Wat is democratie?

Democratie in Nederland
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Democratie in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Aan het eind van de les:

  1. kun je in eigen woorden uitleggen wat een democratie is
  2. je kunt de spelregels van een democratie noemen
  3. je kunt uitleggen wat gelijkheid en vrijheid voor jou betekent



Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen
  1. Wat weet je er zelf al van?
  2. korte film over democratie in Nederland
  3. zelfstandig aan het werk met 4 opdrachten
  4. opdracht 2 klassikaal maken en bespreken
  5. terugblikken op de les 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is democratie?

Slide 4 - Woordweb

Iedere burger is voor de wet gelijk.​
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Korte introductie film
Tip:  maak aantekeningen voor jezelf!! 
Alvast een voorbereiding op de toets!

Slide 6 - Tekstslide

Vrijheid betekent:
A
Iets wat je moet doen.
B
Rekening houden met andere mensen.
C
Je eigen keuzes kunnen maken.

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Aan de slag
Je gaat zelfstandig aan het werk met opdracht 1, opdracht 3, 4 en 5.  Opdrachten staan op bladzijde 11 en 13. 
Je krijgt hier 10 minuten de tijd voor. 
Daarna gaan we de opdrachten klassikaal bespreken.

Slide 9 - Tekstslide

Stelling 1
"Wilders is een goede leider"

timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Stelling 1
"Wereldleiders moeten oorlogen één op één in een boksring uitvechten"

Slide 11 - Tekstslide

Stelling 2
"Kamerleden moeten gekozen worden op basis van het aantal Facebook-vrienden dat zij hebben"

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen

Aan het eind van de les:

  1. kun je in eigen woorden uitleggen wat een democratie is
  2. je kunt de spelregels van een democratie noemen
  3. je kunt uitleggen wat gelijkheid en vrijheid voor jou beteken
  4. je kunt uitleggen wat de Grondwet is en wat daarin staat
  5. je kunt uitleggen wat het eerste en belangrijkste artikel van de Grondwet is.



Slide 13 - Tekstslide

Kenmerk 1: Er is een volksvertegenwoordiging

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Volksvertegenwoordiging
Tweede Kamer: rechtsstreeks gekozen door burgers
Eerste kamer: gekozen door Provinciale Staten

Eerste en Tweede Kamer vormen samen het Parlement

Slide 16 - Tekstslide

Kenmerk 2: Vrije, eerlijke en geheime verkiezingen

Slide 17 - Tekstslide

2. Er zijn vrije, eerlijke en geheime verkiezingen.

Wat betekent dit?
A
Dat je zelf mag weten op wie je stemt.
B
Dat de stemmen eerlijk geteld moeten worden.
C
Dat je zelf mag weten hoeveel stemmen je uitbrengt.
D
Dat je niemand hoeft te vertellen op wie je hebt gestemd.

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Verkiezingen
 vrije keuze 
meerdere partijen 
 eerlijk verloop
stemgeheim
regelmatig organiseren

Slide 20 - Tekstslide

Kenmerk 3: Er is een de scheiding van 'machten'

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Machtenscheiding
Machtenscheiding zorgt er voor dat de macht niet bij een kleine groep terecht komt
Grenzen tussen wetgeving en uitvoering zijn vaak vloeiend
(Parlement beinvloedt de regering)

Slide 23 - Tekstslide

Kenmerk 4 : Gelijkheid

Slide 24 - Tekstslide

Waar denk je aan bij
GELIJKHEID
?

Slide 25 - Woordweb

Gelijkheid als basis (grondwet)
" Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan." 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Gelijkheid 
Het idee dat alle mensen hetzelfde behandeld moeten worden door de overheid.
De ene mens is niet meer of minder waardid dan de ander.

Slide 28 - Tekstslide

Kenmerk 5:
Grondwet

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Een grondwet , internationale verdragen en gewone wetten geven de samenleving vorm. Zij komen via het Parlement tot stand.

Slide 32 - Tekstslide

Kenmerk 6 Maatschappelijk middenveld
Kenmerk 7

Slide 33 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een organisatie uit het maatschappelijk middenveld

Slide 34 - Open vraag

Wie lost het op? En hoe?
Maatschappelijk middenveld: "Groepen van burgers die voor bepaalde waarden of belangen opkomen zonder winstoogmerk te hebben" 
Markt: "Ondernemingen of bedrijven met winstoogmerk"
Overheid: "Het hoogste gezag in een land dat wetten maakt, uitvoert en handhaaft"


Slide 35 - Tekstslide

Kenmerk 7: Vrije media

Slide 36 - Tekstslide

Soorten media

Slide 37 - Tekstslide

vrije media
Democratie kan niet zonder vrije media functioneren
media moeten politiek kritisch volgen.
Daarom is het van belang dat er meerdere media zijn zodat niet één mening of medium overheerst

Slide 38 - Tekstslide

Invloed hebben

Slide 39 - Tekstslide

participatie = deelnemen (om te beinvloeden)
A
heel belangrijk
B
belangrijk
C
matig belangrijk
D
onbelangrijk

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide

Invloed hebben
  1. Stemmen
  2. Politiek actief worden
  3. Brief schrijven
  4. Media aandacht
  5. Demonstreren
  6. Naar de rechter
  7. Lobbyen
  8. burgerinitiatief

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide