kleinhuishouding en beperkingen

WELKOM KLAS 2!
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

WELKOM KLAS 2!

Slide 1 - Tekstslide

JdW-klimwijzer

Slide 2 - Tekstslide

Planning les
  • Terugkijken naar vorige les.
  • Taken verdelen.
  • Uitvoeren taken en invullen succesenlijst.
  • Nabespreken uitgevoerde taken.
  • Uitleg PowerPoint opdracht: blinden en rolstoelen in het verkeer.
  • Maken PowerPoint.
  • Afmaken zelfportret wanneer tijd over is.
  • Afronden en opruimen.
  • Nabespreken les.

Slide 3 - Tekstslide

Planning les
  • Terugkijken naar vorige les.
  • Taken verdelen.
  • Uitvoeren taken en invullen successenlijst.
  • Nabespreken uitgevoerde taken.
  • Afmaken PowerPoint.
  • Afmaken zelfportret wanneer tijd over is.
  • Afronden en opruimen.
  • Nabespreken les.

Slide 4 - Tekstslide

Wat heb je de vorige les geleerd?

Slide 5 - Woordweb

Waar ga je deze les op letten?

Slide 6 - Woordweb

Leerdoelen
Na de les kan ik een keuken schoonmaken.
Na de les kan ik stof afnemen en de plumeau gebruiken.
Na de les kan ik een tafel dekken.
Na de les kan ik een werkkast opruimen.
Na de les kan ik afwassen met de hand.
Na de les kan ik de gevaren in het verkeer herkennen voor minder validen mensen. 
Na de les kan ik een PowerPoint presentatie maken over blinden en rolstoelen in het verkeer.

Slide 7 - Tekstslide

Kleinhuishouding 
Stof afnemen
Plumeau gebruiken
Werkkast opruimen
Aanrecht en gootsteen schoonmaken
Tafeldekken
Afwassen met de hand
Vaatwasser inruimen

Slide 8 - Tekstslide

Groep

Defne Khaled
Richmond Zarah
Albena Alaa 
Milosz Mahla
Vian Shabi
Rusi Ilkai 
Gulercan Yash
Tjshawn Marek
Omar Lina

Taak

Afwassen
Stof afnemen
Tafeldekken
Afwassen
Kast opruimen
Stof afnemen
Keuken schoonmaken
Portret afmaken
Tafeldekken

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een beperking of handicap?

Slide 10 - Tekstslide

Betekenis handicap
Wat is een handicap nu precies? In de woordenboek staat dat een handicap wordt gezien als een belemmering. Iemand wordt belemmerd in bepaalde dingen die hij of zij zou willen doen, maar vanwege een handicap niet (of beperkt) kan doen. Toch is er geen duidelijk kader wanneer iets een handicap is en wanneer niet.

Slide 11 - Tekstslide

Lichamelijke beperking
Je hebt een lichamelijke of fysieke handicap als een deel van je lichaam niet meer goed functioneert. Een of meerdere lichaamsdelen belemmeren een persoon in bepaalde handelingen en/of bewegingen. Een lichamelijke beperking kan ook het gevolg zijn van stoornissen in de spieren en de zenuwen die zorgen voor de lichaamshoudingen en bewegen. Dat noem je een functionele afwijking.

Voorbeelden van een lichamelijke beperking zijn:
Congenitale aplasie (het ontbreken van ledematen)
Congenitale dysplasie (afwijkende ledematen)
Dwarslaesie
Cerebrale parese
Multiple sclerose
Amputatie


Slide 12 - Tekstslide

Verstandelijke beperking
Dit is een ontwikkelingsstoornis. Mensen met een verstandelijke beperking ontwikkelen zich minder snel dan leeftijdsgenoten en hebben een IQ van maximaal 70 a 75, afhankelijk van de testeigenschappen. Er zijn grote verschillen tussen mensen met een verstandelijke beperking. Daarom maken we onderscheid tussen mensen met lichte, matige, ernstige en diepe verstandelijke beperking.
Voorbeelden van een verstandelijke beperking zijn:
Syndroom van Down


Slide 13 - Tekstslide

Ernstig meervoudige beperking (EMB)
Je bent ernstig meervoudige gehandicapt als je een zware lichamelijke én verstandelijke handicap hebt. Mensen met een ernstig meervoudige beperking hebben vaak het verstandelijke niveau van een baby van een paar maanden oud en kunnen niet praten. In Nederland hebben zo’n vijftienduizend kinderen en volwassenen een ernstig meervoudige beperking.

Slide 14 - Tekstslide

Zintuigelijke beperking
De vijf bekendste zintuigen zijn: je ogen om te zien, je oren om te horen, je neus om te ruiken, je tong om te proeven en je huid om te voelen. Bij mensen met een zintuigelijke beperking werken één of meerdere van deze zintuigen niet of minder goed. Dit kan een auditieve beperking zijn, wat betekent dat je doof of slechthorend bent of bijvoorbeeld een visuele beperking, wanneer iemand blind of slechtziend is.

Voorbeelden van een zintuigelijke beperking:
Doofheid
Blindheid
Slechtziend
Slechthorend

Slide 15 - Tekstslide

Wat is er in het verkeer of openbare weg gemaakt voor mensen met een zintuigelijke beperking?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Aan de slag!
Groep 1 Opdracht : Nouafel - Sigmar - Bathuan
Groep 2 Oefenen stof afnemen en plumeau: Anouar - Elif - Valentin
Groep 3 Koelkast en keuken schoonmaken: Rosmaya - Nebi - Nethan
Groep 4 Opdracht: Ravza - Shenna - Aimran
Groep 5 tafel dekken: Dina - Deyvid - Yanitsa

Slide 21 - Tekstslide

Ondersteunen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Oefen de volgende technieken
Ondersteunen bij het lopen zonder hulpmiddelen, lopen aan de arm
-Licht ondersteunen bij lopen aan de arm
-Meer ondersteunen bij lopen aan de arm
-Veel steun geven bij meelopen
-Ondersteunen met twee armen
Lopen met krukken, hoogte instellen, traplopen met krukken
Lopen met een wandelstok en hoogte instellen
Hoe loop ik met een rollator/looprek

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Link

Slide 29 - Link

Hoe ging het uitvoeren van je taak?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Deze tip heb ik voor iemand die mijn taak nog nooit gedaan heeft.

Slide 31 - Open vraag

Opdracht blinden en rolstoel in het verkeer
Maak een PowerPoint met daarin de dia's;
  1. Gevaarlijke situaties voor blinde mensen
  2. Veilige situaties voor blinde mensen 
  3. Wat is er voor blinde mensen bij bus/tramhaltes gemaakt?
  4. Gevaarlijke situaties voor mensen in een rolstoel
  5. Veilige situaties voor mensen in een rolstoel
  6. Bereikbaarheid van winkels voor mensen in een rolstoel

Slide 32 - Tekstslide

Leerdoelen
Na de les kan ik een keuken schoonmaken.
Na de les kan ik stof afnemen en de plumeau gebruiken.
Na de les kan ik een tafel dekken.
Na de les kan ik een werkkast opruimen.
Na de les kan ik afwassen met de hand.
Na de les kan ik de gevaren in het verkeer herkennen voor minder validen mensen. 
Na de les kan ik een PowerPoint presentatie maken over blinden en rolstoelen in het verkeer.

Slide 33 - Tekstslide

Dit leerdoel heb ik vandaag behaald:

Slide 34 - Woordweb

Dit is belangrijk in het dagelijks leven omdat:

Slide 35 - Woordweb

Wat vond je van de afgelopen les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?
010

Slide 37 - Poll