Europa en het Ottomaanse rijk

Europa en het Ottomaanse rijk
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisSecundair onderwijs

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Europa en het Ottomaanse rijk

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de naam van het gebouw op de eerste slide?
A
Sultan Ahmed Moskee
B
Hagia Sophia
C
Dolmabahçe-paleis
D
Ik weet het niet.

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren de strijdende partijen bij de val van Constantinopel in 1453?
A
Het Heilige Roomse Rijk en het Byzantijnse Rijk
B
Het Byzantijnse Rijk en het Ottomaanse Rijk
C
Het West-Romeinse Rijk en het Ottomaanse Rijk
D
Ik weet het niet.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De stad Constantinopel kreeg in 1453 een nieuwe naam:
A
Istanbul
B
Ankara
C
Byzantium
D
Ik weet het niet.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de betekenis van een janitsaar?
A
Minister en lid van de staatsraad.
B
Een tot de islam bekeerde soldaat, die deel uitmaakte van het elitekorps van de sultan.
C
Voorzitter van de staatsraad, plaatsvervanger van de sultan. Te vergelijken met de eerste minister.
D
Ik weet het niet.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeksvraag 
Hoe keken de Europeanen en de Ottomanen naar elkaar tijdens de vroegmoderne tijd?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Frankrijk, het Habsburgse rijk en Venetië: christendom
Uit bronnen: sultans, met hun islamitische geloof
--> de 'aartsvijanden' waren van de christenen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ottomanen: minder boeken --> nog geen drukpers 
* beschouwden de 'koning van het Westen', (de Habsburgse koning), als een ongelovige vijand die de keizerstitel van de sultan had afgenomen
Sinds de Ottomanen Constantinopel hadden veroverd en de controle over de heilige plaatsen Mekka en Medina hadden, 
--> Ottomaanse sultan: hij was baas over andere koningen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ondanks rivaliteit tussen Europa en het Ottomaanse rijk 
--> handelden ze veel met elkaar
Op oude schilderijen uit de renaissance: vaak tapijten
Renaissance: wat en waar?
Via welke handelsroutes? Weinig over gekend

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgekeerde richting: ook handel gevoerd
--> Wollen stoffen vanuit Venetië naar het Ottomaanse rijk 
Deze handel: heel populair gedurende ongeveer honderd jaar, van 1550 tot 1650

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende Europese kunstenaars: naar het Ottomaanse rijk Ze schilderden niet alleen objecten uit de antieke oudheid, 
--> ook Ottomaanse mensen
--> zonder vooroordeel (?)


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Die schilderijen: succes in Europa 
--> belangrijkste bron waardoor Europeanen konden zien hoe de Ottomanen zich kleedden
Europeanen: slecht beeld over de Ottomanen < ‘gevaarlijke Turken’, 
Maar: door schilderijen --> beeld over de Ottomanen verbeterd 
--> hielpen om misverstanden en vooroordelen te verminderen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnenonderzoek
Anti-Turkse pamfletten

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Context bij bron
De uitbreiding van het Ottomaanse rijk in de 15de en 16de eeuw bedreigde Europa. De gesprekken gingen niet meer over een kruistocht naar het verre Jeruzalem of een militaire campagne om het in 1453 verloren gegane Constantinopel te heroveren, maar over een rechtstreekse oorlog tegen de Ottomanen op Europese bodem. De Ottomanen waren geen verre vijand meer, maar een naaste buur die steeds verder wilde opschuiven.

In bronnen uit de 16de eeuw lees je dan ook de angst die er in West-Europa heerste. 

Slide 17 - Tekstslide

De bronnen zijn enkele voorbeelden van anti-propaganda tegen de Ottomanen.
De dreiging van de Ottomanen werd serieuzer en serieuzer. De Ottomanen waren geen verre vijand meer, maar ze kwamen erg dicht, tot aan Wenen, en er heerste een grote angst in West-Europa.

Bron 1
"Wat zal ik over hun staatsregeling zeggen? Wat voor rechtvaardige wetten kennen zij? Wat de tiran behaagt, is wet. Welke plaats neemt de filosofie bij hen in? Welke theologische scholen kennen zij? Wat voor heilige geschriften?"

Desiderius Erasmus, Consultatio de bello Turcis inferendo
[Overwegingen over het beginnen van een oorlog tegen de Turken] (1530).

