H3 - P2 - week 8 - les 2 - H3B - Mentor + herhalen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom!

Nederlands

Mevrouw Takken, TNL

[e-mail]

Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)

- Welkom! 

- Telefoonbeleid P3

- Stagedingen

- Overzicht toetsstof

- Oefenen, herhalen, leren!

   - Zelf aan de slag met oefenmateriaal

   - Uittreksel maken

   - Vragen stellen

Doel:

- Je geeft aan welke argumentatievorm er gebruikt is bij een standpunt

- Je schrijft de structuur van de argumentatie op. 

- Je benoemt of een argument juist en inhoudelijk geldig is.

- Aan de hand van de formule geef je aan of een redenatie logisch geldig is. 

Vandaag in de les:

Zie algemene powerpoint

Telefoonbeleid vanaf P3

- Twee dagen (aanstaande vrijdag en 26-01)

- Zorg voor een handtekening op formulier - uiterlijk maandag inleveren

Opdrachten:

1. Bedrijfsprofiel maken

2. Medewerkers interviewen

3. Tekening maken van je werkplek(ken)

4. Presentatie van je stage(s) - na de laatste stagedag

5. Reflectie op stage(s)

Stagelopen

Stagelopen - 1. bedrijfsprofiel

Wie: twee medewerkers van het bedrijf waar je werkt. 

Wat: van te voren bedenk je 15 vragen - deze neem je op papier (of online) mee. 

Hoe: stel je vragen aan de medewerkers.  Als je iets interessant vindt, vraag je door. Noteer je antwoorden ook! 

Het doel van de opdracht:

Leer meer over het bedrijf en over het werk. Ontdek wat je leuk lijkt aan zijn/haar werk.

Verwerking:

Je werkt de antwoorden uit in een netjes bestand en voegt het toe aan je stageverslag. 

Stagelopen - 2. interview medewerkers

Maak een tekening van jouw werkplek. 

Dit mag een plattegrond zijn, maar ook een 3d-tekening. 

Hoe ziet je werkplek eruit? Waar staat alles? 

Als je op meerdere plekken werkt, kies je één plek uit om te tekenen. 

Verwerking:

Maak een foto van je tekening en voeg deze bij in je verslag. 

Je mag ook een digitale oplossing verzinnen (bijv. nabouwen in Minecraft en dan een screetshot toevoegen). 

Stagelopen - 3. tekening maken werkplek

Je gaat na de laatste stagedag presenteren wat je gedaan hebt:

- In kleine groepjes (4 ll).

- Pecha Kucha (alleen beelden op het bord waar je in max. 20 seconden per beeld iets over vertelt.) Je gebruikt 10 beelden.

- Presentaties op 9 -02

Stagelopen - 4. presentatie ervaringen

Schrijf een reflectie:

Vraag 1: Wat heb je geleerd? 

Vraag 2: Wat is er nog niet duidelijk? 

Vraag 3: Wat zou je nog meer over jouw profielkeuze of het bedrijf willen weten? 

Vraag 4: Heb je een goed beeld gekregen wat je voor jouw beroep nodig hebt? Zo ja, wat heb je dan nodig? Zo nee, waar zou je deze informatie wél kunnen vinden? 

Vraag 5: Waar ben je tevreden over binnen je tweedaagse stage?  

Vraag 6: Waar geef je jezelf een compliment voor? 

Vraag 7: Waar ben je niet tevreden over?   

Vraag 8: Als je op twee plekken bent geweest, welke van de twee spreekt je meer aan? 

Stagelopen - 5. reflectieverslag

9 februari lever je het volledige verslag in via teams.

Stagelopen - 

Wanneer is de toets? 

- vrijdag 19-01, het 2e uur

Wat moet je kennen:

H17  - wat is een standpunt en wat is een argument

H18 + 19 - enkelvoudige, meervoudige, nevenschikkende of onderschikkende argumenten

H32 - Juiste en inhoudelijk geldige argumenten

H33 - logisch geldige argumenten

Wat moet je leren voor de toetsweek:

Wat is een mening en wat is een argument

Mening / standpunt:

Wat vind iemand / hoe wordt ergens tegenaan gekeken. 

Argument:

Uitspraak waarmee de mening/het standpunt wordt onderbouwd.

Soorten argumenten:

Feitelijk: Deze kun je controleren.

Niet feitelijk: niet te controleren - maken een uitspraak/betoog minder sterk

H17 - meningen en argumenten

H18 en 19 - Soorten argumentatie:

Standpunt + 1 argument

Enkelvoudige argumentatie

Standpunt + meerdere argumenten

Meervoudige argumentatie

Structuur: standpunt ← argument

Structuur: standpunt ← argument + argument + argument (enzovoort)

=

=

Onderschikkende argumentatie

Nevenschikkende argumentatie

Structuur: standpunt ← (argument 1 + argument 2) 

Structuur: standpunt ← argument 1a ← ondergeschikt argument 1b ← ondergeschikt argument 1c (enzovoort)

=

=

H32 Juiste en geldige argumenten

Juiste argumenten

Niet elk argument klopt. 

Als het argument onwaarheden bevat, is het onjuist.

Ook een argument dat niet-feitelijk is, kan hieronder vallen. 

Geldige argumenten

Gaat je argument wel over het standpunt dat je hebt?

Cirkelredenering

Bij een cirkelredenering zeg je met je argument eigenlijk hetzelfde als met je standpunt:

Standpunt: Toelaten van auto's in de binnenstad is gevaarlijk

Argument: Auto's in de bebouwde kom zijn onveilig

Je blijft dan in een rondje draaien.

Zorg dus dat je met je argumenten nieuwe informatie aandraagt. 

Te snelle conclusie

Het argument gaat maar over één specifiek geval. Je kunt er geen conclusies/ gevolgen aan verbinden. 

Drogredenen

Niet elk argument mag je gebruiken...  Let op de volgende dingen:

Kloppen de feiten in je argument?

Sluit het argument echt aan bij het standpunt?

Bij een cirkelredenering zeg je met je argument eigenlijk hetzelfde als met je standpunt.

Het argument gaat maar over één specifiek geval. Je kunt er geen conclusies/ gevolgen aan verbinden. 

Logica = Wetenschap die zich bezighoudt met de formele regels van argumentatie.

H33 - logisch geldig

.

H33 - logica

Leren/oefenen voor de toets:

Kies een van deze opties:

1. Maak een uittreksel van de toetsstof.

2. Oefen met oefentoetsen van een van de hoofdstukken.

    (nakijken ook heel belangrijk)

Je mag samenwerken, maar zorg er wel voor dat iedereen aan het

werk kan! 

Aan de slag:

- Bespreken vragen uit oefentoets

- Onduidelijkheden bespreken

- 100% klaar zijn voor de toets

Tot dan!

Volgende les: