C. Bloedvatenstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Bloedvaatstelsel

OSG Sevenwolden

Heerenveen

Dineke Halbersma

  Bloedvatenstelsel

Info gebruikt van:

Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou

Biologiepagina.nl

Bioplek.org

Biologieweb.nl

e.a. 

Leerdoel

1.  Je leert van het bloedvatenstelsel een aantal slagaders en aders

2. Wat de grote en kleine bloedsomloop is

3. Je leert van bloedvaten het zuurstofstofgehalte

4. Je leert van bloedvaten wat de stroomrichting is

5. Je leert de verschillen tussen slagaders en aders

Bloedvatenstelsel

Je bloedvatenstelsel

Al je bloedvaten samen vormen je bloedsomloop of bloedvatenstelsel (In de afbeelding zijn de haarvaten niet te zien). 

Meestal hebben de slagaders en de aders de naam van het orgaan waarnaar ze toegaan of waar ze vandaan komen.

Door je armslagaders stroomt bloed naar je handen toe en door je beenaders stroomt bloed uit je benen terug naar het hart.

bloedsomloop

rood = zuurstofrijk

blauw = zuurstofarm

de bloedvaten 

- slagaders

-haarvaten

-aders

Bloedvaten

aders en slagaders

Slagaders

Het hart pompt bloed de slagaders in. Dat gaat met behoorlijk wat kracht. Het bloed drukt daardoor hard tegen de wand van een slagader aan. Daarom is de bloeddruk in de slagaders hoog. Gelukkig zijn de wanden van de slagaders dik, stevig en elastisch. Ze kunnen die druk wel hebben.

De slagaders liggen meestal diep in je lichaam. Dat is veilger want als een slagader stuk gaat, komt er veel bloed vrij.

- lopen van het hart af.

- hebben een gespierde wand

- de bloeddruk is hoog

- liggen vaak diep in het lichaam

Haarvaten

De slagaders vertakken in de organen tot steeds kleindere bloedvaten. De wand wordt steeds dunner.

Als een wand maar 1 cel dik is, noem je dat bloedvat een haarvat. De bloeddruk is in een haarvat veel lager. Omdat de wand zo dun is, kan er vocht met zuurstof en voedingsstoffen doorheen naar de cellen.

De cellen geven vocht met koolstofdioxide en afvalstoffen af aan het bloed in het haarvat. 

De haarvaten komen samen in grotere bloedvaten. Die bloedvaten noem je aders. 

- zijn maar 1 cellaag dik

- vormen een netwerk

- de bloeddruk is laag

- er vindt uitwisseling plaats van stoffen

Aders

Door de aders stroomt het bloed van de organen weg terug naar het hart. 

- lopen naar het hart toe

- de bloeddruk is laag

- de wanden zijn minder gespierd dan bij de 

  slagaders

- liggen minder diep in je lichaam dan de

  slagaders

- bevatten vaak aderkleppen

- de spierpomp stimuleert de terugstroom naar het hart

Aderkleppen zorgen ervoor dat het bloed in de aders niet terugstroomt naar de organen.

Uitzondering:

De longslagader loopt van het hart weg maar vervoert zuurstofarm bloed.

De longader gaat naar het hart toe en vervoert zuurstofrijk bloed. 

aorta

1

maagslagader

2

leverslagader

3

maag

4

dikke darm

5

dikke darmslagader

6

dunne darmslagader

7

dunne darm

8

poortader

9

lever

10

leverader

11

onderste holle ader

11

oefenen

welke drie soorten bloedvaten zijn er?

1. Aorta, slagaders en aders
2. Aorta, aders en haarvaten
3. Aorta, slagaders en haarvaten
4. Slagaders, aders en haarvaten

In welke bloedvaten is
de bloeddruk laag?

1. In haarvaten en aders
2. alleen in aders
3. alleen in haarvaten
4. in slagaders

Wat is waar?

1. Slagaders: bloed van hart af
2. Aders: dunne en weinig elastische wand

1. beide waar
2. beide nietwaar
3. 1: waar 2: nietwaar
4. 1: nietwaar 2: waar

Wat is waar?

1. Slagaders: wand dik, bloeddruk hoog
2. Aders: kleppen in armen en benen

1. beide waar
2. beide nietwaar
3. 1: waar 2: nietwaar
4. 1: nietwaar 2: waar

Bevatten slagaders zuurstofrijk bloed?

1. ja
2. nee
3. meestal
4. soms

Hoe noemen we deze bloedvaten?

1. slagaders
2. aders
3. haarvaten

Welke bloedvaten hebben de dikste wand?

1. slagaders
2. aders
3. haarvaten

De bloeddruk in de slagaders is hoog

1. JUIST
2. ONJUIST

Hoe stroomt het bloed in je slagaders

1. Naar je hart toe
2. Van je hart af

Deze bloedvaten zijn aangepast op de extreem lage druk.

1. Slagaders
2. Haarvaten
3. Aders
4. Allemaal

In deze bloedvaten vindt gaswisseling plaats met cellen.

1. Haarvaten
2. Slagaders
3. Aders
4. Bij allemaal

Wat zie je in de onderste afbeelding

1. slagaders
2. hartkleppen
3. goed werkende aderkleppen
4. slecht werkende aderkleppen

In welke bloedvaten worden voedingsstoffen en O2 aan cellen afgegeven?

1. aders
2. haarvaten
3. slagaders
4. de holle aders

1. Dit gebeurt bij haarvaten
2. Dit gebeurt bij slagaders
3. Dit gebeurt bij aders
4. Alle antwoorden zijn juist

De aders zijn o.a. te herkennen aan:

1. Kleppen
2. Dunne wand
3. Lagere bloeddruk dan de slagaders
4. Alle antwoorden zijn juist

Door welke bloedvaten stroomt het bloed vanuit je lichaam terug naar het hart?

1. Slagaders
2. Haarvaten
3. Aders
4. de aorta

Wat is waar?
1. Aders: bloed stroomt weg van de organen
2. Slagaders: liggen meestal diep in het lichaam

1. beide waar
2. beide nietwaar
3. 1: waar 2: nietwaar
4. 1: nietwaar 2: waar

nr 1 en nr 3

1. 1. holle ader 3: maagslagader
2. 1. aorta 3: leverslagader
3. 1. aorta 3: maagader
4. 1. holle ader 3: leverader

Welke ader vervoert zuurstofrijk bloed?

1. Lichaamsaders
2. Longader
3. Leverader
4. Poortader

Hoe krijgen de nieren
zuurstofrijk bloed?

1. Door de nierader
2. Door de poortader
3. Door de nierslagader
4. Door de nierhaarvaten

Welke slagader vervoert
zuurstofarm bloed?

1. Aorta
2. Longslagader
3. Hoofdslagader
4. Kransslagader

Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:

1. Longslagader
2. Longader
3. Aorta
4. Holle ader

Hoe noemen we de grootste lichaamsslagader?

1. longslagader
2. aorta
3. holle ader
4. longader

Welk bloedvat moet bij nummer 1 staan?

1. Longslagader
2. Holle aders
3. Aorta
4. Longaders

de portader vervoert zuurstofarm bloed met voedingsstoffen

1. van de dunne darm naar de lever
2. van de dikke darm naar de dunne darm
3. van de aorta naar de holle ader
4. van de kransslagader naar het hart