H5 §3A Nederland na 1945 - Wederopbouw en groei '45-'60

H5: De Wereld na 1945
Nederland na 1945
▶ Wederopbouw en groei ('45-'60)
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H5: De Wereld na 1945
Nederland na 1945
▶ Wederopbouw en groei ('45-'60)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen? 
  1. Terugblik
  2. Leerdoel
  3. Instructie
  4. Aan de slag
  5. Volgende les

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgend onderdeel? 
  1. Terugblik (nakijken §2 B+C)
  2. Leerdoel
  3. Instructie
  4. Aan de slag
  5. Volgende les

Slide 3 - Tekstslide

05 min.
SOMtoday
  • Maak de opdrachten op pagina 161.
  • Maak de opdrachten op pagina 163.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Volgend onderdeel? 
  1. Terugblik
  2. Leerdoel (H5 §3A)
  3. Instructie
  4. Aan de slag
  5. Volgende les

Slide 6 - Tekstslide

10 min.
Leerdoel(en) 
  1. Je kunt beschrijven wat er tussen 1945 en 1960 in Nederland veranderde op economisch en politiek gebied.


Begrippen:
  • wederopbouw
  • gastarbeiders

  • consumptiemaatschappij
  • verzorgingsstaat

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgend onderdeel? 
  1. Terugblik
  2. Leerdoel
  3. Instructie (H5 §3A)
  4. Aan de slag
  5. Volgende les

Slide 8 - Tekstslide

20 min.
Wederopbouw
Waarom? & Wat?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

NL '45-'60: economisch

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland na WOII
  1. Veel infrastructuur vernietigd.
  2. Tekorten aan voedsel en kleding.
  3. Angst voor nóg een crisis.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Schade aan de infrastructuur zorgt voor tekorten. Wat is daar de reden voor?
A
Mensen werken niet meer in de fabrieken maar gaan werken aan de infrastructuur.
B
Producten konden niet meer vervoerd worden.
C
De Duitsers hadden alles met zich meegenomen tijdens de oorlog.
D
Fabrieken konden niks meer produceren.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Wederopbouw
3 minuten (tot 2:45)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De wederopbouw
1950

Nederland bouwt zichzelf heel snel weer op: 
  1. Veel Nederlanders wilden voor een laag loon werken, om zo geld over te houden om Nederland weer op te bouwen.
  2. Marshallhulp

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Marshallplan
3 minuten

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Voor wie was het Marshallplan bedoeld?
A
De hele wereld
B
Alle West-Europese landen
C
Heel Europa
D
De Sovjet-Unie

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom maakten de
Oost-Europese landen GEEN
gebruik van de Marshallhulp?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een groeiende economie
Eind jaren 50 groeit de welvaart weer in Nederland.
  • Meer loon
  • Vrije tijd 

Mensen krijgen geld en tijd voor luxeproducten.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke luxeproducten kennen we 
eind jaren 50?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Nederland wordt een 'consumptiemaatschappij'. Wat is dat?
A
Een samenleving waarin veel entertainment was
B
Een samenleving waarin mensen steeds minder willen kopen
C
Een samenleving waarin veel werd gegeten
D
Een samenleving waarin mensen steeds meer willen kopen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Migranten
Migratie Verplaatsing van (groepen) mensen 
                     van de ene plaats naar de andere. 
Na 1945:
  • vertrokken Nederlanders naar het buitenland = emigratie.
  •                   kwamen migranten naar Nederland = immigratie.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom 'migreren' mensen...
- Uit Nederland?
- Naar Nederland?
(Verschillende redenen mogelijk!)

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Gastarbeiders
2 minuten

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Waarom koos Nederland ervoor om gastarbeiders aan te nemen?
A
Deze leverde beter werk dan Nederlanders.
B
Deze waren goedkoper dan Nederlandse arbeiders.
C
Nederlanders wilde het vuile werk niet doen.
D
Deze mensen waren beter opgeleid dan Nederlanders.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

NL '45-'60: politiek

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ROOMS-RODE COALITIE
PvdA (Drees) & KVP (Romme)










  • Sinds de mislukte oproep van Troelstra tot revolutie in     1918 werden socialisten buitengesloten van mee besturen.
  • Dit veranderde in 1939 waarin een brede coalitie van     democratische partijen werd gevormd ten tijde van crisis.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verzorgingsstaat
3 minuten

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Willem Drees is de grondlegger van de 'verzorgingsstaat'. Wat is dat?
A
Staat die ingrijpt bij misdrijven
B
Staat die zo min mogelijk ingrijpt
C
Staat die zorgt voor de zwakkeren
D
Staat waarin veel bezuinigd wordt

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voedselpakket kunnen aanvragen. 
Bedelen om voedsel te kunnen kopen.
Wat hoort bij de verzorgingsstaat? 
Sleep de plaatjes naar de hokjes 'wel' OF 'geen' verzorgingsstaat.
Bejaardentehuizen die volgens de wet aan bepaalde eisen moeten voldoen.
Rusthuizen 
met slechte omstandigheden.
Wel een verzorgingsstaat
Geen verzorgingsstaat

Slide 33 - Sleepvraag

Sleepvraag over verzorgingsstaat.

Doel: op speelse manier verwerken van de eerder verkregen informatie.
De verzorgingsstaat 
Waarom was een verzorgingsstaat mogelijk?

  1. Groeiende economie = meer belastinginkomsten -> allerlei voorzieningen. 
  2. Werkende mensen betalen premie -> uitkeringen en gezondheidszorg.
  3. De overheid verdiende veel geld met de verkoop van gas (Groningen).

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij van de verzorgingsstaat?
Leg je antwoord uit!

Slide 35 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel(en) 
  1. Je kunt beschrijven wat er tussen 1945 en 1960 in Nederland veranderde op economisch en politiek gebied.


Begrippen:
  • wederopbouw
  • gastarbeiders

  • consumptiemaatschappij
  • verzorgingsstaat

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode van de wederopbouw
Periode na de wederopbouw
consumptiemaatschappij
hard werken
lage lonen
stijgende lonen
stijgende olieprijzen
verzorgingsstaat

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgend onderdeel? 
  1. Terugblik
  2. Leerdoel
  3. Instructie
  4. Aan de slag (H5 §3A)
  5. Volgende les

Slide 38 - Tekstslide

15 min.
Aan de slag 
  1. Lees 'Wederopbouw en groei' op pg. 164.
  2. Maak opdracht 1 t/m 4 op pagina 165.
  3. Optioneel: Lees de tekst van §3B op pagina 166.

Slide 39 - Tekstslide

Eindtijd noteren op whiteboard
Volgend onderdeel? 
  1. Terugblik
  2. Leerdoel
  3. Instructie
  4. Aan de slag
  5. Volgende les (H5 §3B, SOM)

Slide 40 - Tekstslide

05 min.