HA - week 47- les 1 - Woordenschat H2 + grammatica zinsdelen

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, di, wo, do, vrij

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, di, wo, do, vrij

Slide 1 - Tekstslide


- Stillezen
- Grammatica zinsdelen - verder werken
Planning deze les:

Slide 2 - Tekstslide

- Je benoemt het verschil tussen een omschrijving en een definitie van een woord;
- Je geeft de betekenis van een woord (dat je nog niet kent) aan de hand van een omschrijving of definitie uit de tekst;
- Je kent de woordjes van de woordenlijst van H2. 
- Je benoemt wat het onderwerp is in een zin
- Je vindt in een willekeurige zin zowel de persoonsvorm als het onderwerp.  
Doel van de les

Slide 3 - Tekstslide

Stillezen
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Oefenen met quizlet live

ga naar quizlet.live en doe mee!
Woordenschat

Slide 5 - Tekstslide

Oefenen theorie
Zelf aan de slag


Grammatica zinsdelen

Slide 6 - Tekstslide

.................. zullen morgen om drie uur arriveren met het vliegtuig.

Slide 7 - Open vraag

Over een week presenteert ….............. de resultaten van het onderzoek.

Slide 8 - Open vraag

Op het schoolfeest zal …...................... tot sluitingstijd blijven.

Slide 9 - Open vraag

Helaas zakten ....................................… afgelopen jaar voor het examen.

Slide 10 - Open vraag

a. Linda en Morres zullen morgen om drie uur arriveren met het vliegtuig. 

b. Over een week presenteert de onderzoeker de resultaten van het onderzoek.

c. Op het schoolfeest zal de leukste docent tot sluitingstijd blijven.

d. Helaas zakten vier leerlingen afgelopen jaar voor het examen.
Wat hebben de dingen op de puntjes met elkaar gemeen?

Slide 11 - Tekstslide

Geeft aan wie of wat iets doet in de zin 

Vind hem door deze vraag te stellen:
wie/wat + persoonsvorm (of gezegde)

Het schoolhoofd gaat om drie uur naar huis
PV: Gaat
OW : Wie gaat er? = het schoolhoofd
Onderwerp

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het onderwerp in deze zin:
De staart van mijn buurmeisje zit vast tussen 
haar spaken
Onderwerp

Slide 13 - Tekstslide


A
van de parkeerplaats
B
rijdt
C
de auto
D
weg

Slide 14 - Quizvraag


A
de toets
B
is
C
ontzettend goed
D
gemaakt

Slide 15 - Quizvraag


A
gisteren
B
ging
C
mijn wekker
D
te laat af

Slide 16 - Quizvraag


A
De staart
B
mijn buurmeisje
C
de staat van mijn buurmeisje
D
haar spaken

Slide 17 - Quizvraag

Met zijn prachtige stem won de zanger het Eurovisiesongfestival

pv = 
ow = 
Onderwerp

Slide 18 - Tekstslide

Met zijn prachtige stem / won / de zanger / het Eurovisiesongfestival.

pv = won
ow = wie won er?
       = de zanger
Onderwerp

Slide 19 - Tekstslide

Bij de Koninklijke Landmacht worden veel vacatures aangeboden. 

pv = 
ow = 
Onderwerp

Slide 20 - Tekstslide

Bij de Koninklijke Landmacht /worden /veel vacatures /aangeboden. 

pv = worden
ow = wie worden er?
       = veel vacatures
Onderwerp

Slide 21 - Tekstslide

Wat
1. Maak jouw leerlijn Grammatica zinsdelen H2
2. Leer de theorie over het onderwerp en de persoonsvorm

Wanneer:
Deze week




Aan de slag:
Startopdracht is al gemaakt, die mag je goedkeuren en verder gaan. 

Slide 22 - Tekstslide

- Verder werken aan grammatica zinsdelen


Succes!

Volgende les

Slide 23 - Tekstslide

Ik kan
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll