Doelgroepen - LVB

Doelgroepen - LVB
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Doelgroepen - LVB

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide


Wat betekent LVB?
A
Laag verstandelijke beperking
B
Licht verstandelijke beperking
C
Licht verzekerde beperking
D
Laag verzekerde beperking

Slide 5 - Quizvraag

Zwakbegaafdheid is hetzelfde als LVB
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen LVB en zwakbegaafd?
A
LVB heeft een hoger IQ dan zwakbegaafden
B
LVB heeft een lager IQ dan zwakbegaafden
C
Eigenlijk is het hetzelfde.
D
LVB is altijd erfelijk

Slide 7 - Quizvraag

Wat is niet passend bij een LVB?
A
Vaak een dubbeldiagnose (meerdere diagnoses)
B
IQ 50-70
C
Moeite met problemen oplossen
D
IQ 35-50

Slide 8 - Quizvraag

Wat past bij een LVB op emotioneel gebied?
A
Laag zelfvertrouwen
B
Vergroot zelfbeeld
C
Gemakkelijk accepteren beperking
D
Gemakkelijk uiten van emoties

Slide 9 - Quizvraag

Waar wordt naar gekeken bij diagnose LVB?
A
EQ
B
EQ en IQ
C
Talenten en uitdagingen
D
IQ, sociale en praktische vaardigheden

Slide 10 - Quizvraag

Een LVB is altijd erfelijk
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Iemand met een LVB heeft moeite met praktische vaardigheden, zoals
A
het oplossen van sociale problemen
B
het gebruik van OV en persoonlijke verzorging
C
lezen, schrijven en rekenen

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel procent van de bevolking in NLD heeft een LVB?
A
35,3%
B
8,5%
C
24,9%
D
15,6%

Slide 13 - Quizvraag

LVB ontstaat door:
A
Genetische afwijking
B
Zuurstofgebrek, drugs/alcohol gebruik tijdens zwangerschap
C
Ziekte van de moeder tijdens de zwangerschap
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 14 - Quizvraag

mensen met LVB mogen geen kinderen krijgen
A
eens
B
oneens
C
twijfel

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video