-Onderwerp (wat is het thema dat ik op de foto zet)
-Kader en afstand (wat zie ik van mijn onderwerp op de foto)
(beeld horizontaal beeld of verticaal)
-Standpunt (vogelvlucht, normaal, Kikvors)
-dynamisch/statisch (bewegend /stil)
-Compositie ( wat staat waar)
-regel van derden
-Licht/filters