Slide 18 - Tekstslide

Erasmus trekt hun staatsregeling in twijfel. Hij zegt dat de sultan een tiran is, wiens wil wet is. Dat de sultan eigenlijk een absolute heerser is. Dit beslaat het politiek domein.
Bron 2
"[de Turk is] een geseling Gods en een dienaar van de duivel. Aan de ene kant is de Turk een middel van goddelijke straf; aan de andere kant propageert hij de duivelse leer van de islam en voert hij agressieve oorlogen uit tegen zijn christelijke buren."

Maarten Luther, Vom kriege widder die Türcken
[Over de oorlog tegen de Turken] (1529).

Slide 19 - Tekstslide

Hier spreekt Maarten Luther, een godsdiensthervormer. 
Hij noemt de Ottomanen een geseling van God, dus eigenlijk een straf van god.
Hij schrijft ook dat de Ottomanen een dienaar zijn van de duivel. 
Dit beslaat het cultureel domein.
Bron 3
"[De Turken*] zijn trouweloos. Ze behandelen ons als honden. [...] Zoals bij de jacht moeten de Turken als roofdieren worden teruggedreven naar Azië."

Juan Luis Vives, De Europae dissidiis et bell turcio
[Over de twisten in Europa en de oorlog tegen de Turken] (1526).

Slide 20 - Tekstslide

Hier zegt Vives dat de Ottomanen teruggedreven moeten worden richting Azië. Het toont nogmaals de angst die de Europeanen hebben tegenover de Ottomanen.
Historische bron of werk?
Historische bron: voorwerpen uit het verleden of mondelinge of geschreven getuigenissen over het verleden.

Historisch werk: historisch onderzoek, een analyse, dat met behulp van bronnen en andere werken gemaakt is.
Let op: een historisch werk kan van alle tijden zijn. Het moet niet per se in onze tijd gemaakt zijn.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is standplaatsgebondenheid?
=de invloed van de eigen standplaats of perspectief bij de interpretatie van de geschiedenis.
Bijvoorbeeld: Het voetbalelftal van Nederland speelde op het WK tegen Mexico. Er werd een penalty gefloten voor Nederland omdat Arjen Robben zich liet vallen na een tackle. Of liet hij zich expres vallen? De penalty werd gescoord en Nederland ging door en Mexico ging naar huis. 
De Mexicanen zien Arjen Robben als een valsspeler en de Nederlanders zien Arjen Robben als een grote held.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie zijn de auteurs ?
Desiderius Erasmus
Maarten Luther
Juan Luis Vives
Situering in tijd van de bronnen:
1530, 1529, 1526
(vroegmoderne tijd)


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Historische bron of historisch werk?
Bron 1: historische bron
Bron 2: historisch werk (analyse van historische gebeurtenissen)
Bron 3: historische bron





Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waren de auteurs ooggetuigen?
Ja.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is er sprake van standplaatsgebondenheid? Waarom wel/niet?
Ja, het zijn Europeanen die schrijven over een ander volk / andere cultuur.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het beoogd effect van de bron?
De schrijvers willen de Europeanen beïnvloeden en informeren over de ernst van de bedreiging die de Ottomanen vormen voor Europa.



Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de bron betrouwbaar? Waarom wel/niet?
De bronnen zijn niet betrouwbaar. Ze zijn subjectief. Ze zijn geschreven door Europeanen, die op dat moment de vijanden waren van de Ottomanen.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de bron representatief? (Vertegenwoordigt het een groep mensen?) Waarom wel/niet?
Ja, deze bronnen zijn representatief, voornamelijk voor de intellectuele en religieuze leiders van Europa.



Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de bron bruikbaar voor historisch onderzoek?
Ja, de bronnen bieden inzicht in hoe belangrijke figuren uit Europa dachten over de Ottomanen.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer vier woorden of woordgroepen die het beeld van de schrijvers over de Ottomanen weergeven.
- wetteloos (Erasmus)
- barbaars - ongeletterd (Erasmus)
- trouweloos (Vives)
- gewelddadig (Vives)
- straf van God (Luther)
- duivels (Luther)
- oorlogszuchtig (Luther)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan je concluderen over het beeld dat de Europeanen hadden over de Ottomanen?
Het beeld dat Europeanen in de renaissance hadden van de Ottomanen was negatief. Het werd gekenmerkt door angst en vijandigheid.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Discussie
* Voorstanders versus tegenstanders 
* Korte discussie: +-10 minuten
* Werkblaadjes: thema's en argumenten te bespreken
* 5 minuten voorbereidingstijd:
- wie bespreekt wat?
- voorbereiden (kijk ook naar argumenten "tegenstander")
Ga respectvol met elkaar om!
- elkaar laten uitspreken
- speel de bal, niet de man






Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Link

Deze slide heeft geen instructies