KGT C1 MDL §6 L1

Cursus 1 Meer dan lezen §6 blz. 39
Lesdoel: Je herkent wat een feit, mening, standpunt en argument is in een tekst.


1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Cursus 1 Meer dan lezen §6 blz. 39
Lesdoel: Je herkent wat een feit, mening, standpunt en argument is in een tekst.


Slide 1 - Tekstslide

Hoe herken je een mening in een tekst?

Slide 2 - Open vraag

Wat is een argument volgens jou?

Slide 3 - Open vraag

Uitleg Cursus 1 §6 >blz. 39
*Een feit is iets wat echt zo is. Je kunt het controleren. Je ontdekt dan of het waar of niet waar is. Als het waar is, is het een feit. 

* Een mening of standpunt is een uitspraak over wat iemand vindt van iets of hoe iemand ergens over denkt. Met een mening of standpunt kun je het eens of oneens zijn. Je herkent een mening soms aan woorden als ik vind en volgens mij. 

Als je uitlegt waarom je een bepaalde mening hebt of als je een mening wilt verdedigen, gebruik je een argument. Een argument herken je vaak aan woorden als want, omdat, namelijk en immers..


 

Slide 4 - Tekstslide

Feit of mening?

Het is laat.

A
feit
B
mening

Slide 5 - Quizvraag

Als je vertelt wat je van iets vindt. Dan is dat een feit of mening?
A
Feit
B
Mening

Slide 6 - Quizvraag

Feit of mening?
'Dit is een zin.'
A
feit
B
mening

Slide 7 - Quizvraag

Feit of mening?
Ik heb geen broers.
A
feit
B
mening

Slide 8 - Quizvraag

''Spinazie is vies''. Is dit een feit of mening?
A
feit
B
mening

Slide 9 - Quizvraag

Zelfstandig werken of instructiegroep 

Huiswerk: 
* Cursus 1 § 6 Opdracht 1 , 2, 3 en 4 blz. 39-42

Klaar?

Online> Woordenschat maken opdrachten § 3 en 4
timer
20:00

Slide 10 - Tekstslide

Evaluatie





Wat ging er goed deze les?

Slide 11 - Tekstslide