Skills les 2: Belgie

Skills: De wereldkeuken
Belgie!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Skills: De wereldkeuken
Belgie!

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
  • Belgie is een land in de Europese Unie
  • Het ligt onder Nederland en naast Luxemburg en Frankrijk
  • Belgie telt ongeveer 11 miljoen inwoners en er wordt Frans en Nederlands gesproken

Slide 2 - Tekstslide

Belgie
  • Een aantal bekende steden in Belgie zijn Antwerpen, Brussel, Brugge en Gent
  •  Belgie bestaat uit drie gewesten: Vlaanderen, Wallonie en tweetalig Brussel.
  • In Wallonie en een deel van Brussel wordt Frans gesproken en in Vlaanderen spreekt men Nederlands

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent dit Vlaamse woord?

Amai!

A
Oei
B
Jeetje
C
Hallo
D
Tot morgen

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent dit Vlaamse woord?

Lopen
A
Lopen
B
Rennen
C
Kruipen
D
Slapen

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent deze Vlaamse zin?

Ik zie u graag
A
Wat zie je er leuk uit vandaag
B
Doe het licht aan
C
Ik hou van je
D
Tot de volgende keer

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent dit Vlaamse woord?

Rondpunt
A
Cirkel
B
Rotonde
C
Snelweg
D
Boodschappentas

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent deze Vlaamse zin?

Een boontje voor iemand hebben
A
Een sperzieboon voor iemand hebben
B
Iemand een cadeautje geven
C
Iemand is jou iets verschuldigd
D
Een zwak voor iemand hebben

Slide 8 - Quizvraag

Eetgewoontes in Belgie
  • In ieder restaurant in Belgie kan je mosselen met Vlaamse friet eten
  • Daarnaast eten Belgen veel 'pattatten'. Dat zijn geen frietjes, maar aardappelen!
  • Er wordt in Belgie veel stoofvlees gegeten en de Belgen zijn trots op hun Belgische chocolade.
  • De Belgen zijn gek op bier!

Slide 9 - Tekstslide

Wat maken wij vandaag?
  • Vandaag maken we Brugse kletskoppen
  • Brugse kletskoppen komen uit de Belgische stad Brugge
  • Ze worden gemaakt van boter, bloem en kandijsuiker
  • De naam kletskop danken ze aan het 'platkletsen' van het deeg voor de koekjes de oven in gaan

Slide 10 - Tekstslide

Hoe doen we dat?
  • Samenwerken is belangrijk
  • We lezen samen het recept
  • Opruimen is vandaag extra van belang
  • We werken weer met andere tweetallen! 

Slide 11 - Tekstslide

Hoelang heb je daar de tijd voor?
timer
50:00
  • De koekjes neem je mee naar huis
  •  Je moet in deze vijftig minuten dus ook afwassen en opruimen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Volgende week gaan we naar
Frankrijk!

Slide 14 - Tekstslide