zijn maar je je niet per se super schuldig voelt. Als je bijvoorbeeld per ongeluk tegen iemand aanstoot.
  • 例子:不好意思,你打错了. Sorry, verkeerde nummer.
  • 对不起 - I'm sorry, gebruik je als jij iets hebt hebt gedaan dat niet goed is voor anderen / problemen hebt veroorzaakt.
  • Bijvoorbeeld: Pardon, dit is mijn zitplek. (veroorzaakt problemen voor iemand anders nu)
  • 例子:对不起这是我的座位。
  • 抱歉 - Iets meer formeel, hoor je vaak in Taiwan, zit niet veel emotie bij dus gebruik je bijvoorbeeld niet vaak met vrienden.
  • 例子:我们没有完成合同,我很抱歉。We didn't complete the contract, I feel sorry.

Slide 5 - Tekstslide

帮/帮忙 / 帮助 (一)
  • = ww
  • 帮 + iemand + ww + (iets)
  • 例子:你可以我买一杯咖啡吗?
  • 例子:谢谢你我搬家。
  • 帮助 = ww / zn
  • 帮助 + iemand (nadruk ligt op de persoon die hulp krijgt) 
  • 例子:他很喜欢帮助别人。
  • 例子:他以前帮助过我,所以这次我应该帮助他。
  • 很大的帮助 / 谢谢你的帮助。

Slide 6 - Tekstslide

帮/帮忙 / 帮助 (二)
  • 帮忙 = ww + lv
  • 帮 + iemand + 的 + 忙
  • 帮 + iemand + 一个(大)忙
  • 例子:今天我没有时间因为我要去学校老师的
  • 例子:这次你了我一个大,非常感谢你。 
  • 帮个忙
  • 你可以我一个吗?

Slide 7 - Tekstslide

帮/帮忙 / 帮助 (三)
  • Dus de vraag: 'Kun je me helpen?' kan op de volgende manieren beantwoord worden:
  • 你可以我吗?
  • 你可以帮助我吗?
  • 你可以我一个吗?
  • 我能帮忙吗?(Can I help?)

Slide 8 - Tekstslide

事/事情
  • = matter, business, accident, incident (meer specifiek dan 事情?)
  • 例子:发生了什么事?
  • 事情 = affair, matter, thing (refers to life events, actions and situations). Slaat op dingen die je niet fysiek kunt aanraken (东西 kan dat wel)
  • 例子:今天的事情今天必须要做完。
  • 佳通事故 = traffic accident

Slide 9 - Tekstslide

买衣服/买鞋子
  • 衣服:你穿多大号?
  • 衣服:小号,中号,大号,特大号
  • 鞋子:你的鞋号是多少?
  • (你穿几号鞋? )
  • 鞋子:我有三十七号。/ 我穿三十七号。
  • Let op volgorde + maatwoorden:
  • 新衣服。
  • 我要一绿色的衬衫。
  • 新鞋。

Slide 10 - Tekstslide

肯定 / 一定 / 确定

Slide 11 - Tekstslide

适合 / 合适 

Slide 12 - Tekstslide