6.5 anders eten

Anders eten!
Je leert: 
...wat eetgewoonten zijn
... De verschillen tussen voedingsmiddel en voedingsstoffen
... wat voedingsvezels zijn
... Hoe je om kan gaan met dierlijk voedsel
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Anders eten!
Je leert: 
...wat eetgewoonten zijn
... De verschillen tussen voedingsmiddel en voedingsstoffen
... wat voedingsvezels zijn
... Hoe je om kan gaan met dierlijk voedsel

Slide 1 - Tekstslide

Lagen van de huid
Opperhuid
lederhuid
Onderhuids bindweefsel

Slide 2 - Sleepvraag

Welke letter geeft een bloedvat weer?
A
Letter E
B
Letter F
C
Letter G
D
Letter D

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de huid?
A
orgaan
B
weefsel
C
orgaanstelsel
D
cel

Slide 4 - Quizvraag

Bloedplaatjes gaan naar het wondje
Bloedplaatjes maken kleverige draden
Rode bloedcellen blijven hangen in de deraden
De kleverige draden en rode bloedcellen drogen op tot een korst
De huid geneest en het korstje valt af

Slide 5 - Sleepvraag

Zweetklieren maken zweet. Wat is de functie van zweet?
A
nat houden van de huid
B
soepel houden van de huid
C
afkoeling van de huid
D
zweten

Slide 6 - Quizvraag

En nu weer door met 6.5

Slide 7 - Tekstslide

Eetgewoontes

Slide 8 - Woordweb

Aan welk land denk je bij deze afbeelding?

Slide 9 - Woordweb

Eetgewoonten
Eetgewoonten kunnen behoorlijk verschillen. Wat bepaald nou jouw eetgewoonten?

  • persoonlijke voorkeur
  • de omgeving waar je woont
  • cultuur

Slide 10 - Tekstslide

Je komt thuis en je ziet dat er spruitjes op tafel staan. Je vind dit niet lekker.
Waar past dit bij?
A
Persoonlijke voorkeur
B
cultuur
C
omgeving waar je woont

Slide 11 - Quizvraag

Joden en moslims eten geen varkensvlees.
Waar past dit bij?
A
Persoonlijke voorkeur
B
cultuur
C
omgeving waar je woont

Slide 12 - Quizvraag

Typisch Nederlandse gerechten zijn bijvoorbeeld hutspot en boerenkool stamppot. Leg waarom dit te maken heeft met de omgeving waarin wij wonen

Slide 13 - Open vraag

Wat zit er in je eten?
We eten niet alleen omdat we het lekker vinden

Slide 14 - Tekstslide

Voedingsstoffen
Alle dingen die wij eten, zijn voedingsmiddelen
In die voedingsmiddelen, zitten verschillende voedingsstoffen.

Voorbeeld: De aardappel bevat verschillende voedingsstoffen.

Slide 15 - Tekstslide

Welke voedingsstoffen zitten er in chips?

Slide 16 - Woordweb

Verschillende voedingsstoffen
.                Energierijke stoffen (brandstoffen)
                 Suiker, zetmeel, vetten

                                                                          Bouwstoffen
                                                                          eiwitten, water en mineralen
                   Beschermende stoffen
                   Vitamines en mineralen

Slide 17 - Tekstslide

Wat voor soort voedingsstof is:
Zetmeel
A
Beschermende stof
B
Energierijke stof (brandstof)
C
Bouwstof

Slide 18 - Quizvraag

Wat voor soort voedingsstof is:
Water
A
Beschermende stof
B
Bouwstof
C
Energierijke stof (brandstof)

Slide 19 - Quizvraag

Welke voedingsstof is geen energierijke stof?
A
Vitamines
B
Zetmeel
C
Suiker
D
Vetten

Slide 20 - Quizvraag

Geef aan welke voedingsstoffen de bij iemand nodig zijn
Voedings middel
Eiwitten
Suikers & zetmeel
Vitamines

Slide 21 - Sleepvraag

Dierlijk voedsel
Dierlijke producten zijn een bron van eiwit, mineralen en vitamine B.


Dierlijke producten zijn producten gemaakt van dieren of door dieren. Vlees, vis, zuivel en eieren.

Slide 22 - Tekstslide

Steeds meer mensen gaan bewuster om met het eten van dierlijke producten. Wat kan hier een reden voor zijn

Slide 23 - Open vraag

Iemand die helemaal geen dierlijke producten eet, krijgt te weinig voedingsstoffen binnen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Wat vind je van de stelling: 'Als iedereen weinig vlees zou eten, dan zou er minder hongersnood zijn'.

Slide 25 - Open vraag

Wat vind je van de stelling: 'Op ongezond eten zou extra belasting moeten komen'.

Slide 26 - Open vraag

Weektaak
De opdrachten van 6.5:
Maken: opdracht 2 tot en met  18

Vergeet je werk niet na te kijken en af te tekenen

Slide 27 - Tekstslide