4.1 Een eigen bedrijf?

4.1 Een eigen bedrijf?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.1 Een eigen bedrijf?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen voor 4.1
> Je kunt motieven noemen om een eigen bedrijf te starten.
> Je kunt verschillende ondernemingsvormen uitleggen.
> Je kunt uitleggen dat aansprakelijkheid en belasting per rechtsvorm verschilt.
> Je kunt het verschil tussen werknemer en werkgever aangeven.
> Je kunt voorbeelden noemen van (niet-)commerciële organisaties.

Slide 2 - Tekstslide

Welkom
Planning
Leerdoelen
De les
Weektaak
Herhaling
Afsluiten



Slide 3 - Tekstslide

Waarom eigen bedrijf?

Slide 4 - Woordweb

Hoe start je een eigen bedrijf?
1. Je informeert bij de gemeente of je een bedrijf mag starten op de gekozen plaats.
- Voor sommige bedrijven heb je de juiste diploma's nodig.
2. Je schrijft je in bij de Kamer van Koophandel (KvK) en kiest een ondernemingsvorm (rechtsvorm).
- Dit is bepalend voor wie eigenaar is
- Wie er verantwoordelijk is voor de onderneming
- Welke belastingen je moet betalen.
3. Je meld je aan bij de belastingdienst.

Slide 5 - Tekstslide

Welke ondernemingsvorm kies je?
Eenmanszaak
Vennootschap onder firma (vof)
Besloten vennootschap (BV)
Naamloze vennootschap (NV)

Slide 6 - Tekstslide

Eenmanszaak
* 1 Eigenaar
*Geen rechtspersoon
*Eigenaar is aansprakelijk met zowel zakelijk als privé vermogen!

Inkomstenbelasting (over de winst)
Omzetbelasting (BTW)

Slide 7 - Tekstslide

Vennootschap onder firma (vof)
*Meerdere eigenaren
*Geen rechtspersoon
*Iedere vennoot is aansprakelijk voor de gehele schuld (met zakelijk en privé vermogen)

Inkomstenbelasting per vennoot
Omzetbelasting (btw)

Slide 8 - Tekstslide

Natuurlijk persoon               vs                   Rechtspersoon

Aansprakelijk met zakelijk                   Aansprakelijk alleen met 
en privé vermogen                                 zakelijk vermogen

Slide 9 - Tekstslide

Besloten vennootschap (bv)
*Rechtspersoon
*Aandeelhouders zijn de eigenaar
*Aandelen zijn niet vrij verhandelbaar (staan op naam)

Vennootschapsbelasting over winst omzetbelasting (btw)

Slide 10 - Tekstslide

 Naamloze vennootschap (NV)
*Rechtspersoon
*Aandeelhouders zijn de eigenaar
*Aandelen zijn vrij verhandelbaar op de beurs!

Vennootschapsbelasting over winst omzetbelasting (btw)

Slide 11 - Tekstslide

Iedere vennoot is aansprakelijk
A
Eenmanszaak
B
vof
C
BV
D
NV

Slide 12 - Quizvraag

Aandelen op naam hoort bij:
A
Eenmanszaak
B
vof
C
BV
D
NV

Slide 13 - Quizvraag

De winst is voor maar één eigenaar
A
Eenmanszaak
B
vof
C
BV
D
NV

Slide 14 - Quizvraag

Aandelen zijn vrij verhandelbaar
A
Eenmanszaak
B
vof
C
BV
D
NV

Slide 15 - Quizvraag

Welk bedrijfsvorm betaald omzetbelasting (BTW)?
Er zijn meer mogelijkheden.
A
Eenmanszaak
B
vof
C
BV
D
NV

Slide 16 - Quizvraag

Kun je mensen in dienst nemen?
De meeste ondernemers starten als zzp'er.
zzp = zelfstandige zonder personeel.

Indien het bedrijf groter wordt en groeit kan de ondernemer overwegen om personeel aan te nemen. Dit noem je dan een werknemer. De ondernemer wordt dan een werkgever. De ondernemingsvorm wordt dan ...........

Slide 17 - Tekstslide

Commerciële organisatie
Doel: Winst
Niet commerciële organisatie
Doel: Geen winst

Slide 18 - Tekstslide

Wat is een goed voorbeeld van een commercieel bedrijf?
A
Stichting AAP
B
McDonald's
C
Kika
D
War Child

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het doel van een niet-commercieel bedrijf
A
Streven naar winst
B
Werkgevers
C
Werknemers
D
Streven niet naar winst

Slide 20 - Quizvraag

Volgende les
Paragraaf 4.3 "Hoe verkoop ik mijn idee"

Slide 21 - Tekstslide