Karneval in Deutschland

1 / 29
volgende
Slide 1: Interactieve video met 1 slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1

Slide 1 - Video

01:35
Was bedeutet: "Alle Jläser huh"?
Antwoord in het Nederlands

Slide 2 - Open vraag

Magst du Karneval?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Woran denkst du, wenn du das Wort "Karneval" hörst?

Slide 4 - Woordweb

Was ist Karneval?
  • Karneval in Köln
  • rheinisches Volksfest
  • Gehört weltweit zu den bekanntesten Karnevalsfesten
  • "Fastelovend"

Slide 5 - Tekstslide

Wann wird Karneval gefeiert?
  • 11-11
  •  Donnerstag (Weiberfastnacht)
  • Karnevalsfreitag
  • Karnevalssamstag
  • Karnevalssontag
  • Rosenmontag
  • Karnevalsdienstag
  • Aschermittwoch

Slide 6 - Tekstslide

Welche deutsche Karnevalslieder/Bands kennt ihr?

Slide 7 - Open vraag

Kölner Dreigestirn 2021:

 Prinz Sven I, Bauer Gereon, Jungfrau Gerdemie (Björn)

Slide 8 - Tekstslide

Weiberfastnacht
  • 7.30 Uhr -> der "Bellejeck"  weckt den Straßenkarneval
  • 11.11 -> offizieller Anfang Karneval
  • Menschenmassen strömen schon früh in die Altstadt
  • "jecken Wiever" schneiden den Männern die Krawatte ab

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Rosenmontag
  • höhepunkt des Karnevals
  •  über eine Million Menschen ziehen durch die kölner Straßen
  • Rosenmontagszug
  • Fast keiner muss arbeiten

Slide 12 - Tekstslide

Welche Menschen müssen unbedingt am Rosenmontag arbeiten?
A
Kellner (obers)
B
Lehrer (docenten)
C
Friseure (kappers)
D
Sekretäre (secretarissen)

Slide 13 - Quizvraag

Aschermittwoch
  • Alles ist wieder vorbei
  • traditionelles Fischessen
  •  begin der Fastenzeit
  • Frühmesse (Aschenkreuz)

Slide 14 - Tekstslide

Der wichtigste Tag im Karneval! An diesem Tag finden in den Karnevals-Hauptstädten Köln, Düsseldorf und Mainz die großen Umzüge statt
A
Aschermittwoch
B
Rosenmontag
C
Karnevalsdienstag
D
Karnevalssamstag

Slide 15 - Quizvraag

Wer geht schon in seinen normalen Kleidern zum Karneval? Keiner. Alle sind verkleidet, sie tragen ein Narren-, Clowns-, Cowboy- oder sonst ein fantasievolles ____________.
A
Süßigkeiten
B
Konfetti
C
Kostüm
D
Winter

Slide 16 - Quizvraag

Wie nennt man "snoep" auf Deutsch?
A
Schnuuts
B
Süßen
C
Schnullies
D
Süßigkeiten

Slide 17 - Quizvraag

6

Slide 18 - Video

01:05
Als wat gaan Regina en haar vrienden verkleed?
A
kat
B
pauw
C
muis
D
koe

Slide 19 - Quizvraag

02:04
"Ein witziges Kostüm ist der eigentliche Schlüssel zum Erfolg"
Wat voor een kostuum zou een succes moeten zijn volgens de presentator?
A
een eng kostuum
B
een kleurrijk kostuum
C
een modern kostuum
D
een grappig kostuum

Slide 20 - Quizvraag

02:36
Wat is "der Höhepunkt" (het hoogtepunt) van carnaval?
A
Rosenmontag
B
Aschermittwoch
C
Karnevalssamstag
D
Karnevalssontag

Slide 21 - Quizvraag

03:44
Wanneer beginnen de mensen met drinken?
A
dat mag pas om 11.11 uur
B
na 12.00 uur
C
in de (vroege) ochtend
D
in de namiddag

Slide 22 - Quizvraag

05:13
De meneer in het groene pak legt uit hoe carnaval gevierd wordt. Hoe veel dagen wordt er carnaval gevierd?
A
3 dagen
B
4 dagen
C
5 dagen
D
7 dagen

Slide 23 - Quizvraag

05:52
Hoe voelen de mensen zich, wanneer ze carnaval vieren?
A
helemaal zen/ontspannen
B
gespannen
C
verveeld
D
zoals normaal

Slide 24 - Quizvraag

Noem enkele dingen op, die je vandaag over de Duitse "Karneval" hebt geleerd

Slide 25 - Woordweb

Hoe heet dit Duitse carnavalsliedje?
Klik op de muzieknoot!
A
Stadt mit A
B
Stadt mit K
C
Stadt mit B
D
Stadt mit C

Slide 26 - Quizvraag

Hoe heet dit Duitse carnavalsliedje?
Klik op de muzieknoot!
A
Leev Marie
B
Hey, wir wollen die Eisbären sehen
C
Alaaf!
D
Alle Jläser huh

Slide 27 - Quizvraag

Hoe heet dit Duitse carnavalsliedje?
Klik op de muzieknoot!
A
Hey, wir wollen die Eisbären sehen
B
Kölle Alaaf
C
Atemlos
D
Pirate

Slide 28 - Quizvraag

Hoe heet dit Duitse carnavalsliedje?
Klik op de muzieknoot!
A
Hey, wir wollen die Eisbären sehen
B
Kölle Alaaf
C
Alle Jläser huh
D
Rot, gelb, grün

Slide 29 - Quizvraag